Helimixers
Instelling autorotatie
Door de autorotatie is een echte, maar ook een model-
helikopter in staat, om bijvoorbeeld na het uitvallen van de
motor veilig te landen. Ook bij een uitval van de hekrotor is
het directe uitzetten van de motor en de landing in de
autorotatie de enige mogelijkheid, om een oncontro-
leerbare, snelle draaiing om de hoogte-as en de daaruit
resulterende crash te voorkomen daarom vindt de om-
schakeling NAAR de autorotatiefase ook zonder vertraging
plaats. Bij het omschakelen naar de autorotatiefase
verandert het beeld van het helimixer-menu zoals hier
afgebeeld:
Pitch
Thr setting AR
Tailo set AR
Gyro suppress
Swash rotation
Swash limiter
Autorot
Bij een autorotatie wordt de hoofdrotor niet meer door de
motor aangedreven, maar alleen – net als bij een wind-
molen- door de luchtstroming door de hoofdrotor tijdens
de daalvlucht. Omdat de energie, die hierdoor in de
hoofdrotor is opgeslagen bij het afvangen voor de landing
weer wordt verbruikt en daarom maar één keer ter
beschikking staat, is niet alleen een grote dosis ervaring
met het vliegen van helikoptermodellen noodzakelijk,
maar ook een goed overdachte instelling van de boven-
genoemde functies. De gevorderde piloot moet regelmatig
deze autorotaties oefenen, niet alleen om zich daarmee op
wedstrijden te kunnen bewijzen, maar ook om na het
uitvallen van de motor zijn helikopter uit een grotere
hoogte schadevrij te kunnen landen. Hiervoor zijn er in het
programma een aantal instelmogelijkheden aanwezig, die
er voor bedoeld zijn om het vliegen mét motor te ver-
vangen.
178
Let u er op, dat de instelling van de autorotatie een
volwaardige derde vliegfase vormt, die over alle
vliegfase-afhankelijke instelmogelijkheden beschikt,
dus ook over de trimmingen, pitchcurven-instellingen
etc... Bijzonderheden ten opzichte van de gemotori-
seerde vliegfasen zijn er bij de volgende functies:
Pitch
Tijdens het vliegen mét motor wordt de maximale
bladhoek begrensd door het ter beschikking staande
motorvermogen, in de autorotatie echter pas door
loslaten van de stroming aan de hoofdrotorbladen.
Voor een voldoende grote lift, ook bij een afnemend
toerental, moet een grotere maximum pitchwaarde
worden ingesteld.
–90%
Wissel hier door een aanraken van de centrale SET-
0%
toets van de rechter touch-toets naar de gra ek van
0%
"pitch" en beweeg dan de verticale lijn met de stuur-
0°
knuppel naar punt "H". Stel eerst een waarde in, die
OFF
ongeveer 10 tot 20% boven de normale pitchmaxi-
mum-waarde ligt. Stel NIET direct een ten opzichte
van de normale waarden wezenlijk grotere waarde in,
omdat anders de pitchsturing na het omschakelen in
de autorotatie heel anders zou aanvoelen. Er bestaat
namelijk dan het gevaar, dat bij het afvangen in de
daalvlucht van de autorotatie het model overstuurd
wordt en weer stijgt. Dan zou namelijk het toerental
van de rotor al te vroeg afnemen, zodat de helikopter
toch nog uit grotere hoogte neerstort. Later,
na enkele oefen-autorotaties, kan de waarde altijd
nog bijgesteld worden.
De pitchminimum-instelling kan eventueel anders zijn
dan die van de normale vliegsituatie, afhankelijk van
de gewoonten tijdens de normale vlucht.
Voor de autorotatie moet u in ieder geval een
dusdanig grote pitchminimum-waarde bij punt 1
instellen, dat uw model vanuit de voorwaartse vlucht
bij een middelmatige
snelheid in een daalvlucht van ca. 60...70 graden bij een
volledig teruggenomen pitch kan worden gebracht.
Wanneer u, zoals de meeste helipiloten, een dusdanige
instelling altijd al bij het normale vliegen toepast, dan kunt u
deze waarde gewoon overnemen.
Zou u echter uw model normaliter in een vlakkere hoek
"laten vallen", dan verhoogt u de waarde van "punt L" en
(pitchcurve (K1 pitch))
omgekeerd.
aanvlieghoek bij
verschillende
hoeveelheden wind
De pitchknuppel zelf bevindt zich tijdens de autorotatie nu
niet grotendeels in de onderste regionen, maar typisch
genoeg tussen de hoverpositie en de onderste aanslag, om
eventueel b.v. ook de hellingshoek via de nicksturing nog te
kunnen corrigeren.
U kunt de aanvliegroute nog verkleinen door licht de
nicksturing aan te trekken en de pitch voorzichtig te
verkleinen of het aanvliegen verlengen, door de nicksturing
te drukken en de pitch te verhogen.
Gaspositie
Op wedstrijden wordt verwacht dat een verbrandingsmotor
helemaal uit is. In de trainingsfase zou dit zeker niet
handig zijn,
aanvlieghoek
bij sterke
wind
bij middelmatige
wind
zonder wind
75°
60°
45°
AR