LAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbeho-
rende vermogen de paragraaf "Lamp
vervangen" in het hoofdstuk "In nood-
gevallen".
WAARSCHUWING Lees de waar-
schuwingen en voorzorgsmaatregelen
in het hoofdstuk "In noodgevallen"
voordat een lamp wordt vervangen.
ACHTERLICHTUNITS
Achteruitrijverlichting/
mistachterlicht
Gloeilampen vervangen:
❒ open de bagageruimte;
❒ verwijder m.b.v. een schroeven-
draaier op het door de pijl aangege-
ven punt het klepje A-fig. 35;
288
fig. 35
fig. 36
WAARSCHUWING Bescherm de
punt van de schroevendraaier met een
doek als het inspectieklepje wordt los-
gemaakt; hiermee worden krassen voor-
komen.
❒ maak de borglippen B-fig. 36 los
en verwijder de lamphouder;
A0E0292m
fig. 37
❒ druk de betreffende lamp iets in en
draai de lamp linksom; verwijder de
lamp en vervang de lamp fig. 37:
C: lamp van achteruitrijverlichting in lich-
tunit passagierszijde of rechts;
D: lamp van achteruitrijverlichting in lich-
tunit bestuurderszijde of links;
❒ plaats de lamphouder en maak de
A0E0293m
borglippen B-fig. 36 op de juiste
wijze vast;
❒ sluit het klepje A-fig. 35.
A0E0294m