OPGELET
Maak de schroefdraad
zorgvuldig
voordat u het sleepoog op de
schroefdraadpen draait. Con-
tr r oleer voordat de auto wordt
gesleept eerst of het sleepoog
goed vastzit.
222
Schakel voor het slepen
schoon,
het stuurslot uit (zie de
paragraaf "Start-/contactslot"
in het hoofdstuk "D D ashboard en
bediening"). Houd er rekening
mee dat de rembekrachtiging en
de elektrische stuurbekrach h tiging
niet werken zolang de motor niet
is aangeslagen, waardoor meer
kracht nodig is voor de bedien n ing
van het rempedaal en het stuur.
Gebruik voor het slepen geen
elastische kabels en rijd zo ge-
li i jkmatig mogelijk. Controleer tij-
dens het slepen of de sleepkabel
geen carrosseriedelen kan be-
sch h adigen. Als de auto wordt ge-
sleept, moeten beslist de wette-
lijke voorschriften worden op-
gevolg g d, die betrekking hebben
op het slepen en het weggedrag.
OPGELET
OPGELET
S
S
tart de motor niet als
de auto wordt gesleept.