3: Het apparaat bedienen
Afbeelding 29 Parametergebied
Hartfrequentie
Parameter
label
HF
70
HF-waarde
Parameterlabel
NIBD
110/70
Systolische/
diastolische waarden
Meldingengebied
In het meldingengebied worden berichten weergegeven tijdens een voorval. Het type bericht varieert
per gebruiksmodus.
Afbeelding 30 Meldingengebied
Gebied voor curven en softkeys
De Efficia DFM100 is zo geconfigureerd dat in de drie curvesectoren een vooraf bepaalde curve
wordt weergegeven wanneer de modus Monitor, Handmatige defibrillatie (alleen twee
curvesectoren), Pacing (alleen twee curvesectoren) of AED (één curvesector) actief is op het moment
dat het apparaat wordt ingeschakeld. Een stippellijn in een ECG-curvesector geeft aan dat de bron
van de curve ongeldig is. Curvesectoren kunnen allerlei informatie bevatten, voor zover relevant voor
de actieve parameter, weergave en taak.
U kunt ook een, twee of drie curven tegelijk op het scherm weergeven, afhankelijk van de modus
waarin de Efficia DFM100 zich bevindt en de configuratie van het apparaat. In dit gebied wordt ook
andere relevante informatie weergegeven, zoals het aantal afgegeven schokken en het ingestelde
energieniveau.
34
Eenheid
spm
Onder- en
120
bovengrens
50
alarm
NiBD
Tijdstip laatste
NiBD-meting
Frequentie
Eenheid
mmHg
5 min 10:20
MAP
(80)
110
50
Onder- en
Mean
bovengrens
waarde
alarm
Controleer padsaansluiting van patiënt op app.
SpO
2
Parameter
Eenheid
label
SpO2
%
Onder- en
95
100
bovengrens
90
alarm
SpO
-waarde
2
EtCO
2
Parameterlabel
Eenheid
Alarmbron
mmHg
EtCO2
95
50
30
Onder- en
bovengrens
EtCO
2
alarm
hoog
Het scherm
Polsfrequentie
Parameterlabel Eenheid
spm
Pols
Onder- en
70
bovengrens
120
alarm
50
* Polsgrenzen
worden standaard
uitgeschakeld, maar
Polswaarde
als ze ingeschakeld
zijn, worden ze hier
weergegeven.
AwRF
Eenheid
Parameterlabel
AwRF
rpm
18
30
8
Onder- en
AwRF-
bovengrens
waarde
alarm