Toestel- en inbouwafmetingen
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel en voor de watertoevoerslang
en waterafvoerslang
Om de watertoevoerslang en waterafvoerslang aan te brengen en een optimale
ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uitsparingen te wor-
den voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de steunplank van het toestel
b in de bodem van de kastruimte daaronder
De inbouwnis mag geen achterwand hebben.
179