Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pacing In De Modus Vragen - Philips Efficia DFM100 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Efficia DFM100:
Inhoudsopgave

Advertenties

8: Pacing
Duur pacemakerpuls
U kunt de duur van de pacepulsen in de configuratiemodus instellen op 20 of 40 ms. Vraag uw
organisatie naar de instellingen die het beste aansluiten bij uw klinische behoeften. Bij 20 ms kunt u
een stroominstelling tussen 10-200 mA selecteren. Bij 40 ms kunt u een stroominstelling tussen
10-140 mA selecteren. Zie

Pacing in de modus Vragen

Pacen in de modus Pacing op aanvraag:
1
Draai de therapieknop in de stand Pacemaker.
In de Pacing-balk wordt het bericht
pacemakerfunctie is ingeschakeld, maar er geen pacepulsen worden afgegeven. Pacing is
ingeschakeld in de modus Pacing op aanvraag met de geconfigureerde afleiding in curvesector 1
gebruikt voor R-topdetectie.
2
Druk op de Lead Select-knop
te kiezen.
3
Controleer of er witte R-toppijlen boven of in de ECG-curve worden weergegeven. Bij elke
R-top dient er een pijl te verschijnen. Als de R-toppijlen niet worden weergegeven, de slagen
niet correct worden gelabeld of niet samenvallen met de R-toppen, kiest u een andere afleiding.
4
Druk op de toets
menu om de pacingfrequentie te selecteren. Gebruik de slimme selectieknop om de frequentie
aan te passen en druk vervolgens op de knop om de waarde te bevestigen en het venster
Pacemakerfrequentie te sluiten. Herhaal dit en selecteer Pacemakeroutput om de
pacemakeroutput aan te passen.
5
Druk op
6
Controleer of er witte pacemakermarkeringen of witte R-toppijlen op de ECG-curve worden
weergegeven.
7
Druk op de softkey
selectieknop om de output te verhogen totdat de hartfunctie wordt geregistreerd. Het volgen
wordt aangegeven door het verschijnen van QRS-complexen na elke pacemakermarkering.
Verlaag de output naar het laagste niveau waarop registratie nog plaatsvindt en druk vervolgens
op de slimme selectieknop om de waarde te bevestigen en het venster Pacemakeroutput te sluiten.
8
Controleer de patiënt op perifere pulsatie.
Pacing beëindigen:
Druk op de toets
de actie te bevestigen. Gebruik de slimme selectieknop en selecteer
onderbreken of Nee om het pacen voort te zetten. Als het pacen is onderbroken, drukt u op de
knipperende toets
OF
draai de therapieknop uit de stand Pacemaker.
WAARSCHUWINGEN: Wees voorzichtig met de multifunctionele elektroden op de patiënt om schokgevaar tijdens het
pacen te vermijden.
Gebruik multifunctionele elektroden voordat de gebruiksdatum verlopen is. Gooi elektroden na
gebruik weg. Gebruik elektroden niet opnieuw. Gebruik ze nooit langer dan 8 uur bij continu pacen.
Als pacing om welke reden ook is onderbroken, drukt u op de toets
Bij pacingtherapie in de modus Pacing op aanvraag moet de ECG-kabel van de patiënt rechtstreeks
zijn aangesloten op de Efficia DFM100.
Als u de pacemakerfunctie gebruikt op batterijvoeding en het alarm dat de batterij bijna leeg is wordt
afgegeven, schakelt u over op netvoeding, zodat de pacingtherapie niet wordt onderbroken.
94
"Pacemaker-instellingen"
[Pacemaker- instellingen]
[Pacen starten]
Pacing
.
wordt in de Pacing-balk weergegeven.
[Pacemaker- instellingen]
[Pacen pauzeren]
[Pacen starten]
om het te hervatten.
op pagina 154.
Pacen gepauzeerd
weergegeven dat aangeeft dat de
om de beste afleiding met een makkelijk te detecteren R-top
en selecteer vervolgens
Pacemakeroutput
en selecteer
. Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt verzocht
Pacing in de modus Vragen
Pacemakerfrequentie
. Gebruik de slimme
Ja
om het pacen te
[Pacen starten]
om het te hervatten.
uit het

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

866199

Inhoudsopgave