Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

72
Opbergen

Beladingsinformatie

● Zware voorwerpen zo ver moge‐
lijk vooraan en gelijkmatig
verdeeld in de laadruimte plaat‐
sen. Controleren of de rugleunin‐
gen naar behoren zijn vergren‐
deld. Bij stapelbare voorwerpen
de zwaarste voorwerpen onder‐
aan leggen.
Stapel voorwerpen bij een neer‐
geklapte achterbank niet hoger
dan de rugleuning van de achter‐
bank.
● Voorwerpen met spanbanden
aan de sjorogen vastzetten 3 71.
● Losse voorwerpen in de bagage‐
ruimte bijv. met behulp van een
laadvloernet vastmaken, om
wegglijden te voorkomen.
● Bij het vervoeren van voorwer‐
pen in de bagageruimte mogen
de rugleuningen van de achter‐
bank niet schuin naar voren
geklapt zijn.
● Bagage niet boven de rugleunin‐
gen laten uitsteken.
● Leg niets op de bagageruimte-
afdekking of op het instrumenten‐
paneel en dek de sensor boven
op het instrumentenpaneel niet
af.
● De bagage mag de bediening
van pedalen, elektrische hand‐
rem, schakelhendel en de bewe‐
gingsvrijheid van de bestuurder
niet belemmeren. Geen losse
voorwerpen in het interieur
leggen.
● Niet met een geopende achter‐
klep rijden.
9 Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als dat
niet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd
worden en letsel of schade aan de
lading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het
verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje 3 210) en
het EU-leeggewicht van de auto.
Noteer de gegevens van uw auto
in de gewichtentabel voorin deze
handleiding om het EU-leegge‐
wicht te berekenen.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle
vloeistoffen (brandstoftank voor
90% gevuld).
Extra uitrusting en accessoires
verhogen het leeggewicht.
● Rijden met daklading verhoogt
de zijwindgevoeligheid van de
auto en verslechtert het rijgedrag
door het hogere zwaartepunt.
Lading gelijkmatig verdelen en
goed met spanbanden vastzet‐
ten. Bandenspanning en rijsnel‐
heid aan de beladingstoestand
aanpassen. Spanbanden regel‐
matig controleren en bijspannen.
Niet sneller rijden dan 120 km/u.
De toegestane daklast is 100 kg.
De dakbelasting is de som van
het gewicht van het dakdrager‐
systeem en de lading.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave