Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

GRAUPNER MX-20 Hott Programmeerhandleiding pagina 210

Inhoudsopgave

Advertenties

L.R-VOLT
laagste bedrijfsspanning van de
ontvanger sinds het laatste
inschakelen in Volt
SENSOR1
geeft de waarde van de optionele
telemetrie-sensor 1 in Volt en ºC aan
SENSOR2
geeft de waarde van de optionele
telemetrie-sensor 2 in Volt en ºC aan
Signaalkwaliteit (S-QUA)
De signaalkwaliteit (S-QUA) wordt via het terugkoppe-
lingskanaal van de ontvanger "live" aan de zender mee-
gedeeld en geeft de signaalsterkte in % aan.
Ontvangstvermogen (S-dBm)
Het ontvangstvermogen (S-dBm) wordt aangeduid met
een negatieve waarde, d.w.z. een waarde tegen nul is
de maximale waarde (=beste ontvangst), hoe lager de
waarden worden des te slechter is het ontvangst-
vermogen!
Dit is onder andere belangrijk bij de reikwijdtetest vóór
het vliegen.
Opmerking:
Bij negatieve getallen geldt: hoe hoger de op het min-teken
volgende getal, des te lager is de waarde. Een ontvangst-
vermogen van bv. -80 dBm is dus slechter dan één
van -70 dBm.
Voer de reikwijdtetest, zoals beschreven op bladzijde 71
resp. 77, vóór iedere vlucht uit en simuleer daarbij alle
servobewegingen die tijdens de vlucht kunnen voor-
komen. De reikwijdte moet bij een geactiveerde reik-
wijdtetest minimaal 50 m op de grond bedragen. Bij
deze afstand mag in het "RX DATAVIEW"-display onder
"S-dBm" hoogstens -80 dBm getoond worden, om veilig
te kunnen vliegen. Ligt deze waarde daaronder
(bv. -85 dBm) dan moet u in geen geval gaan vliegen.
210
Controleer eerst de inbouw van uw ontvanger en
de plaatsing van de
antennes. Tijdens het gebruik mag deze waarde niet
onder -90 dBm komen, anders moet u de afstand tot
het model verkleinen. Normaal gesproken start vóór
het bereiken van deze waarde al de akoestische
reikwijdtewaarschuwing (pieptoon-interval 1 s),
om een veilig vliegen te garanderen.
Signaalsterkte (S-STR)
De signaalsterkte (S-STR) wordt weergegeven in %.
In principe wordt een akoestische reikwijdtewaar-
schuwing gestart (pieptoon-interval 1 s), zodra het
ontvangstsignaal op het terugkoppelingskanaal te
zwak wordt. Omdat de zender echter een veel
groter zendvermogen heeft dan de ontvanger kan
het model nog steeds veilig worden bestuurd.
De afstand tot het model moet echter voor de
veiligheid worden verkleind, totdat de
waarschuwing stopt.
Ontvangertemperatuur (R-TEMP)
Controleer of de temperatuur van uw ontvanger
onder alle omstandigheden in het toegestane
bereik blijft (ideaal zijn -10 en 55 ºC).
De grenswaarden van de ontvangertemperatuur,
waarbij een waarschuwing volgt, kunnen in het
ondermenu "RX SERVO-TEST" onder
"ALARM TEMP+" (50 ... 80 ºC) en "ALARM TEMP-"
(-20 ... +10 ºC) worden ingesteld.
Bij het onder- of overschrijden ervan klinkt er een
akoestisch signaal (voortdurende pieptoon) en in
alle ontvangerondermenu's
"RX" verschijnt rechtsboven "TEMP.E".
Op de display-bladzijde "RX DATAVIEW" wordt
bovendien de parameter "R-TEM" invers
weergegeven.
Datapaketten (L PACK TIME)
Geeft de langste tijdspanne in ms weer, waarbij datapaketten
bij de overdracht van de zender naar de ontvanger verloren
zijn gegaan. In de praktijk is dat de langste periode, waarbij
de besturing in de Fail-Safe-modus is gegaan.
Bedrijfsspanning (R-VOLT)
Controleer altijd de bedrijfsspanning van de ontvanger.
Wanneer deze te laag zou zijn mag u uw model in geen geval
verder vliegen resp. starten.
De waarschuwing voor ontvanger-onderspanning kan in het
ondermenu "RX SERVO TEST" onder "ALARM VOLT" tussen
3,0 en 6,0 Volt worden ingesteld. Bij het onderschrijden klinkt
er een akoestisch signaal (herhaalde dubbele pieptoon
(lang/kort)) en in alle ontvanger-ondermenu's "RX ..."
verschijnt rechtsboven "VOLT.E". in het ondermenu
"RX DATAVIEW" wordt bovendien de parameter "R-VOLT"
invers weergegeven.
De actuele spanning van de ontvangeraccu is ook op het
basisdisplay, zie bladzijde 24, zichtbaar.
Minimale bedrijfsspanning (L.R-VOLT)
"L.R-VOLT" toont de minimale bedrijfsspanning van de
ontvanger sinds het laatste inschakelen aan. Zou deze span-
ning duidelijk van de actuele bedrijfsspanning "R-VOLT"
afwijken, dan wordt de ontvangeraccu mogelijk te sterk be-
last door de servo's. Het gevolg is dat de spanning daalt.
Gebruik in dit geval een zwaardere spanningsvoorziening,
om een maximale veiligheid te garanderen.
Sensor 1 + 2
Geeft de waarde van de optionele telemetrie-sensoren 1 en
eventueel 2 in Volt en ºC aan. Een beschrijving van deze
sensoren vindt u in het aanhangsel.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor GRAUPNER MX-20 Hott

Inhoudsopgave