Verwarming
Bediening
Het verwarmingssysteem zorgt voor de lucht in het interieur en
verwarmt dit naar behoefte.
Temperatuur instellen
A
afb. 89
– Draai de draaiknop
A
A
– Draai de draaiknop
naar links om de temperatuur te verlagen.
A
Aanjager regelen
– Draai de aanjagerschakelaar
te schakelen.
– Draai de aanjagerschakelaar
– Als u de verseluchttoevoer wilt sluiten, gebruik dan de toets
bladzijde 80.
Regeling voor de luchtverdeling
A
– Met de luchtverdeelknop
geregeld bladzijde 80.
Achterruitverwarming
A
indrukken. Zie voor meer informatie bladzijde 54, 'Achterruitverwar-
– Toets
2
ming'.
Bediening
Veiligheid
Afb. 89 Verwarming: Bedieningsele-
menten
naar rechts om de temperatuur te verhogen.
A
in één van de standen 1 t/m 4 om de aanjager in
B
A
in de stand 0 om de aanjager uit te schakelen.
B
A
D
wordt de juiste richting van de uitstromende lucht
C
Aanwijzingen voor het
rijden
Het luchtinlaatrooster vóór de voorruit moet vrij zijn van ijs, sneeuw of bladeren zodat
de verwarming en ventilatie goed kunnen functioneren.
Alle bedieningselementen, behalve de draaiknop
tussenstand instellen.
De verwarmingscapaciteit is afhankelijk van de temperatuur van de koelvloeistof, de
maximale verwarmingscapaciteit wordt dan ook pas bij bedrijfswarme motor gele-
verd.
Om het beslaan van de ruiten te voorkomen moet de aanjager steeds zijn ingescha-
keld.
Aanwijzing
Als de luchtverdeling op ruiten wordt gericht, wordt de gehele luchthoeveelheid
gebruikt voor het ontwasemen van de ruiten en wordt er geen lucht in de voeten-
ruimte aangevoerd. Hierdoor kan het verwarmingscomfort iets worden aangetast.
De verbruikte lucht ontsnapt via ontluchtingsopeningen achter in de
bagageruimte.
- Circulatiebedrijf
Gebruikvoorschriften
Verwarming en airconditioning
A
, kunt u op elke willekeurige
B
Raad en daad
Technische gegevens
81