13. Start het systeem. Zie Het systeem of de logische partitie starten.
14. Voer een van de volgende stappen uit:
a. Als u de schijfstationachterplaat hebt teruggeplaatst in het kader van een andere procedure, gaat
u nu terug naar die procedure.
b. Als u de schijfstationachterplaat hebt teruggeplaatst omdat deze niet operationeel was, controleer
dan of de nieuwe resource wel operationeel is. Raadpleeg voor instructies Het geïnstalleerde on-
derdeel controleren.
Schijfstation (CRU)
Aan de hand van deze procedure kunt u schijfstations installeren en verwijderen.
In Schijfstations vindt u instructies voor het installeren en verwijderen van schijfstations.
Enclosure Management Controller (CRU)
Aan de hand van deze procedure kunt u de Enclosure Management Controller (EMC) installeren of ver-
wijderen.
De EMC-kaart installeren
Als uw systeem wordt beheerd door de Hardware Management Console (HMC), kunt u bij de procedure
voor het verwijderen van de I/O-achterplaat uit de server gebruikmaken van die HMC. Instructies vindt
u in Een onderdeel verwijderen met behulp van de Hardware Management Console.
Als uw systeem wordt beheerd door de IBM Systems Director Management Console (SDMC), kunt u die
SDMC gebruiken bij het uitvoeren van de procedure voor het verwijderen van de Enclosure Management
Controller uit de server. Instructies vindt u in Een onderdeel verwijderen met behulp van de Systems Di-
rector Management Console.
Als u geen beheerconsole hebt, voert u de volgende procedure uit om de Enclosure Management Control-
ler te verwijderen:
1. Voer de vooraf vereiste taken uit. Deze worden beschreven in Voordat u begint.
2. Kies een van de volgende mogelijkheden, zoals van toepassing:
v Als u de Enclosure Management Controller verwijdert ten behoeve van een systeemupgrade of in
het kader van een andere procedure, ga dan verder met de volgende stap.
v Verwijdert u de Enclosure Management Controller omdat er een systeemstoring is opgetreden,
spoor het defecte onderdeel dan op aan de hand van het logboek voor serviceacties. Instructies
vindt u in Een defect onderdeel opsporen.
3. Stop het systeem. Zie Systeem of logische partitie stoppen voor instructies.
4. Ontkoppel de uitbreidingseenheid van het lichtnet door beide netsnoeren aan de achterkant van de
behuizing te ontkoppel.
Procedures voor verwijderen en terugplaatsen
11