Een cassette met een PCI-adapter verwijderen uit de uitbreidingseenheid terwijl het systeem onder
IBM i ingeschakeld is:
U kunt een PCI-adaptercassette uit de onder IBM i draaiende 5802 of 5877 uitbreidingseenheid verwijde-
ren terwijl het systeem ingeschakeld is.
Voordat u begint: Bereid het verwijderen van de cassette met de PCI-adapter voor. Raadpleeg "De instal-
latie, verwijdering of vervanging van een PCI-adapteradapter voorbereiden" op pagina 35.
Voer de volgende stappen uit om de adapter te verwijderen:
1. Bepaal de locatie van de PCI-adapter in het systeem.
2. Ga naar de procedures voor onderhoud zonder interruptie met behulp van de HSM-tools (Hardware
Service Manager) van IBM i:
a. Typ strsst op de opdrachtregel van het hoofdmenu en druk op Enter.
b. Geef uw gebruikers-ID en wachtwoord voor servicetools op in het venster System Service Tools
(SST) Sign On. Druk op Enter.
c. Kies Start a service tool in het scherm System Service Tools (SST). Druk op Enter.
d. Kies Hardware service manager in het scherm Start a Service Tool en druk op Enter.
e. Selecteer Packaging hardware resources (system, frames, cards) op het scherm Hardware Service
Manager. Druk op Enter.
f. Selecteer optie 9 (Hardware contained within package) in het veld System Unit of Expansion Unit
van de eenheid waaruit u de kaart verwijdert en druk op Enter.
g. Selecteer functie F7 (Include empty positions and not owned positions) voor de eenheid waaruit u
de kaart verwijdert.
h. Selecteer Concurrent Maintenance voor de kaartpositie waaruit u de kaart wilt verwijderen en
druk op Enter.
i. Selecteer Toggle LED blink off/on. Er gaat een LED knipperen die de gekozen positie aangeeft.
Controleer fysiek of dit de sleuf is waaruit u de adapter wilt verwijderen.
j. Selecteer Toggle LED blink off/on om te zorgen dat de LED stopt met knipperen.
k. Selecteer functie F9 (Power off domain) en controleer, nadat dit voltooid is, of de LED van de
PCIe-kaartsleuf niet meer brandt.
3. Label alle kabels die zijn aangesloten op de adapter die u gaat verwijderen en ontkoppel vervolgens
alle kabels.
4. Verwijder de PCI-adaptercassette uit het systeem. Raadpleeg "Een PCI-adaptercassette verwijderen uit
de uitbreidingseenheid" op pagina 41.
5. Plaats de cassette met de klep naar boven op een geschikte antistatische ondergrond.
6. Voor het verwijderen van de adapter uit de cassette raadpleegt u "PCI-adapter in cassettes van enkele
of dubbele breedte" op pagina 49.
Een cassette met een PCI-adapter verwijderen uit de uitbreidingseenheid terwijl het systeem onder
Linux ingeschakeld is:
U kunt een PCI-adaptercassette uit de onder Linux draaiende 5802 of 5877 uitbreidingseenheid verwijde-
ren terwijl het systeem ingeschakeld is.
Voer de volgende acties uit vóórdat u begint met deze procedure:
v Volg de stappen in "De installatie, verwijdering of vervanging van een PCI-adapteradapter
voorbereiden" op pagina 35.
v Controleer of het systeem aan de "Vereisten voor het hot-pluggen van PCI adapters in Linux" op pa-
gina 71 voldoet.
44
Procedures voor vervangen en verwijderen van 5802 en 5877