LAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbeho-
rende vermogen de paragraaf "Lamp
vervangen".
KOPLAMPEN
In de koplampunits zijn de lampen voor
het grootlicht, de buitenverlichting, de
richtingaanwijzers en het dimlicht.
Voor het verwijderen van de lamp moet
het deksel worden verwijderd door dit
linksom te draaien.
De lampen zijn op de volgende wijze
in de lichtunit fig. 25/a geplaatst:
A Grootlicht
B Buitenverlichting/richtingaanwijzer
C Dimlicht
OPGELET
Monteer de deksels na
het vervangen en con-
troleer of ze goed vast zitten.
fig. 25
Grootlicht (halogeenlamp)
Bij enkele uitvoeringen is een speciale
onderdrukpomp voor de rembekrachti-
ger geplaatst die verwijderd moet wor-
den om de halogeenlamp van het linker
grootlicht te vervangen. De onderdruk-
pomp bevindt zich naast de accuhouder
(fig. 25).
OPGELET
De onderdrukpomp kan
zeer warm zijn: ver-
mijd contact met de handen,
verbrandingsgevaar!
werkza a amheden niet op de
juiste wijze worden uitge-
voerd, kan dit de werking van
het remsysteem negatief beïn-
vloeden en daarmee de rijvei-
ligheid van de auto.
A0E0540m
fig. 25/a
Ook bij de uitvoeringen met onderdruk-
pomp voor de rembekrachtiger, wordt
de beschrijving alleen als indicatie ge-
geven; wendt u voor deze werkzaam-
heden tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk.
Gloeilamp vervangen:
❒ draai het deksel linksom A-
fig. 25/a;
❒ maak de stekker A-fig. 26 los;
❒ haak de bevestigingsveer B van de
lamp los;
❒ trek de lamp los en vervang de
Als
lamp;
A0E0191m
199