30
Instrumenten en controlelampen
ATTENTIE!
Als om technische redenen moet worden gestopt, parkeer de auto dan op
een veilige afstand ten opzichte van het verkeer, zet de motor af en schakel de
alarmlichten in bladzijde 51.
Het rode oliedrukcontrolelampje
Daarom moet het oliepeil regelmatig, bij voorkeur bij elke tankstop, worden
gecontroleerd.
Let bij het openen van de motorkap en het controleren van het koelvloei-
stofpeil op de aanwijzingen bladzijde 170, 'Werkzaamheden in de
motorruimte'.
Open portier
Het controlelampje
gaat branden bij het openen van een of meerdere portieren of
bij het openen van de kofferklep/achterklep. Wanneer u gedurende de rit een van de
portieren, wordt het controlelampje
Dit controlelampje brandt ook bij uitgeschakeld contact. Het controllampj licht max. 5
minuten lang op.
Bij voertuigen met informatiedisplay* worden deze controlelampjes door een voer-
tuig symbool verplaatst bladzijde 23.
Ruitensproeiervloeistofpeil*
Het controlelampje brandt
bij ingeschakeld contact bij een te laag vloeistofpeil in
het ruitensproeierreservoir. Ruitensproeiervloeistof bijvullen bladzijde 180.
Op het informatiedisplay* weergegeven tekst:
Add wash fluid! (Ruitensproeierreservoir vullen!)
Uitlaatgascontrolesysteem
Het controlelampje
gaat branden na het inschakelen van het contact.
Als het controlelampje na het starten van de motor niet uitgaat of tijdens de rit brandt
of knippert, is er sprake van een storing in een uitlaatgasrelevant component. Het door
werkt niet als oliepeilindicatie!
opgelicht en er klinkt een akoestisch signaal.
de motorregeling gekozen noodprogramma stelt u in staat voorzichtig naar de dichtst-
bijzijnde Škoda-dealer te rijden.
Aandrijfslipregeling (ASR)*
De controlelamp
brandt als het ASR-systeem uitgeschakeld is.
Verdere informatie met betrekking tot de ASR bladzijde 140.
Controle bandenspanning*
Het controlelampje
gaat branden, als in één van de banden de bandenspanning
wezenlijk is teruggelopen. Verlaag de snelheid en controleer, resp. corrigeer zo snel
mogelijk de bandenspanning van alle banden bladzijde 181.
Als extra waarschuwingssignaal klinkt een akoestisch signaal.
Bij een knipperend controlelampje
contact op met een Škoda-dealer en laat de storing opheffen.
Meer details met betrekking tot het systeem voor de controle van de bandenspanning
bladzijde 144.
ATTENTIE!
Bij een brandend controlelampje
verlaagd en heftige stuur- en remmanoeuvres moeten worden vermeden. Bij
de eerste mogelijkheid stoppen en de staat van de banden en de bandenspan-
ning controleren.
Onder bepaalde omstandigheden (bijv. bij een sportieve rijstijl, op gladde
of onverharde wegen) kan het controlelampje
gaan branden.
Aanwijzing
Als de accukabels werken losgemaakt, zal na het inschakelen van het contact het gele
controlelampje
gaan branden. Na even te hebben gereden moet het controle-
lampje uitgaan.
is er sprake van een systeemstoring. Neem
moet direct de snelheid worden
vertraagd of helemaal niet