126
Airbagsysteem
Werking van de zijairbags
De kans op letsel voor het bovenlichaam wordt door de volledig opge-
blazen airbags verminderd.
Bij krachtige aanrijdingen van opzij worden de zijairbags in de voorstoel en de
hoofdairbag aan de zijde van de aanrijding geactiveerd
In speciale ongeval omstanigheden kunnen de voor-, zij- en hoofdairbag gelijktijdig
ingeschakeld worden.
Als een airbag wordt geactiveerd, wordt de luchtzak met drijfgas gevuld. Het opblazen
van de airbag gebeurt in fracties van seconden en met hoge snelheid om bij een aanrij-
ding extra bescherming te kunnen bieden.
Bij het opblazen van de airbag komt een grijswit, onschadelijk gas vrij. Dat is absoluut
normaal en duidt niet op brand in de auto.
Als de inzittende in de volledig opgeblazen airbag duikt, wordt de op hem uitgeoe-
fende belasting gedempt en wordt het verwondingsrisico voor het gehele bovenli-
chaam (borst, buik en bekken) aan de naar de deur gerichte zijde verminderd.
Afb. 115 zijairbag geactiveerd
afb.
115.
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de
zijairbag
De juiste omgang met het airbagsysteem verkleint aanzienlijk de kans
op letsel!
ATTENTIE!
Bij het gebruik van een kinderzitje op de stoel van de voorpassagier waarbij
het kind met de rug in de rijrichting zit (in meerdere landen bij gebruik van een
kinderzitje waarbij het kind in de rijrichting zit) moet beslist de airbag voor de
voorpassagier worden uitgeschakeld bladzijde 128, 'Airbags uitschakelen'.
Als dit wordt nagelaten, het kind door de geactiveerde voorairbag voor de
voorpassagier zwaar tot dodelijk letsel oplopen. In enkele landen verlangen de
nationale wettelijke voorschriften ook het uitschakelen van de zijairbags voor
de voorpassagier. Neem bij het vervoer van een kind op de voorpassagiersstoel
de betreffende nationale voorschriften met betrekking tot het gebruik van
kinderzitjes in acht.
Uw hoofd mag zich nooit in het gebied bevinden waarin de zijairbags
worden opgeblazen. U zou daardoor bij een ongeval zwaar letsel kunnen
oplopen. Dit geldt vooral voor kinderen die zonder geschikt kinderstoeltje
worden vervoerd bladzijde 133, 'Veiligheid van kinderen en zijairbag*'.
Als kinderen tijdens het rijden een verkeerde zitpositie innemen, staan ze
bij een aanrijding bloot aan een hogere kans op letsel. Dit kan dodelijk letsel tot
gevolg hebben bladzijde 131, 'Wat u moet weten als u kinderen vervoert!'.
Tussen de personen en het werkingsgebied van de airbag mogen zich geen
andere personen, huisdieren of voorwerpen bevinden. Aan de portieren mag
geen toebehoor zoals b.v. blikjeshouders aangebracht zijn.
Aan de kledinghaken in de auto mag alleen maar lichte kleding worden
opgehangen. Laat geen zware en scherpe voorwerpen in de zakken van de
kledingstukken zitten.
Oefen geen grote krachten op de stoelleuningen uit, door hier bijv. krachtig
tegen te stoten of de voeten hier tegen af te zetten, omdat het systeem dan kan
worden beschadigd. De zijairbags zouden dan eventueel niet kunnen worden
geactiveerd!