4: ECG-bewaking
•
•
Start handmatig herleren als slagendetectie niet optreedt of als slagenclassificatie onjuist is en valse
alarmen oplevert. Bedenk dat herleren het probleem niet zal corrigeren als dezelfde signaalconditie die
ervoor zorgde dat het algoritme slecht werkte, blijft voortbestaan. Het probleem kan alleen gecorrigeerd
worden door de kwaliteit van het signaal te verbeteren (b.v. door een andere afleiding te kiezen).
Ga als volgt te werk om herleren handmatig te starten:
1
Druk op de slimme selectieknop.
2
Draai aan de slimme selectieknop om
slimme selectieknop.
3
Selecteer
4
Selecteer
De meldingen
WAARSCHUWINGEN: Als aritmie-herleren plaatsvindt tijdens een ventriculair ritme, of tijdens een periode met slechte
ECG-signaalkwaliteit, kunnen ectopische slagen ten onrechte worden geleerd als het normale
QRS-complex. Dit kan leiden tot gemiste detectie van daaropvolgende voorvallen van V-Tach en
hoge PVC-frequenties. Daarom moet u:
•
•
•
•
Afwijzing van pacemakerpulsen: Bij aritmiebewaking van pacemakerpatiënten die alleen een
intrinsiek ritme hebben, kan de monitor pacemakerpulsen ten onrechte als QRS-complexen tellen
als het algoritme deze voor het eerst tegenkomt. Dit kan leiden tot het niet detecteren van een
hartstilstand. Zorg ervoor dat de pacemakerstatus correct is ingesteld op het apparaat.
Sommige pacemaker-pulsen zijn lastig als zodanig te herkennen. Wanneer dit zich voordoet, worden
de pacemakerpulsen geteld als een QRS-complex. Dit kan leiden tot een onjuiste HF en het niet
detecteren van hartstilstand en bepaalde aritmieën. Observeer pacemakerpatiënten nauwlettend.
Zie
Hoofdstuk 19 "Specificaties"
discriminatie van pacemakerpulsen.
OPMERKING: Om de ECG-analyse te optimaliseren, is het van belang de pacingstatus van de patiënt correct in
te stellen.
Hartfrequentie- en aritmiealarmen
De Efficia DFM100 detecteert HF- en aritmiealarmcondities door ECG-gegevens te vergelijken met
een set vooraf vastgestelde criteria. Een alarm kan optreden wanneer een frequentie een drempel
overschrijdt (b.v. HF > geconfigureerde grens), wanneer een abnormaal ritme optreedt (b.v. ventrikel
tachycardie) of als er een ectopie verschijnt (b.v. PVC > geconfigureerde grens).
58
Altijd als de afleidingskeuze voor curvesector 1 veranderd is.
Na correctie van een situatie met losgeraakte elektroden of pads die meer dan 60 seconden
heeft geduurd.
HF/aritmie
en druk op de slimme selectieknop.
Ritme herleren
en druk op de slimme selectieknop.
ECG leren
en Ritme leren verschijnen in het onderste deel van curvesector 1.
Zorgen dat aritmie-herleren alleen plaatsvindt als het ECG-signaal vrij van storing is.
Er rekening mee houden dat aritmie-herleren automatisch kan gebeuren.
Altijd reageren op meldingen (b.v. als u gevraagd wordt om elektroden opnieuw aan te
sluiten).
Een geannoteerde curve tonen om u ervan te verzekeren dat de slaglabels correct zijn.
Metingen/alarmen
op pagina 201 voor meer informatie over de mogelijkheid tot
Hartfrequentie- en aritmiealarmen
te markeren en druk vervolgens op de