KLIMAATREGELING
UITSCHAKELEN
Druk op de knop OFF. De rond led om
de knop gaat branden om de uitscha-
keling aan te geven.
Met uitgeschakelde klimaatregeling:
❒ slaat het systeem de uitgevoerde
handelingen op;
❒ wordt het display uitgeschakeld.
❒ wordt de recirculatie ingeschakeld
(led op knop brandt);
❒ wordt de compressor uitgeschakeld;
❒ wordt de ventilatie uitgeschakeld.
Druk, om de klimaatregeling opnieuw
in te schakelen op de knop AUTO of een
andere knop (behalve ( en v). Als
de klimaatregeling opnieuw wordt in-
geschakeld, wordt de recirculatie weer
automatisch geregeld.
Als op knop OFF achter wordt gedrukt,
wordt OFF op het display achter weer-
gegeven en wordt de luchtstroom naar
de achterste zitplaatsen onderbroken.
W acht, telkens als de
accu wordt losgeno-
men/aangesloten, ten
minste 3 minuten voordat de
elektroni i sche sleutel in het
startsysteem wordt geplaatst,
zodat de klimaatregeleenheid
de elektrische actuat t oren voor
de temperatuurregeling en de
luchtverdeling in de beginstand
kan zetten.
EXTRA
VERWARMING
(alleen
dieseluitvoeringen)
(waar voorzien)
De auto is voorzien van een extra ver-
warming, waarmee de motor, bij koude
of in de winter, sneller een comforta-
bele temperatuur in het interieur kan be-
reiken.
De extra verwarming werkt bij draaien-
de motor als de buitentemperatuur la-
ger is dan 20°C en de motor nog niet
de bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
69