L.MIX 1
Mix input
+20%
+20%
t
–100%
STO
SET
terugzetten, door met de pijltoets van de linker of rechter
touch-toets het SEL-veld te selecteren en daarna de beide
pijltoetsen of van de rechter touchtoets (CLEAR)
aan te tippen, zou het volgende beeld ontstaan:
L.MIX 1
6
Mix input
+20%
+20%
t
0%
STO
SET
Asymmetrische mixpercentages
Vaak zijn er echter naar beide kanten van het mixer-
neutraalpunt verschillende mixwaarden nodig.
gebruikte mixer "6 HO" weer op 0%, zie afbeelding
hierboven. Dan met de pijltoets van de linker of rechter
touch-toets het veld ASY kiezen en de centrale SET-toets van
de rechter touch-toets aanraken. Wanneer u nu de in dit
voorbeeld aan de ingang 6 toegewezen proportionele
kunnen de mixpercentages voor de beide stuurrichtingen
pijltoetsen van de rechter touch-toets worden ingesteld:
6
EL
Aanwijzing:
In het geval van een schakelkanaal-mixer van het type
"S NN*" moet u de toegewezen schakelaar omzet-
ten. De verticale lijn springt tussen de linker en rechter
kant.
EL
Instellen van de curvenmixers 9 ... 12
Deze vier curvenmixers maken het mogelijk, om
extreem niet-lineaire mixercurven door maximaal
6 vrij te plaatsen punten tussen de eindpunten
"L" (low = -100% stuuruitslag) en "H" (high = + 100%
stuuruitslag) langs de stuuruitslag te de niëren.
Als u de beschrijving van het menu "Kanaal 1 curve"
of de programmering van 6-punts-curven in het
menu "Helikoptermix" al heeft gelezen, kunt u de
volgende beschrijving overslaan.
Programmering in details
De stuurcurve kan door middel van maximaal 6
punten, de zogenaamde "steunpunten", langs de
hele stuurknuppeluitslag vliegfasenafhankelijk
worden vastgelegd. In de softwarematige basis-
instelling zijn 2 steunpunten al gede nieerd, en wel
de beide eindpunten "L" en "H", zie volgende
afbeelding. We bekijken hieronder een
"willekeurige" mixer, waaraan we een niet-lineaire
curvenkarakteristiek willen toevoegen.
De hier getoonde voorbeelden dienen slechts als
demonstratie en stellen geen echte mixcurven voor.
L.MIX 1
6
EL
Mix input
+55%
+20%
t
0%
SYM
ASY
*N.N.= Nomen Nominandum = de te noemen naam
C.MIX 9
8
Cur ve
o
Input
–45%
Output
0%
Point ?
0%
nor mal
Maken van steunpunten:
Met het stuurelement van de mixeringang, hier de
stuurfunctie 8, wordt in de gra ek een verticale lijn
synchroon tussen de beide eindpunten verschoven.
De huidige stuurknuppelpositie wordt ook numeriek in
de regel "ingang" aangeduid. Het snijpunt van deze lijn
met de desbetre ende curve is als "uitgang" aangeduid
en kan aan de steunpunten tussen –125% en +125%
gevariëerd worden, zie verder hieronder. Dit stuur-
signaal heeft alleen e ect op de mixeruitgang.
In het bovengenoemde voorbeeld bevindt het stuur-
element aan ingang 8 zich bij – 45% stuuruitslag.
Het uitgangssignaal bedraagt echter nog 0%, omdat er
nog geen waarde werd ingevoerd.
Tussen de beide eindpunten "L"en "H" alsmede het
standaard gemaakte punt 1 in het midden kunnen tot
max. 4 extra steunpunten worden gezet, waarbij de
minimale afstand tussen twee navolgende steunpunten
niet kleiner dan ca. 25% mag zijn.
Breng met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-
toets het markeringskader –indien nodig- naar beneden,
naar de regel "Punt":
10
187