c. Schuif de klep van de cassette.
Figuur 50. PCI-adaptercassette met klep verwijderd
d. Schroef de draaipen los (C) en berg hem goed op.
4. Maak de cassette als volgt gereed voor de plaatsing van een adapter:
a. Zorg dat de cassette leeg is. Voer daartoe een van de volgende stappen uit:
v Haal de adapter uit de PCI-adaptercassette van dubbele breedte. Raadpleeg voor informatie
"Een adapter verwijderen uit de PCI-adaptercassette van dubbele breedte" op pagina 59.
v Verwijder het opvulpaneel uit de cassette.
b. Zorg ervoor dat alle adapterhouders naar buiten zijn gedrukt, in de richting van de randen van
de cassette, zodat de adapter kan worden geplaatst.
c. Plaats de klem van de greeprand in de geopende positie door de cassettehendel in de richting
van de klem te drukken.
5. Haal de nieuwe adapter uit de antistatische verpakking (indien van toepassing).
Attentie: Zorg dat u de onderdelen en de gouden contactpunten op de adapter nimmer aanraakt.
6. Plaats de nieuwe adapter met de onderdelen naar boven op een vlakke, antistatische ondergrond.
7. Bij PCIe RAID- en SSD SAS-adapters plaatst u de nieuwe luchtdam op de nieuwe adapter.
a. Schuif de luchtdam (A) tussen de twee kaarten en houd de drie gaatjes in de luchtdam recht
voor de drie gaatjes in de randen van de kaart. Zie de volgende afbeelding.
b. Steek de drie plastic klinknagels (B) in de gaatjes in de kaart en de luchtdam.
c. Steek de drie plastic drukpennetjes (C) in de drie plastic klinknagels.
Procedures voor verwijderen en terugplaatsen
63