ROLLEND STARTEN
Probeer auto's nooit te starten door ze
aan te duwen, te slepen of van een hel-
ling af te laten rijden. Op die wijze kan
er onverbrande brandstof in de kataly-
sator terechtkomen en deze onherstel-
baar beschadigen.
OPGELET
H
H
oud er rekening mee
dat de rem- en de
stuurbekrachtiging niet wer-
ken zolang de motor niet is
aang g eslagen, waardoor meer
kracht nodig is voor de bedie-
ning van het rempedaal en het
stuur.
WIEL VERWISSELEN
Bij bepaalde uitvoeringen/markten is
de auto voorzien van een "Snelle ban-
denreparatieset Fix&Go automatic": Zie
voor het vervangen van het wiel de in-
structies in het volgende hoofdstuk.
Het reservewiel, dat in plaats van de
"Kit Fix & Go automatic" wordt gele-
verd, kan worden geleverd (als option-
al) als thuisbrenger of als een reserve-
wiel met normale afmetingen; houd
voor het vervangen van het wiel en het
juiste gebruik van de krik de hierna be-
schreven voorzorgsmaatregelen aan.
OPGELET
Attendeer het overige
wegverkeer op de stil-
staande auto m.b.v: de waar-
schuwingsknipperlichten, d d e
eventueel wettelijk verplich-
te gevarendriehoek enz. Tij-
dens het verwisselen van een
wiel moete e n alle inzittenden
de auto hebben verlaten, voor-
al als de auto zwaar beladen
is, en op een veilige e afstand
van het verkeer wachten, tot-
dat het wiel verw i s s e l d i s .
Plaats op een helling omhoog
of o o mlaag wiggen of ander ge-
schikte voorwerpen onder de
wielen, zodat de auto niet kan
wegrollen. Star r t de motor
nooit als de auto op de krik
staat. Koppel eerst de even-
tuele aanhanger los voordat
de auto wordt opgekrikt.
183