ANTI-
BEKLEMMINGSFUNCTIE
De anti-beklemmingfunctie op het voor-
ste profiel van het scherm, is ingescha-
keld als horizontaal (voorste rand) en
verticaal (onderste rand) wordt geslo-
ten en grijpt in als een obstakel wordt
geraakt (bijv. een vinger of de hand),
waarbij de beweging over een korte af-
stand wordt omgekeerd.
Als een obstakel wordt gesignaleerd
wordt de dakbeweging onmiddellijk ge-
stopt en wordt de beweging vervolgens
omgekeerd, waardoor het dak terug-
keert naar een bepaalde stand:
❒ tijdens het horizontaal sluiten is het
systeem gedurende het hele bereik
van het dak ingeschakeld en als aan
de voorzijde van het paneel een ob-
stakel wordt geraakt, wordt de be-
weging omgekeerd en legt het dak
10 cm vanaf het punt dat de bewe-
ging werd omgekeerd;
❒ als het dak verticaal sluit is de func-
tie gedurende de hele dakbeweging
ingeschakeld en als een obstakel
aan de achterzijde van het paneel
wordt geraakt, wordt de beweging
omgekeerd.
fig. 89
NOODBEDIENING
In een noodsituatie of als onderhoud
wordt uitgevoerd en de elektrische voe-
ding is uitgeschakeld, kan het opendak
handmatig worden bediend; voer hier-
voor de volgende handelingen uit:
❒ Druk nabij de merktekens op het pla-
fondlampje om de veren los te ma-
ken en verwijder het plafondlampje
voor A-fig.89.
❒ plaats een inbussleutel in opening B;
❒ verdraai de sleutel om het het dak
te sluiten of openen (afhankelijk van
de draairichting).
INITIALISATIEPROCEDURE
VAN HET OPENDAK
Als de accu losgekoppeld is geweest of
als een zekering is doorgebrand, moet
het opendak geïnitialiseerd worden; ga
hiervoor als volgt te werk:
❒ draai de knop geheel linksom;
❒ druk op de knop en houd de knop
A0E0187m
ingedrukt totdat het dak mechanisch
blokkeert;
❒ laat de knop los;
❒ druk opnieuw, binnen 3 seconden,
op de knop en houd de knop inge-
drukt;
❒ na enige seconden beweegt het dak
automatisch (houd daarbij de knop
altijd ingedrukt);
❒ als het dak is gesloten, is de initiali-
satie afgerond. Laat de knop los.
95