Toepassen van vliegfasen
Binnen ieder modelgeheugen kunnen maximaal 7
verschillende vliegfasen (vliegtoestanden) met van
elkaar verschillende instellingen worden geprogram-
meerd. Elk van deze vliegfasen kan via een schakelaar of
een schakelaarcombinatie worden opgeroepen. Op een
eenvoudige manier kunt u zo tussen verschillende
instellingen, die voor de diverse vliegtoestanden zoals
b.v. "normaal", "thermiek", "speed", "afstand" enz.
geprogrammeerd zijn, comfortabel tijdens het vliegen
omschakelen. Via de vliegfasen-programmering kunt u
echter ook makkelijk alleen licht gewijzigde veran-
deringen van b.v. mixers tijdens het vliegen door een-
voudig omschakelen uitproberen, om zo voor het model
de optimale instelling te kunnen vinden.
Nog voordat met de eigenlijke programmering van
vliegfasen wordt begonnen, moet u er over nadenken of
de digitale trimming van rol, hoogte en richting telkens
naar keuze "globaal" –dus in alle vliegfasen evenveel –
of per "fase" - dus in iedere vliegfase individueel instel-
naar het menu ...
"Knuppel-instelling"
... en verandert u de standaard instelling "globaal"
dienovereenkomstig.
Hetzelfde geldt bij deze gelegenheid voor het aantal
trimstappen in de kolom "Tr.":
Ch.1
GL
4
0.0s
Aile
GL
4
0.0s
Elev
PH
4
0.0s
Rudd
GL
4
0.0s
Tr
St
256
Voorbeeld 1
... als vervolg op de programmering van een
electrozwever met 2 rolroerservo's.
EL
RU
De sturing van een van de E-aandrijving vindt onaf-
hankelijk van de K1-stuurknuppel plaats met één
van de beide proportionele draaiknoppen CTRL 7 of
8 of met één van de beide 3-weg-schakelaars
Control 9 of 10. De motorregelaar is aangesloten
volgens de vanaf bladzijde 244 beschreven en hier
voortgezette voorbeelden 1resp. 2 aan ontvanger-
uitgang 9. In het menu "Modeltype" werd daarom
in de regel "motor aan K1" "geen" gekozen, wat
o.a. ten gevolge heeft, dat niet alleen de kolom
"motor" in het menu "Faseninstelling" onzichtbaar
is, maar ook het ondermenu "reminstellingen" van
(bladzijde 92)
het "Vleugelmixers"-menu zonder beperkingen ter
beschikking staat.
1
stap
e
"Faseninstelling"
0.0s
Pha1
0.0s
Pha2
0.0s
Pha3
0.0s
Pha4
Pha5
+
time
AI
AI
•
(bladzijde 128)
Nor mal
+
Ther mal
+
Speed
+
Launch
–
Name
ph.Tim.
Als eerste worden er één of meerdere vliegfasen van een voor
de desbetre ende vliegtoestand speci eke aanduiding
("naam") voorzien. Deze aanduiding heeft geen invloed op de
programmering van de zender, maar is ervoor om de vlieg-
fasen makkelijker te kunnen onderscheiden en wordt later op
het display bij alle vliegfasenafhankelijke menu's getoond.
De keuze van de desbetre ende regel, van een naam en het
instellen van de omschakeltijd vindt plaats, zoals u intussen
wel "gewend" bent, door het aantippen van de desbetref-
fende toets(en) van de beide touch-toetsen.
Aanwijzing:
Met uitzondering van fase 1, die altijd de naam "normaal" hoort
te krijgen, omdat deze altijd actief is wanneer er geen vliegfase
geactiveerd is, maakt het totaal niet uit, welke fase aan welke
naam is toegewezen!
Normaal gesproken zijn er drie, maximaal vier vliegfasen
voldoende, bv.:
• "start" met de instellingen voor de stijgvlucht
• "thermiek" voor "boven blijven"
• "normaal" voor normale omstandigheden en
• "speed" voor het sneller overbruggen van grotere afstanden.
In de kolom "Om. tijd" (omschakeltijd) ...
Pha1
Nor mal
Pha2
+
Thermal
Pha3
+
Speed
Pha4
+
Launch
Pha5
–
Name
... kan worden vastgelegd, binnen welke tijd bij een wissel
van de ene naar (!) deze vliegfase er moet worden "overlapt",
om een "soepele" overgang van de verschillende servo-
posities mogelijk te maken.
4.0s
3.0s
2.0s
1.0s
0.1s
Sw.time