88
Verwarming en airconditioning
Knop/draaiknop
A
Instelling van het aanjagertoerental
10
A
Binnentemperatuursensor
11
A
Automatische stand
12
A
Voorruit van wasem resp. ijsvorming bevrijden
13
A
Luchtstroom gericht op de ruiten
14
A
Luchtstroom op het hoofd
15
A
Luchtstroom in de voetenruimte
16
A
Modus circulatielucht
17
A
Ingeschakelde airco
18
Aanwijzing
In het onderste deel van het aggregaat is de interieurtemperatuursensor
Plak of dek deze sensor niet af, omdat dan de werking van de Climatronic negatief kan
worden beïnvloed.
Automatische stand
De automatische stand dient ertoe de temperatuur constant te houden
en te voorkomen dat de ruiten aan de binnenzijde beslaan.
Automatische stand inschakelen
– Stel een temperatuur in tussen +18°C (64 °F) en +29°C (86 °F).
– Stel de luchtuitstroomroosters 3 en 4 zo in dat de luchtstroom iets naar boven is
gericht.
– Druk de toets
in, op het display verschijnt AUTO.
AUTO
De automatische stand wordt uitgeschakeld door een toets voor de luchtverdeling in
te drukken of door het aanjagertoerental te verhogen of te verlagen. De temperatuur
wordt desondanks toch afgeregeld.
Voorruit ontwasemen
Voorruit ontwasemen - inschakelen
– Druk op de toets
Voorruit ontwasemen - uitschakelen
– Druk opnieuw op de toets
De temperatuurregeling vindt automatisch plaats. Uit de luchtuitstroomroosters 1 en
2 stroomt meer lucht.
Temperatuur instellen
– Na het inschakelen van het contact kan met behulp van de draaiknop
A
geplaatst.
11
gewenste interieurtemperatuur worden ingesteld.
De temperatuur in het interieur kan tussen +18°C (17,78°C) en +29°C (86 °F) worden
ingesteld. Binnen dit bereik wordt de interieurtemperatuur automatisch geregeld. Als
u een temperatuur lager dan +18°C (64 °F) kiest, verschijnt op het display 'LO'. Als een
temperatuur hoger dan +29°C (86 °F) wordt gekozen, verschijnt op het display 'HI'. In
beide eindstanden draait de Climatronic met maximale koel-, resp. verwarmingscapa-
citeit. Hierbij vindt geen temperatuurregeling plaats.
Bij langdurige en ongelijkmatige verdeling van de luchtstroom uit de luchtuitstroom-
roosters (vooral bij de benen) en grote temperatuurverschillen, bijv. bij het uitstappen
uit de auto, kunnen personen die hier vatbaar voor zijn last krijgen van
verkoudheidsverschijnselen.
Aanjager regelen
Er zijn zeven aanjagerstanden beschikbaar.
De Climatronic regelt automatisch de aanjagerstanden op basis van de interieurtem-
peratuur. De aanjagerstanden kunt u echter ook met de hand aan uw behoeftes
aanpassen.
– Draai de draaiknop
verlagen), resp. naar rechts (aanjagertoerental verhogen).
bladzijde 87, afb.
91.
of de toets
.
AUTO
A
bladzijde 87, afb. 91
naar links (aanjagertoerental
10
A
de
1