❒ regel de stand van de buitenspiegel
aan de passagierszijde in de opti-
male stand voor parkeermanoeu-
vres;
❒ houd de knoppen C-fig. 33 gedu-
rende ten minste 3 seconden inge-
drukt (zie de paragraaf "Zitplaat-
sen" in dit hoofdstuk).
Tegelijkertijd met de "parkeer"-stand
van de buitenspiegel aan de passa-
gierszijde worden ook de stand van de
stoel en de spiegel aan bestuurderszij-
de opgeslagen. Met een geluidssignaal
wordt de bestuurder er op geattendeerd
dat de stand van de spiegel is opgesla-
gen.
52
"Parkeer"-stand oproepen
buitenspiegel aan
passagierszijde
Ga als volgt te werk: Plaats de elektroni-
sche sleutel in het startsysteem; schakel
de achteruit in; draai de keuzeknop A-
fig. 39 in stand 2 (de passagiersspiegel
wordt geselecteerd).
De spiegel gaat automatisch in de hier-
voor opgeslagen stand staan.
Als geen enkele stand is opgeslagen
voor de spiegel en de achteruit wordt in-
geschakeld, gaat de buitenspiegel aan
de passagierszijde iets omlaag, zodat
parkeermanoeuvres makkelijker kunnen
worden uitgevoerd.
De spiegel keert automatisch na onge-
veer 10 seconden terug in de begin-
stand als een andere versnelling dan de
achteruit wordt ingeschakeld of onmid-
dellijk als de snelheid vooruit hoger
wordt dan 10 km/h of als de keuze-
knop A-fig. 39 in stand 0 wordt ge-
zet.
Buitenspiegels automatisch in
de juiste stand zetten
Telkens als de elektronische sleutel in
het startsysteem wordt geplaatst, keren
de buitenspiegels automatisch terug in
de laatste (opgeroepen) stand waarin
ze stonden toen de elektronische sleu-
tel uit het startsysteem werd verwijderd.
Hierdoor worden de spiegels weer in de
juiste stand gezet als deze handmatig
en/of per ongeluk tijdens het parkeren
in een andere stand zijn gezet.
Ontwasemen/ontdooien
De spiegels zijn voorzien van verwar-
mingsweerstanden die werken als de ach-
terruitverwarming m.b.v. knop () is
ingeschakeld.
WAARSCHUWING De functie is tijd-
geschakeld en wordt na enige minuten
automatisch uitgeschakeld.