Download Print deze pagina

IBM 5802 Gebruiksaanwijzing pagina 141

Advertenties

3. Typ uw gebruikers-ID en wachtwoord voor servicetools in het aanmeldingsvenster van System Ser-
vice Tools (SST) en druk op Enter.
Let op: Het wachtwoord voor de servicetools is hoofdlettergevoelig.
4. Selecteer Start a service tool op het scherm System Service Tools (SST) en druk op Enter.
5. Selecteer Hardware service manager in het scherm Start a Service Tool en druk op Enter.
6. Kies Work with service action log in het scherm Hardware Service Manager en druk op Enter.
7. Wijzig op het scherm Select Timeframe (periode selecteren) de waarde voor From: Date and Time
(vanaf: datum en tijd) in een datum en tijdstip vóór het moment waarop het probleem is geconsta-
teerd.
8. Zoek een item dat een of meer kenmerken van het probleem heeft:
v Systeemreferentiecode
v Resource
v Datum en tijd
v Lijst probleemitems
9. Kies optie 2 (Display failing item information) om de logboekvermelding van de serviceactie te bekij-
ken.
10. Selecteer optie 2 (Display details) om de locatiegegevens af te beelden voor het defecte onderdeel dat
vervangen moet worden. In de velden datum en tijd staat de datum en tijd van de eerste keer dat de
specifieke systeemreferentiecode optrad voor de weergegeven resource en tijdens het geselecteerde
interval.
11. Kies optie 7 (Indicator off) om het indicatielampje uit te zetten.
12. Als alle problemen zijn opgelost, selecteert u de functie Acknowledge all errors onderin het scherm
Service Action Log.
13. Sluit het logboekitem door optie 8 (Close new entry) te selecteren in het scherm Service Action Log
Report.
De installatie van een onderdeel in een Linux-systeem of logische partitie controle-
ren
Als u een nieuw onderdeel hebt geïnstalleerd, kunt u controleren of het systeem dat onderdeel wel her-
kent.
Om te controleren of het systeem het nieuwe of vervangende onderdeel herkent, gaat u naar "De installa-
tie van een onderdeel controleren met behulp van zelfstandige diagnose".
De installatie van een onderdeel controleren met behulp van zelfstandige diagnose
Als u een onderdeel hebt geïnstalleerd of teruggeplaatst, kunt u controleren of het systeem dat onderdeel
wel herkent. Met behulp van zelfstandige diagnose kunt u de installatie van een onderdeel controleren in
een AIX- of Linux-systeem, -uitbreidingseenheid of -logische partitie.
v Als deze server rechtstreeks is aangesloten op een server of is aangesloten op een netwerk, zorg er dan
voor dat de combinatie met de andere servers gestopt is.
v Voor de zelfstandige diagnose moet er gebruik worden gemaakt van alle logische-partitieresources. Op
de logische partitie mag er geen enkele activiteit worden uitgevoerd.
v Voor de zelfstandige diagnose is toegang tot de systeemconsole vereist.
U kunt deze zelfstandige diagnoseprogramma's uitvoeren vanaf een CD-ROM of vanaf de NIM-server
(Network Installation Management). In deze procedure wordt uitgelegd hoe u de diagnoseprogramma's
uitvoert vanaf een CD-ROM. Instructies voor het uitvoeren van zelfstandige diagnose vanaf een NIM-ser-
ver vindt u in De zelfstandige diagnose uitvoeren vanaf een Network Installation Management-server.
U gebruikt de zelfstandige diagnoseprogramma's als volgt:
Procedures voor verwijderen en terugplaatsen
127

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

5877