Inhoudsopgave
Advertenties
17: Problemen oplossen
Tabel 55
Problemen bij defibrilleren en pacen (Vervolg)
Symptoom
Druk de pads stevig
Melding
aan
op het scherm.
Druk de paddles
Melding
stevig aan voor de volgende
schok
op het scherm.
Overbelasting
Melding
voeding paddles
op het
scherm.
Selecteer type
Melding
therapiekabel
op het scherm.
Therapie niet
Het bericht
beschikbaar vanwege
uitgeschakeld apparaat
wordt
weergegeven.
Pacen
Technisch alarm
gestopt. Strm onderbr.
Pacen
Technisch alarm
gestopt. Pads los
.
Pacen
Technisch alarm
gestopt. Apparaatfout.
Technisch alarm
Pacemakeroutput laag
.
Pacen
Technisch alarm
gestopt, padskabel los
.
Pacen
Technisch alarm
gestopt. Elektroden los.
188
Mogelijke oorzaak
Er is een schok afgegeven,
maar de impedantie was
marginaal.
Het apparaat heeft een
overbelasting van de
aangesloten paddles
gedetecteerd.
Het apparaat kan niet
detecteren welk type
therapiekabel is bevestigd.
Er is een apparaatdefect
opgetreden.
Verschijnt nadat de spanning
is hersteld, om aan te geven
dat er spanningsverlies is
opgetreden tijdens het pacen.
Goed contact tussen
elektroden en patiënt is
verloren gegaan.
De Efficia DFM100 heeft
een fout gedetecteerd die de
levering van pacingtherapie
verhindert.
Door de hoge impedantie
krijgt de patiënt minder
stroom toegediend dan is
gespecificeerd in de
outputstroominstelling.
De therapiekabel is
losgeraakt van het apparaat.
De primaire ECG-afleiding
is ongeldig geworden.
Mogelijke oplossing
Controleer de verbinding tussen elektroden en patiënt.
Controleer de verbinding tussen paddles en patiënt.
Voer een functionele controle uit om te zien of het
bericht wordt gewist. Als dit niet het geval is, voert u
een functionele controle uit met een andere set paddles.
Als het bericht nog steeds niet wordt gewist, stelt u het
apparaat buiten gebruik en waarschuwt u een technicus.
Kies de juiste therapiekabel uit de getoonde lijst.
Voer een functionele controle uit om het probleem vast
te stellen. Als het apparaat in gebruik is als het bericht
verschijnt, begint u met reanimatie indien aangegeven.
Er wordt niet automatisch opnieuw met pacen
begonnen. Hervat het pacen, indien aangegeven.
Controleer de verbinding tussen elektroden en patiënt.
Ga na of de huid goed is voorbereid.
Vervang indien nodig de elektroden.
Hervat pacing.
Vervang de defibrillator. Stel het apparaat buiten
gebruik en waarschuw een servicetechnicus.
Controleer of de elektrodepads op de juiste wijze zijn
aangebracht.
Controleer alle therapiekabelaansluitingen.
Vervang indien nodig de elektroden.
Hervat pacing.
Controleer of de bewakingselektroden goed op de
patiënt zijn aangebracht. Controleer de
kabelaansluitingen. Hervat pacing.
Symptomen
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
