Het afstemmen van de gas- en pitchcurve
Praktische tips
De aansturing van gas en collectieve pitch vindt weliswaar
via aparte servo's plaats, maar deze worden altijd
(behalve in de autorotatie-vliegfase) samen door de
gas-/pitchstuurknuppel bediend. De koppeling wordt
automatisch door het helikopterprogramma tot stand
gebracht. De trimhevel van stuurfunctie 1 heeft in het MX-20
HoTT- programma alleen e ect op de gasservo. In het menu
"Knuppel-instelling", bladzijde 94, kunt u echter beslissen of
deze bij de stationairtrimming in het kader van de gaslimiet-
functie moet worden gebruikt of als stationaire trimming
tijdens de autorotatie ( "AR gas").
De afstemming van gas en pitch, dus de vermogenscurve van
de motor met de collectieve bladverstelling, is de belang-
rijkste instelling bij het helikoptermodel. Het programma van
de MX-20 HoTT biedt een onafhankelijke instelling van de
gas- pitch- en hekrotorstuurcurven naast de K1-stuurcurve
(menu "Kanaal 1 curve", bladzijde 119), zoals eerder
beschreven.
Deze curven kunnen weliswaar door maximaal zes punten
worden gekarakteriseerd, maar normaal gesproken zijn
minder punten voldoende. In principe adviseren wij u om
eerst met 3-punts-curven te beginnen. Daarbij kunt u voor de
beide eindposities ("L"("low") en "H"( "high")) van de
gas-/pitchstuurknuppel individuele waarden invoeren, die de
verschillende stuurcurven vastleggen.
Voordat u een instelling van de gas- en pitchfunctie doorvoert
moeten de stangen van alle servo's volgens de aanwijzingen
van de desbetre ende helikopterfabrikant mechanisch op de
juiste manier worden afgesteld.
Opmerking:
Het hoverpunt moet normaal gesproken in de middenpositie
van de gas-/pitchstuurknuppel liggen.
In speciale gevallen, bv. het "3D"-vliegen, kunnen er
echter afwijkende hoverpunten worden geprogram-
meerd, dus bijvoorbeeld een punt voor de normale
vliegsituatie boven deze middenpositie en een punt
voor rugvlucht onder het midden.
Stationair-instelling en gascurve
Aanwijzing:
Omdat elektrische aandrijvingen geen stationaire
instelling nodig hebben, vervalt de noodzaak van deze
afstelling. De hier beschreven afstemming van de gas-
en pitchcurve(n) moet echter wel op dezelfde manier
als bij een verbrandings-heli plaatsvinden.
De op de bladzijden 105 tot 107 uitvoerig
beschreven stationair-instelling vindt uitsluitend
plaats bij een gesloten gaslimiter – normaal
gesproken met de trimhevel van de K1-functie en
alleen in bijzondere gevallen ook met de gaslimiter
(standaard proportionele draaiknop CTRL 6) zelf.
De programmering van een bijbehorende waarde
in punt "L" van de gascurve heeft een instelling van
het
motortoerental bij de daalvlucht tot gevolg, zonder
de hover-instelling te beïnvloeden.
Hier kunt u bv. de vliegfase-programmering benut-
ten om verschillende gascurven in te stellen.
Dit verhoogde systeemtoerental is zinvol onder het
hoverpunt, bv. bij snelle, steile landingen met ver
teruggenomen pitch en bij
kunstvlucht
De afbeelding toont een curve
met licht gewijzigde
carburateur-instelling
onder het hoverpunt in het
midden van de stuuruitslag.
Gascurven die per vliegfase verschillend zijn worden
geprogrammeerd om zowel voor het hoveren als voor
de kunstvlucht steeds een optimale afstemming te
hebben:
• Laag systeemtoerental met rustige, soepele
stuurreacties en laag geluidsniveau bij het hoveren.
• Hoger toerental voor de kunstvlucht bij een maximaal
motorvermogen. In dit geval zal de gascurve ook bij
het hovergedeelte moeten worden aangepast.
De basisinstelling
Hoewel pitch- en gascurven in de MX-20 HoTT zender in
grote mate elektronisch kunnen worden ingesteld, moet
u alle aansturingen in het model volgens de
aanwijzingen in de handleiding bij de helikopter al
mechanisch correct worden ingesteld.
Ervaren helikoptervliegers willen u zeker graag helpen
bij deze afstellingen.
De aansturing van de carburateur moet zo zijn ingesteld,
dat de carburateur in de vol-pitch-positie nét helemaal
open is, resp. de motorsteller van een elektroheli
helemaal doorschakelt. Bij een gesloten gaslimiter moet
de carburateur met de K1-trimhevel (snelle verstelling
van de drossel via de "digitale trimming" zie bladzijde 54)
nét helemaal gesloten kunnen worden, zonder dat de
servo mechanisch aanloopt. In het geval van een
elektroheli moet bij een gesloten gaslimiter de motor
veilig uit staan.
Stelt u deze instellingen heel zorgvuldig in, door de
stuurstang aan te passen en/of een ander gaatje aan de
servo- resp. carburateurhevel te kiezen. Pas daarna moet
u de jne afstelling van de gasservo elektronisch afstellen.
Let op:
Win informatie in over de gevaren van en de veiligheids-
maatregelen voor de omgang met motoren en
helikopters, voordat u de motor voor de eerste keer start!
stuuruitslag
175