Download Print deze pagina

IBM 5802 Gebruiksaanwijzing pagina 16

Advertenties

Procedures zonder de beheerconsole
De verwijderings- en vervangingsprocedures gebruikt u bij het repareren, onderhouden of verwisselen
van onderdelen in het systeem.
De procedures voor verwijderen en terugplaatsen zijn gesplitst in FRU's (field replaceable units) en CRU's
(customer replaceable units). CRU's kunnen door de klant zelf worden verwijderd en teruggeplaatst,
maar FRU's kunnen alleen worden verwijderd en teruggeplaatst door een door IBM gemachtigde
servicemedewerker.
Gebruik de volgende procedures nadat de server een defecte onderdeel heeft opgespoord. In de
serverinformatie wordt aangegeven hoe u LED's kunt activeren en deactiveren. Nadat het onderdeel (of
de onderdelen) vervangen is (zijn), kijkt u in de documentatie van de server hoe u de reparatie kunt con-
troleren en de serviceaanvraag kunt sluiten.
Achterplaat (CRU)
Met deze procedure installeert en verwijdert u de achterplaat.
Verwijderen van de achterplaat
Als uw systeem wordt beheerd door de Hardware Management Console (HMC), maakt u bij het verwij-
deren van de schijfstationachterplaat van de server gebruik van de HMC. Informatie over het verwijderen
van de schijfstationachterplaat met behulp van de HMC vindt u in Een onderdeel verwijderen met be-
hulp van de Hardware Management Console.
Als uw systeem wordt beheerd door de IBM Systems Director Management Console (SDMC), maakt u bij
het verwijderen van de schijfstationachterplaat van de server gebruik van de SDMC. Instructies vindt u in
Een onderdeel verwijderen met behulp van de Systems Director Management Console.
Als u geen HMC of SDMC hebt, voer dan de volgende procedure uit om een schijfstationachterplaat te
verwijderen:
1. Zoek het systeem op waaraan u gaat werken. Dat doet u aan de hand van het opsporingsproces
waarbij de blauwe systeemopsporingsindicator wordt aangezet. Voor meer informatie gaat u naar
LED's op bedieningspaneel.
2. Voer de vooraf vereiste taken uit. Deze worden beschreven in Voordat u begint.
3. Voer een van de volgende stappen uit, zoals van toepassing:
a. Als u de schijfstationachterplaat verwijdert in verband met een systeemupgrade of als onderdeel
van een andere procedure, gaat u verder met stap 3.
b. Verwijdert u de schijfstationachterplaat omdat er een systeemstoring is opgetreden, spoor het de-
fecte onderdeel dan op aan de hand van het logboek voor serviceacties. Zie Een defect onderdeel
opsporen.
4. Stop het systeem of de logische partitie. Zie Een systeem of logische partitie stoppen voor instructies.
5. Koppel de 5802 uitbreidingseenheid los van de voedingsbron.
Opmerking: Dit systeem is uitgerust met een tweede voedingseenheid. Voordat u verder gaat met
deze procedure, controleert u of alle voedingsbronnen voor het systeem zijn losgekoppeld.
(L003)
of
2
Procedures voor vervangen en verwijderen van 5802 en 5877

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

5877