TE LAGE
n
BANDENSPANNING
(waar voorzien)
Bij enkele uitvoeringen wordt op het dis-
play een bericht + een rood symbool
weergegeven, om aan te geven dat de
spanning van één of meer banden lager
is dan de aanbevolen waarde. Op deze
manier waarschuwt het TPMS-systeem
de bestuurder op het mogelijk gevaarlijk
leeglopen van de band(en) en dus op
een band die waarschijnlijk lek is.
WAARSCHUWING Rijd niet verder
met een of meerdere zachte banden om-
dat de rijveiligheid van de auto in gevaar
kan worden gebracht. Stop de auto en
vermijd bruusk remmen of sturen. Ver-
vang de wiel onmiddellijk door het re-
servewiel (indien aanwezig) of voer de
reparatie met de betreffende set (zie
"Wiel verwisselen" in hoofdstuk "In
noodgevallen") en wendt u zo snel mo-
gelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
180
BANDENSPANNING
n
NIET AANGEPAST
AAN SNELHEID
(waar voorzien)
Als waarschijnlijk harder gereden gaat
worden dan 160 km/h moet de ban-
denspanning worden verhoogd naar de
waarde voor volledige belading (zie de
paragraaf "Bandenspanning bij koude"
in het hoofdstuk "Technische gegevens").
Bij enkele uitvoeringen verschijnt, als het
TPMS een bandenspanning signaleert bij
één of meer banden die niet geschikt is
voor de snelheid waarmee wordt gere-
den, op het display een bericht + een geel
symbool), die aanwezig blijven, totdat
de voertuigsnelheid weer onder de drem-
pelwaarde zakt.
WAARSCHUWING Verlaag in dat ge-
val onmiddellijk de snelheid om overver-
hitting van de banden te voorkomen;
door oververhitting kan de band onher-
stelbaar beschadigen en wordt de le-
vensduur aanzienlijk korter.
WAARSCHUWING Als u de reis met
een hoge snelheid wilt voortzetten (snel-
ler dan 160 km/h) en het symbool op
het display gaat branden, dan moet de
auto tot stilstand worden gebracht en de
bandenspanning worden aangepast (zie
de paragraaf "Bandenspanning bij kou-
de" in het hoofdstuk "Technische gege-
vens").