156
Rijden met aanhangwagen
buitenspiegel
Als de verkeerssituatie achter de aanhangwagen niet met de standaard spiegels kan
worden overzien, moet u extra buitenspiegels laten aanbrengen. Beide buitenspiegels
moeten op wegklapbare steunen worden bevestigd. Stel de spiegels zo af, dat deze
voldoende zicht naar achteren bieden.
Koplampen
Controleer voor het begin van de rit bij een aangekoppelde aanhangwagen ook de
afstelling van de koplampen. Corrigeer zo nodig de afstelling m.b.v. de lichtbundel-
hoogteverstelling bladzijde 51.
Afneembare kogelkop
De kogelkop is bij auto's met trekhaak af fabriek afneembaar en leverbaar als origineel
Škoda-accessoire. Deze bevindt zich samen met een aparte montagehandleiding in de
reservewielkom in de bagageruimte van de auto.
Aanwijzing
Wij adviseren bij regelmatig gebruik van een aanhangwagen uw auto ook tussen
de onderhoudsintervallen door te laten controleren.
Bij het aan- en loskoppelen van de aanhangwagen moet de handrem van de trek-
kende auto zijn aangetrokken.
Houd het mechanisme van de kogelkop van de trekhaak schoon en gebruik voor
het onderhoud een hiervoor bedoeld conserveringsmiddel.
Aanwijzingen voor het rijden
Het rijden met aanhangwagen vereist bijzondere voorzichtigheid.
– Rijd indien mogelijk niet met een lege trekkende auto en een volbeladen aanhang-
wagen.
– Rijd niet met de wettelijk toegestane maximumsnelheden. Dit geldt vooral op
hellingen.
– Rem op tijd.
– Let bij hoge buitentemperaturen op de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Gewichtsverdeling
Bij een lege auto en een beladen aanhangwagen is de gewichtsverdeling zeer ongun-
stig. Als toch met een dergelijke combinatie moet worden gereden, moet een lage
snelheid worden aangehouden.
Rijsnelheid
Rijd voor de zekerheid niet sneller dan 80 km/h. Dit geldt ook voor landen waarin
hogere snelheden zijn toegestaan.
Omdat met een toenemende snelheid de rijstabiliteit van de combinatie terugloopt,
moet bij ongunstige weg-, weers- en windverhoudingen, vooral op hellingen, worden
afgezien van de wettelijk toegestane maximumsnelheid.
In elk geval moet de snelheid direct worden verlaagd, zodra u ook maar de geringste
slingerbeweging van de aanhangwagen bemerkt. Probeer in geen geval de combi-
natie door te accelereren 'recht te trekken'.
Rem op tijd! Bij een aanhangwagen met oplooprem eerst voorzichtig remmen en
daarna vlot afremmen. Zo worden remschokken door blokkerende aanhangwagen-
wielen voorkomen. Schakel op een helling op tijd terug, zodat op de motor kan worden
afgeremd.
Oververhitting van de motor
Als bij hoge buitentemperaturen op een lange helling in een lage versnelling met een
hoog motortoerental moet worden gereden, moet vooral op de koelvloeistoftempera-
tuurmeter worden gelet bladzijde 16.
Als de meter van de koelvloeistoftemperatuurmeter meer naar het rechter- of in het
rode vlak loopt, moet de snelheid direct worden verlaagd. Als het controlelampje
op het instrumentenpaneel knippert, stop dan en zet de motor af. Wacht enkele
minuten en controleer het koelvloeistofpeil in het koelvloeistofexpansiereservoir
bladzijde 174, 'Koelvloeistofpeil controleren'.
Let op de volgende aanwijzingen bladzijde 28, 'Koelvloeistoftemperatuur/Koel-
vloeistofpeil '.
De koelvloeistoftemperatuur kan door het inschakelen van de verwarming worden
verlaagd.
Het verhogen van de koelcapaciteit van de koelluchtventilator is door het terugscha-
kelen en door het verhogen van het motortoerental niet mogelijk - het toerental van
de koelluchtventilator is onafhankelijk van het motortoerental. Ook bij het rijden met