de motor loopt op een stationair toerental en reageert alleen
nog op de K1-trimming. Deze voorziening maakt het
mogelijk, om vanuit iedere vliegfase de motor te kunnen
starten. Na het starten draait u LANGZAAM de gaslimiter
naar de tegenoverliggende aanslag, om de gasservo weer
geheel via de gas-/pitchstuurknuppel te kunnen bedienen.
Om er voor te zorgen dat de gasservo aan de bovenste
aanslag niet door de gaslimiter wordt begrensd, moet u in
het menu "Instelling stuurelement" de uitslag van het
stuurelement aan de plus-kant van de kolom "weg"
op +125% zetten. Laat echter in de kolom "Type" de
standaardwaarde "GL" staan, zodat deze instelling in alle
vliegfasen, dus "globaal"
kunt u ook "Expo-gaslimiet", bladzijde 107, toepassen.
Daarmee maakt u het mogelijk, de stationairloop in de
middenpositie van het gas-limiterstuurelement te leggen;
dit punt is via optische en akoestische signalen steeds mak-
kelijk terug te vinden. Zet de gaslimiter in zijn middenpositie
en verstel de waarde voor "EXPO-gaslimiet" zover, tot u in
de middenpositie van de schuif een betrouwbare stationair-
loop van de motor heeft bereikt. In deze positie kan de motor
dan ook zonder problemen worden gestart. Om hem uit te
zetten schuift u – dus ook zonder de K1-afschakeltrimming –
het gaslimiet-stuurelement naar de achterste aanslag.
Let er op dat de servo niet mechanisch blokkeert.
De gasbegrenzing van de gaslimiter wordt in de gascurve
C1
Throttle
Cur ve
o
Input
0%
Output
0%
Point
?
0%
Normal
Het uitgangssignaal naar de gasservo kan niet groter
worden dan de horizontale balk laat zien, in dit geval
dus max. ca. –70%.
• Omdat elektro-aandrijvingen natuurlijk geen instel-
ling van de stationairloop nodig hebben, moet u er
in het kader van het instellen van een elektro-heli-
kopter alleen op letten dat het regelbereik van de
gaslimiter in ieder geval onder en boven de -100%
resp. +100% van de motorregelaar komt. Eventueel
moet dus in de regel "Gasl.12" van het menu
"Instelling stuurelement" de "uitslag"-instelling
van de gaslimiter hieraan worden aangepast. Laat
echter in de kolom "Type" de standaardwaarde
"GL" staan, zodat deze instelling in alle vliegfasen,
dus "globaal" e ectief is. De afstemming van de
gascurve zelf gaat echter op dezelfde manier als bij
een helikopter met verbrandingsmotor.
• Om de vliegtijd van een (verbrandings-)heli te meten,
kunt u aan de gaslimiet-schuif een stuurelement-
schakelaar toewijzen en deze dan voor het aan- resp.
uitschakelen van een klok gebruiken, zie
bladzijde 123
Bij de autorotatie wordt vanuit deze mixer automa-
tisch naar een vooraf ingestelde vaste waarde
omgeschakeld, zie bladzijde 178.
Helikopter met toerenREGELAAR
In tegenstelling tot 'gewone' elektronische regelaars,
die net als de carburateur van een verbrandingsmotor
slechts een vermogensregeling kennen, houdt een
toerenregelaar het toerental van het systeem constant,
door het vermogen zelf te regelen. In het geval van een
verbrandings-heli bedient de regelaar dus zelfstandig de
gasservo resp. bij een elektroheli de regelaarfunctie.
Toerentalregelaars hebben daarom ook geen klassieke
gascurve nodig, maar alleen een vastgelegd toerental.
Een afwijken van het ingestelde toerental vindt pas dan
plaats, wanneer het benodigde vermogen groter is dan
het eigenlijke vermogen, dat de motor kan opbrengen.
Normaal gesproken is voor de aansluiting van een
toerenregelaar de ontvangeruitgang 8 bedoeld, zie
ontvangeraansluiting op bladzijde 59. Wanneer deze
aansluiting wordt gebruikt vervalt echter de functie van
de gaslimiter, omdat deze uitsluitend via de mixer
"K1 gas" e ect heeft op de . dan ongebruikte- uit-
gang 6. Om echter toch de comfortabele en veilige
eigenschappen van de gaslimiter te kunnen gebruiken,
moet de toerenregelaar afwijkend van de algemene
aanwijzingen aan ontvangeruitgang 6 worden aange-
sloten en moet de gascurve worden aangepast, zodat
deze de taak van het "normale" stuurelement kan
overnemen. Omdat dus in dit geval de "gascurve" alleen
het gewenste toerental van de motorcontroller bepaalt
en dit gewenste toerental normaal gesproken over het
hele pitch-bereik constant moet blijven, moet bij de
mixer "K1gas" een horizontale lijn worden
ingesteld . iedere (pitch-) ingangswaarde heeft dezelfde
("gas"-)
uitgangswaarde ten gevolg . waarvan de "hoogte" het
gewenste toerental bepaalt.
Eerst worden daarom - indien gemaakt – de steunpunten
"1" tot eventueel max. "4"
169