Hekrotor
gas
Pitch
C1
Throttle
C1
Tail
Tail
Throttle
R
o
l l
Throttle
Nor mal
Via de hekrotor, die normaal gesproken het draaimoment van
de hoofdrotor op de romp compenseert, vindt de aansturing
van de helikopter om de hoogte-as plaats. Het verhogen van
de stuwkracht van de hekrotor maakt een aanpassen van het
motorvermogen nodig, om het toerental van het systeem
constant te houden. Bij deze mixer wordt het meenemen van
het gas door de hekrotor ingesteld. Dit meenemen van het
gas vindt maar eenzijdig plaats in de richting, waarin de
hekrotor-stuwkracht vergroot wordt. Het instelbereik
bedraagt daarom 0 tot + 100%. De richting is afhankelijk van
de draairichting van de hoofdrotor (links of rechts), die op zijn
beurt in het menu "Helikoptertype" correct moet zijn
ingesteld. Bij linksdraaiende systemen vindt het meenemen
van het gas plaats bij het bewegen van de hekrotorstuur-
knuppel naar links, bij rechtsdraaiende systemen
hoofdrotoren naar rechts. Gelijktijdig aantippen van de
toetsen of van de rechter touch-toets (CLEAR) zet in
het actieve (inverse) veld een waarde weer terug naar 0%.
In de autorotatie-vliegfase wordt deze mixer automatisch
uitgeschakeld.
Aanwijzingen bij het instellen:
Om de waarde van de mixer optimaal te kunnen instellen, moet
u óf meerder snelle pirouetten in de richting van de hoofdrotor-
draairichting vliegen óf u moet bij een sterkere wind dwars op de
wind met een bijpassende grote hekrotoruitslag vliegen.
Stel de mixerwaarde dusdanig in, dat het toerental
niet afneemt.
Rol
gas en nick
0%
0
%
C1
SEL
Tail
R
o
l l
Roll
Nick
Niet alleen een vergroten van de pitch maakt een
bijpassend meenemen van het gas nodig, maar ook
grote cyclische stuurbewegingen, d.w.z. het kan-
telen van de tuimelschijf in een willekeurige rich-
ting. In het programma van de MX-20 HoTT kan het
meenemen van het gas voor de rol- en nickfunctie
apart worden ingesteld. Met name bij kunstvlucht is
dit een voordeel, bv. bij het vliegen van rollen,
waarbij met middelmatige pitchwaarden en een
slechts half geopende carburateur cyclische
stuuruitslagen worden gegeven die een wezenlijk
hoger motorvermogen vereisen. De mixwaarde kan
tussen 0 en +100% worden gevarieerd. Met de
correcte mixrichting wordt automatisch rekening
gehouden. Gelijktijdig aantippen van de toetsen
of van de rechter touch-toets (CLEAR) zet
in het actieve (inverse) veld een waarde weer terug
naar 0%.
In de autorotatie-vliegfase wordt deze mixer
automatisch uitgeschakeld.
gas
Tail
Throttle
0%
Throttle
0
%
Tail
0%
Throttle
0%
Normal
SEL
Rol
hekrotor en nick hekrotor
Roll
Throttle
Roll
Tail
Nick
Throttle
Nick
Tail
Gyro suppress
Nor mal
Niet alleen een vergroten van de pitch maakt een bijbe-
horende draaimoment-compensatie via de hekrotor
nodig, maar ook grote cyclische stuurbewegingen, zoals
het eerder genoemde kantelen van de tuimelschijf in een
willekeurige richting. Het programma van de MX-20
HoTT biedt ook hier voor de beide kantelbewegingen
(rol en nick) aparte instellingen.
Vooral bij extreme kunstvlucht met heel grote uitslagen
van de nicksturing, bv. de "Bo-Turn" (verticaal omhoog
en omdraaien via de nick-as) en kleine loopings leidt het
niet-gecompenseerde draaimoment tot een meer of
minder ongecontroleerd draaien om de hoogte-as.
Het vliegbeeld wordt daardoor negatief beïnvloed.
Deze beide mixers maken een statische compensatie
van het draaimoment mogelijk, afhankelijk van het
kantelen van de tuimelschijf naar een bepaalde richting.
De mixers werken daarbij dusdanig dat ze, uitgaand van
de middenpositie van de rol- en nickstuurknuppel,
de stuwkracht van de hekrotor steeds vergroten,
dus onafhankelijk van de stuurrichting altijd een
hekrotoruitslag in dezelfde richting als gevolg hebben.
De mixwaarde kan tussen 0 en +100% worden ingesteld.
De richting van de bijmixing wordt automatisch door
het vastleggen van de hoofdrotor-draairichting in het
menu ,
0%
0%
0%
0%
0%
SEL
171