M1
P
6
M2
??
M3
??
M4
??
M5
??
ty
fr
Afhankelijk van de ingestelde mixerwaarde geeft de hier
als voorbeeld ingestelde mixer het signaal van een
eventueel aan ingang 6 aanwezig welfkleppen-
stuurelement samen met de in het menu
"Fasentrimming", bladzijde 136, voor de
desbetre ende vliegfase opgeslagen WK-trimwaarde
door aan het stuurkanaal 11.
Verdere bijzonderheden van de vrije mixers
Mixeringang = mixeruitgang
Mixers, waarbij de mixer-ingang gelijk gezet werd aan de
mixeruitgang, bv. "K1 K1", maken - in combinatie met
de optie, een vrije mixer willekeurig aan- en uit te kunnen
schakelen - hele speciale e ecten mogelijk.
Een voorbeeld van zo'n toepassing vindt u aan het einde
van dit onderdeel als voorbeeld 2 op bladzijde 190 en in
het onderdeel "Tijdgestuurde processen" op
bladzijde 266.
Tip:
Wanneer u de desbetre ende stuurfunctie, bijvoorbeeld "9",
in het menu "Alleen MIX kanaal", bladzijde 193, van het
stuurkanaal "9" losmaakt, dan bepaalt uitsluitend het nog
vast te leggen mixpercentage van de op hetzelfde kanaal
geprogrammeerde mixer de reactie van de servo. Daarmee
kunt u op dezelfde manier als het menu "Kanaal 1 curve"
met de mixers M1 ... M8 lineaire of met de curvenmixers
K9 ... K12 ook 6-punts-stuurcurven voor willekeurige
stuurelementen maken,
184
en deze bij behoefte ook mee laten doen in de
vliegfase-omschakeling.
11
Bovendien is deze "verbinding" dan niet alleen
??
schakelbaar, maar kan ook, wanneer u in het menu
??
"Instelling stuurelement" in de kolom "-tijd+" een
??
tijdsvertraging inprogrammeert, vertraagd verlopen.
??
Nadere informatie hierbij vindt u in het
to
programmeervoorbeeld bij de
"Tijdgestuurde processen" op bladzijde 266.
Mixeruitgang heeft e ect op de softwarematig al
ingestelde koppeling van rolroer- welfkleppen- en
pitchservo's.
Voordat we aankomen bij het vastleggen van de
mixpercentages en daarna bij de voorbeelden
moeten we er nog over nadenken, wat er gebeurt
als we een mixer e ect laten hebben op de
softwarematig al ingestelde koppeling van rolroer-
welfkleppen- en pitchservo's.
• vleugelmodellen
Afhankelijk van het aantal vleugelservo's, dat in het
menu "Modeltype" in de regel "Rolr./welfkl." werd
vastgelegd, zijn de uitgangen 2 en 5 voor de
functie "rolroeren", 6 en 7 voor de functie
"welfkleppen" en eventueel de uitgangen 9 en 10
voor de WK2-servo's via speciale mixers met elkaar
verbonden.
Worden er mixeruitgangen op dergelijke koppe-
lingen geprogrammeerd, dan moet de
"stuurkanaalafhankelijke" draairichting in het
oog gehouden worden:
Mixer
N.N.* 2
N.N.* 5
N.N.* 6
E ect
het servopaar 2 + 5 reageert met
rolroerfunctie
het servopaar 2 + 5 reageert met
welfkleppenfunctie
het servopaar 6 + 7 reageert met
welfkleppenfunctie
N.N.* 7
het servopaar 6 + 7 reageert met
rolroerfunctie
N.N.* 9
het servopaar 9 + 10 reageert met
welfkleppenfunctie
N.N.* 10 het servopaar 9 + 10 reageert met
rolroerfunctie
N.N.* 11 het servopaar 11 + 12 reageert met
welfkleppenfunctie
N.N.* 12 het servopaar 11 + 12 reageert met
rolroerfunctie
*N.N.= Nomen Nominandum = de te noemen naam
• helikoptermodellen
Bij de Helikoptermix zijn afhankelijk van het type helikopter
voor de pitchsturing maximaal 4 servo's aan de ontvanger-
uitgangen 1, 2, 3 en 5 mogelijk, die softwarematig voor de
functies pitch, rol en nick met elkaar verbonden zijn.
Het is niet raadzaam, om buiten het menu "Helikoptermix"
nog een extra vrije mixer naar de bezette kanalen te mixen,
omdat er dan soms heel gecompliceerde verbindingen
kunnen ontstaan. Tot de weinige uitzonderingen hoort de
"Pitchtrimming via een apart stuurelement", zie voorbeeld
3 op bladzijde 190.
Belangrijke aanwijzingen:
• Let u er vooral bij serieschakelingen op, dat de mixuitslagen
van de diverse mixers bij een gelijktijdige beweging van de
stuurknuppel opgeteld worden en de servo dus mechanisch
kan aanlopen.
Eventueel de "servo-uitslag" in het menu "servo-instelling"
verkleinen en/of de mixerwaarden aanpassen.