Defibrilleren in de AED-modus
2
Ontbloot de borstkas van de patiënt. Veeg vocht van de borst af en knip of scheer overtollig
haar weg.
3
Controleer de uiterste gebruiksdatum op de padverpakking en inspecteer de verpakking op
beschadigingen.
4
Sluit de therapiekabel aan op de Efficia DFM100 (zie
pagina 9).
5
Als de verloopdatum van de pads niet is verstreken en de verpakking niet beschadigd is, opent
u de verpakking en sluit u de padconnector aan op het uiteinde van de therapiekabel (zie
"Multifunctionele elektroden
6
Breng de pads aan bij de patiënt zoals aangegeven op de verpakking of overeenkomstig het
protocol van uw organisatie.
PAS OP: Een hardhandige behandeling van multifunctionele elektrodepads tijdens opslag of voorafgaand aan
het gebruik kan de pads beschadigen. Gooi beschadigde pads weg.
Bediening
De Efficia DFM100 bedienen in de AED-modus:
1
Draai de therapieknop naar de stand AED. De Efficia DFM100 zegt het ingestelde patiënttype
hardop en geeft dit ook visueel weer.
.Als dit niet correct is, stelt u het juiste type patiënt in met de knop
•
•
2
Volg de gesproken aanwijzingen en de aanwijzingen op het scherm.
3
Druk op de oranje schokknop wanneer u hiertoe de aanwijzing krijgt.
Zie de volgende paragrafen voor meer informatie.
OPMERKING: Tijdens het gebruik in de AED-modus zijn de mogelijkheden van het apparaat beperkt tot de
essentiële mogelijkheden voor semi-automatische externe defibrillatie. Alleen het ECG dat via pads
is opgenomen, wordt weergegeven. Als u beschikt over de optie CO
en de gerelateerde curve ook weergegeven in de AED-modus, afhankelijk van uw configuratie.
Eerder ingestelde alarmen en geplande NiBD-metingen worden voor onbepaalde tijd gepauzeerd en
er kunnen geen patiëntgegevens worden ingevoerd (met uitzondering van het type patiënt).
Bovendien zijn de knoppen Sync, en die voor Lead Select en Alarmpauze uitgeschakeld.
Stap 1 - Draai de therapieknop in de stand AED.
Wanneer de Efficia DFM100 zich in de AED-modus bevindt, wordt het type patiëntcategorie
hardop gezegd en visueel weergegeven.
Verzeker u ervan dat het juiste patiënttype is ingesteld. Als dit niet het geval is, stelt u het gewenste
patiënttype in met de knop Type patiënt
Het apparaat controleert ook of de therapiekabel en de multifunctionele elektrodepads correct zijn
aangesloten. Als de:
•
•
Gebruik het patiënttype Volwassene voor patiënten van ≥ 25 kg of ≥ 8 jaar.
Gebruik het patiënttype Baby/kind voor patiënten van < 25 kg of < 8 jaar.
therapiekabel niet correct is aangesloten, krijgt u de aanwijzing "
vergezeld van de aanwijzing
multifunctionele pads niet zijn aangesloten op de therapiekabel, er geen pads op de patiënt
zijn aangebracht of de pads niet goed contact maken met de huid van de patiënt, krijgt u de
Connector goed aansluiten. Elektrodepads bevestigen
aanwijzing "
"De therapiekabel
aansluiten" op pagina 10).
.
Padskabel aansluiten
en een grafische weergave op het scherm.
5: Optie AED-modus
aansluiten" op
.
en/of SpO
, worden de waarde
2
2
Sluit connector aan
"
."
67