Als u een onderdeel vervangt in het kader van een service-event, volgt u de desbetreffende instructies.
Vervangt u een onderdeel in het kader van een andere procedure waarbij gebruik wordt gemaakt van
HMC Versie 7 of hoger, voer dan de volgende stappen uit:
1. Ga naar het navigatiegebied en vouw Systeembeheer > Servers uit.
2. Selecteer het beheerde systeem waarin u een onderdeel vervangt.
3. Ga naar het gebied Taken en vouw Servicemogelijkheden > Hardware > FRU vervangen uit.
4. Selecteer het systeem of de behuizing waarin u het onderdeel wilt vervangen.
5. Ga naar het venster Hardware vervangen - FRU vervangen, FRU-type selecteren en selecteer het type
van het onderdeel dat u wilt vervangen. Klik op Volgende.
6. Selecteer de locatiecode van het onderdeel dat u wilt vervangen en klik op Toevoegen.
7. Nadat het onderdeel in het gedeelte Uit te voeren acties is geplaatst, klikt u Procedure starten en
volgt u de instructies voor het installeren van het onderdeel.
Opmerking: Het is mogelijk dat de HMC bepaalde externe instructies opent voor het vervangen van
het onderdeel. Als dit het geval is, volgt u de desbetreffende instructies voor het vervangen van het
onderdeel.
De installatie van een onderdeel controleren
U kunt controleren of een nieuw geïnstalleerd of vervangen onderdeel op uw systeem, logische partitie of
uitbreidingseenheid correct werkt. Dat kan met behulp van het besturingssysteem, stand-alone diagnose
of de Hardware Management Console (HMC).
De installatie van een voorziening of de vervanging van een onderdeel controleren
in een AIX-systeem of logische partitie
Als u een voorziening hebt geïnstalleerd of een onderdeel hebt vervangen, kan het de moeite waard zijn
om met behulp van AIX-tools te controleren of die voorziening resp. dat onderdeel wordt herkend door
het systeem of de logische partitie.
Selecteer de desbetreffende procedure voor het controleren van een nieuwe geïnstalleerde voorziening of
een vervangend onderdeel:
v Een geïnstalleerde voorziening controleren onder AIX
v Een vervangen onderdeel controleren met behulp van AIX
Controleer de geïnstalleerde met behulp van met behulp van AIX:
1. Meld u aan als rootgebruiker.
2. Typ op de opdrachtregel diag en druk op Enter.
3. Selecteer Advanced Diagnostics Routines en druk op Enter.
4. Ga naar het menu Diagnostic Mode Selection, selecteer System Verification en druk op Enter.
5. Zodra het menu Advanced Diagnostic Selection wordt afgebeeld, voert u een van de volgende acties
uit:
v Om een enkele resource te testen, selecteert u de zojuist geïnstalleerde resource in de lijst van re-
sources en drukt u op Enter.
v Om alle resources te testen die voor het besturingssysteem beschikbaar zijn, selecteert u All Resour-
ces en drukt u op Enter.
6. Selecteer Commit en wacht totdat de diagnoseprogramma's zijn afgerond, waarbij u eventuele
dialoogberichten beantwoordt.
7. Is de diagnose afgerond met het bericht No trouble was found?
v Nee: Als er een service request number (SRN) of een andere referentiecode wordt afgebeeld, zit er
waarschijnlijk een adapter of een kabeltje los. Raadpleeg de installatieprocedures om er zeker van te
zijn dat de nieuwe voorziening correct is geïnstalleerd. Als u het probleem niet kunt verhelpen, ver-
zamelt u alle SRN's en overige referentiecodes die worden afgebeeld. Als het systeem in LPAR-
Procedures voor verwijderen en terugplaatsen
123