172
Controleren en navullen
Het is normaal dat de motor olie verbruikt. Afhankelijk van de rijstijl en de bedrijfsom-
standigheden kan het olieverbruik tot 0,5 l/1 000 km bedragen. Tijdens de eerste 5 000
kilometer kan het verbruik ook daarboven liggen.
Daarom moet het oliepeil regelmatig, bij voorkeur bij elke tankstop of vóór langere
ritten, worden gecontroleerd.
Als de motor zwaar wordt belast, zoals bijv. tijdens lange ritten op de autobaan in de
zomer, bij het rijden met een aanhangwagen of bij het rijden over passen in het hoog-
gebergte, adviseren wij, het oliepeil in het vlak
Een te laag oliepeil wordt door het controlelampje op het instrumentenpaneel*
aangegeven bladzijde 29. Controleer in dat geval zo snel mogelijk het oliepeil. Vul
de benodigde hoeveelheid olie bij.
ATTENTIE!
Lees en volg voor alle werkzaamheden in de motorruimte de aanwijzingen met
betrekking tot gevaar op bladzijde 170, 'Werkzaamheden in de motor-
ruimte'.
Voorzichtig!
Controleer het oliepeil bij auto's met een 1,2 l/44 kW motor altijd bij een koude
motor, bij andere wagens bij een warme motor. Anders zou het meetresultaat verkeerd
kunnen zijn en onnodig olie worden bijgevuld - kans op motorschade!
Het oliepeil mag in geen geval boven vlak
de katalysator.
Als onder de gegeven omstandigheden het bijvullen van motorolie niet mogelijk is,
mag de reis niet worden vervolgd. Zet de motor af en neem contact op met een
Škoda-dealer, om te voorkomen dat zware motorschade ontstaat.
Motorolie bijvullen
– Controleer het oliepeil bladzijde 171.
– Schroef de dop van de motorolievulopening af.
– Veeg de olie op de afdichtvlakken van het deksel en op het tegenoverliggend vlak
met een schone doek af.
A
a
- maar niet daarboven - te houden.
A
a
liggen. Gevaar voor beschadiging van
– Vul de geschikte olie bij in porties van 0,5 liter bladzijde 214.
– Controleer het oliepeil bladzijde 171.
– Draai de dop van de vulopening zorgvuldig weer dicht en schuif de peilstok er tot
de aanslag in.
ATTENTIE!
Tijdens het bijvullen mag er geen olie op hete motoronderdelen terecht-
komen - Brandgevaar!
Lees en volg voor alle werkzaamheden in de motorruimte de aanwijzingen
met betrekking tot gevaar op bladzijde 170, 'Werkzaamheden in de motor-
ruimte'.
Milieu
Het oliepeil mag in geen geval boven het vlak
de olie via de carterontluchting aangezogen en kan deze via het uitlaatsysteem in de
atmosfeer terechtkomen. De olie kan in de katalysator verbranden en deze
beschadigen.
Motorolie verversen
De motorolie moet volgens de in het serviceplan aangegeven intervallen of volgens de
service-intervalindicatie worden vervangen bladzijde 17.
ATTENTIE!
Ververs alleen zelf de motorolie als u over de benodigde vakkennis
beschikt!
Lees en volg voor alle werkzaamheden in de motorruimte de aanwijzingen
met betrekking tot gevaar op bladzijde 170, 'Werkzaamheden in de motor-
ruimte'.
Laat de motor eerst afkoelen, draag een oogbescherming en handschoenen
- gevaar voor brandwonden door hete olie.
A
a
bladzijde 171 liggen. Anders wordt