Activering
Druk op s op het instrumentenpa‐
neel. De led in de knop brandt om
activering aan te geven.
Deactivering
Druk nogmaals op s; led in de
toets dooft.
Stop/Start-systeem 3 128.
Automatische versnellingsbak
Zuinige stand inschakelen, opdat de
versnellingsbak zodanig anders
schakelt dat de auto zuiniger rijdt.
Activering
Druk in de automatische modus op
s.
Controlelamp s op de instrumen‐
tengroep gaat branden 3 91.
De instellingen van bepaalde elektro‐
nische systemen worden aangepast,
opdat de auto zuiniger rijdt:
● De motor reageert minder snel
op bewegingen van het gaspe‐
daal.
● Het systeem schakelt eerder op
en later terug.
Rijden en bediening
● Bij een constante snelheid
vergrendelt de versnellingsbak
zichzelf op de motor. Zo rijdt deze
zuiniger en levert deze meer
vermogen en koppel.
● Bij het vertragen wordt de brand‐
stoftoevoer sneller uitgescha‐
keld. Afsluiting brandstoftoevoer
bij overtoeren 3 128.
Zuinige stand niet inschakelen bij
trekken, bijv. van een aanhanger.
Deactivering
Druk nogmaals op s; controle‐
lamp s dooft op de instrumenten‐
groep.
Controle over de auto
Nooit laten vrijlopen wanneer de
motor niet draait (uitgezonderd
tijdens Autostop)
In deze toestand werken veel syste‐
men niet (bijv. rembekrachtiging,
stuurbekrachtiging). Wanneer u op
deze manier rijdt, vormt u een gevaar
voor uzelf en anderen. Tijdens een
Autostop blijven alle systemen
125