v G: Function/Data-scherm
v H: Bladerknop
v I: Enter-knop
v J: Bladerknop
v K: Reset-knop pinhole
4. Let op de volgende zaken nadat u op de aan/uit-knop drukt:
v Het aan/uit-lampje begint sneller te knipperen.
v De ventilators voor de systeemkoeling worden na ongeveer 30 seconden geactiveerd en nemen ge-
leidelijk de normale snelheid aan.
v Voortgangsindicators, ook wel checkpoints genoemd, verschijnen terwijl het systeem wordt gestart,
op het scherm van het bedieningspaneel. Het aan/uit-lampje op het bedieningspaneel stopt met
knipperen en blijft ononderbroken branden, hetgeen aangeeft dat de systeemspanning is aangezet.
Tip: Als het niet lukt het systeem te starten met de aan/uit-knop, voert u de volgende stappen uit om
het systeem te starten met behulp van de ASMI (Advanced System Management Interface):
1. Open de ASMI. Voor instructies gaat u naar Toegang tot de ASMI zonder een HMC.
2. Start het systeem met behulp van de ASMI. Zie voor instructies Het systeem in- en uitschakelen.
Een systeem of logische partitie starten met behulp van de HMC
Nadat alle vereiste kabels zijn aangesloten en de netstekker is aangesloten op de voedingsbron kunt u het
systeem of de logische partitie starten met behulp van de Hardware Management Console (HMC).
Instructies voor het werken met de HMC vindt u in De Hardware Management Console beheren. Voor
instructies over het starten van een logische partitie gaat u naar Logische partitionering. Instructies voor
het starten van het systeem zijn te vinden in Het beheerde systeem aanzetten.
Tijdens het opstarten van het systeem worden er op het scherm van het bedieningspaneel
voortgangsindicators afgebeeld (ook wel "checkpoints" genoemd). Zodra het aan/uit-lampje op het bedie-
ningspaneel ophoudt met knipperen en doorlopend blijft branden, is het systeem ingeschakeld.
Een systeem of virtuele server starten met behulp van deSDMC
Nadat alle vereiste kabels zijn aangesloten en de netstekker is aangesloten op de voedingsbron kunt u het
systeem of de virtuele server starten met behulp van de IBM Systems Director Management Console
(SDMC).
Instructies voor het werken met de SDMC vindt u in De SDMC beheren en configureren. Voor instructies
over het starten van een virtuele server gaat u naar Virtuele servers beheren. Instructies voor het afsluiten
en opnieuw starten van virtuele server zijn te vinden in Virtuele servers afsluiten en opnieuw starten.
Tijdens het opstarten van het systeem worden er op het bedieningspaneel voortgangsindicators afgebeeld
(ook wel "checkpoints" genoemd). Zodra het aan/uit-lampje op het bedieningspaneel ophoudt met knip-
peren en doorlopend blijft branden, is het systeem ingeschakeld.
Een systeem of de logische partitie stoppen
Informatie over het stoppen van een systeem of logische partitie in het kader van een systeemupgrade of
servicehandeling.
Waarschuwing: Als u het systeem stopt met behulp van de aan/uit-knop op het bedieningspaneel of
door middel van het invoeren van opdrachten in de Hardware Management Console (HMC), kan dit lei-
den tot onvoorspelbare resultaten in de gegevensbestanden. Als niet alle toepassingen correct zijn afgeslo-
ten voordat u het systeem stopt, kan het de volgende keer langer duren voordat het systeem is opgestart.
Om het systeem of de logische partitie te stoppen, kiest u de desbetreffende procedure.
118
Procedures voor vervangen en verwijderen van 5802 en 5877