STARTEN MET EEN
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor wor-
den gestart met een hulpaccu, die ten
minste dezelfde capaciteit moet hebben
als de lege accu.
Ga voor het starten te werk zoals in
fig. 1 is aangegeven:
❒ verbind de pluspolen (+ teken na-
bij de pool) van de beide accu's met
een startkabel;
❒ sluit een tweede startkabel aan op
de minpool – van de hulpaccu en op
de massa-aansluiting E op de mo-
tor van de auto die gestart moet wor-
den;
❒ start de motor;
❒ als de motor is aangeslagen, maak
dan de startkabels in de omgekeer-
de volgorde los.
182
fig. 1
Als na enige pogingen de motor niet
aanslaat, stop dan met starten en wendt
u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
WAARSCHUWING Verbind de min-
klemmen van de twee accu's niet direct
met elkaar: eventuele vonken kunnen
het explosieve gas ontsteken dat uit de
accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
is geïnstalleerd aan boord van een an-
dere auto, mogen tussen deze auto en
de auto met de lege accu niet per on-
geluk metalen delen met elkaar in ver-
binding staan.
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een ac-
cusnellader:
kunnen de elektrische syste e men
en de regeleenheden voor het
motormanagementsysteem wor-
den beschadigd.
A0E0201m
OPGELET
Deze
mag alleen worden uit-
gevoerd door daartoe opgeleid
personeel, omdat onjuiste h h an-
delingen vonken kunnen ver-
o o rzaken. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Ver-
mijd het contact met de huid en
de ogen. Kom ook niet dicht bij
een accu met open vuur of een
brandende s s igaret en veroor-
zaak geen vonken.
hierdoor
startprocedure