tot de voorgeschreven bandenspanning bladzijde 181, 'Levensduur van de banden'
en voer daarna de basisafstelling van het systeem uit.
Controlelampje
knippert
Bij een knipperend controlelampje is er sprake van een systeemstoring. Neem direct
contact op met de Škoda-dealer.
ATTENTIE!
Bij een brandend controlelampje
verlaagd en heftige stuur- en remmanoeuvres moeten worden vermeden. Bij
de eerste mogelijkheid stoppen en de staat van de banden en de bandenspan-
ning controleren.
Voor de correcte bandenspanning is de bestuurder verantwoordelijk. De
bandenspanning moet dan ook regelmatig worden gecontroleerd.
Onder bepaalde omstandigheden (bijv. bij een sportieve rijstijl, op gladde
of onverharde wegen) kan het controlelampje
gaan branden.
Het bandenspanningscontrolesysteem ontslaat de bestuurder niet van zijn
verantwoordelijkheid voor de juiste bandenspanning.
Aanwijzing
De bandendrukcontrole:
vervangt de regelmatige bandenspanningscontrole niet, omdat het systeem een
gelijkmatig drukverlies niet zal herkennen;
kan bij een zeer snel teruglopen van de bandenspanning niet waarschuwen, bijv.
bij een klapband. In dit geval probeert u de auto voorzichtig zonder heftige stuurbe-
wegingen en zonder al te sterk afremmen tot stilstand brengen.
Bediening
Veiligheid
moet direct de snelheid worden
vertraagd of helemaal niet
Aanwijzingen voor het
rijden
Roetfilter* (dieselmotor)
In de roetfilter worden de bij de verbranding van dieselolie gevormde
roetdeeltjes verzameld en verbrand.
Of uw auto is voorzien van een roetfilter herkent u aan de code 7GG, 7MB of 7MG op
de sticker met wagengegevens, zie
zich op de vloer van de bagageruimte en is ook in het serviceplan geplakt.
de roetfilter filtert de roetdeeltjes praktisch volledig uit de uitlaatgassen. Het roet wordt
in de roetfilter opgeslagen en hier regelmatig verbrand. Om deze procedure te onder-
steunen adviseren wij om het maken van korte ritten te vermijden.
Een dichtgeslibde roetfilter of een storing wordt door het controlelampje
bladzijde 33, 'Roetfilter* (dieselmotor)'.
ATTENTIE!
De roetfilter wordt erg heet. Parkeer dan ook niet op plaatsen waarbij de
hete filter direct in contact kan komen met droog gras of andere brandbare
materialen - brandgevaar!
Maak ook nooit gebruik van beschermingsmiddelen voor de wagenonder-
zijde of corrosiewerende middelen voor uitlaatpijpen, katalysatoren, hitte-
schilden of roetfilter. Als de motor op bedrijfstemperatuur is, kunnen deze
middelen ontsteken - brandgevaar!
Gebruikvoorschriften
Raad en daad
Intelligente techniek
Afb. 129 Sticker met de voertuiggege-
vens
afb.
129. De sticker met autogegevens bevindt
Technische gegevens
145
gemeld