Figuur 34. Een PCI-adaptercassette verwijderen
Waarschuwing: Er moet een cassette waarin zich een PCI-kaart of een opvulpaneel bevindt, in de
PCI-adaptersleuf van de systeemeenheid zijn geplaatst om een goede luchtstroom en koeling te garan-
deren.
3. Keer terug naar de procedure van waaruit u hierheen bent verwezen.
Een cassette met een PCI-adapter verwijderen uit de uitbreidingseenheid terwijl het systeem onder
AIX ingeschakeld is:
U kunt een PCI-adaptercassette in de onder AIX draaiende 5802 of 5877 uitbreidingseenheid vervangen of
verwijderen terwijl het systeem ingeschakeld is.
Voordat u begint: Bereid het verwijderen van de PCI-adaptercassette voor. Raadpleeg "De installatie, ver-
wijdering of vervanging van een PCI-adapteradapter voorbereiden" op pagina 35.
Opmerkingen:
1. Gebruik deze procedure als u een PCI-adapter wilt verwijderen en de sleuf in de systeemeenheid leeg
wilt laten.
2. Als de adapter die wordt verwijderd, later in een andere sleuf of een ander systeem wordt geplaatst,
voer deze verwijderingsprocedure dan eerst helemaal uit en installeer de adapter pas daarna, zoals
beschreven in "Een cassette met een PCI-adapter installeren terwijl het systeem onder AIX ingescha-
keld is" op pagina 38.
3. Procedures die op een PCI-adapter worden uitgevoerd terwijl het onder AIX werkende systeem aan
staat, worden "hot-plug procedures" genoemd. Voor deze procedures moet de systeembeheerder de
PCI-adapter offline nemen voordat de bewerking wordt uitgevoerd. Voordat de adapter offline wordt
genomen, moeten de op de adapter adapter aangesloten apparaten eveneens offline worden genomen.
Met deze actie wordt voorkomen dat een servicemedewerker of gebruiker onverwacht een storing
veroorzaakt voor systeemgebruikers.
Voer de volgende stappen uit om de adapter te verwijderen:
42
Procedures voor vervangen en verwijderen van 5802 en 5877