3: Het apparaat bedienen
Wachtwoorden
Uw organisatie is verantwoordelijk voor het beheren van wachtwoorden en de toegang tot gegevens
in overeenstemming met het beleid en de praktijken van uw organisatie.
Zie de Efficia DFM100 Password Letter (Efficia DFM100-wachtwoordbrief ) voor de
standaardwachtwoorden. Zie de Efficia DFM100 Service Manual (Efficia
DFM100-servicehandleiding) voor het wachtwoord voor de Servicemodus. Philips raadt u aan
nieuwe wachtwoorden in te stellen wanneer u het apparaat voor het eerst instelt.
Wachtwoord Servicemodus
Voor de Servicemodus is een wachtwoord vereist. Zie de Efficia DFM100 Service Manual (Efficia
DFM100-servicehandleiding) voor instructies over het instellen en wijzigen van het wachtwoord
voor de Servicemodus.
Wachtwoord configuratiemodus
Het wachtwoord voor de Configuratiemodus kan in de Servicemodus worden gewijzigd en het
wachtwoord voor de Servicemodus is vereist om het wachtwoord voor de Configuratiemodus te
wijzigen. Zie de Efficia DFM100 Service Manual (Efficia DFM100-servicehandleiding) voor
instructies over het wijzigen van het wachtwoord voor de Configuratiemodus.
Wachtwoord voor modus Gegevensbeheer
De modus Gegevensbeheer heeft een optioneel wachtwoord. Het apparaat is in eerste instantie
ingesteld met een wachtwoord voor de modus Gegevensbeheer. U kunt deze vereiste wijzigen in de
weergave
Zie
"Het wachtwoord voor de modus Gegevensbeheer
het wijzigen van het wachtwoord voor de modus Gegevensbeheer. Het wachtwoord voor de
Configuratiemodus is vereist om het wachtwoord voor de modus Gegevensbeheer te wijzigen.
Veiligheidsoverwegingen
De volgende algemene waarschuwingen en Pas op-instructies zijn van toepassing op het gebruik van
de Efficia DFM100. Aanvullende waarschuwingen en Pas op-instructies die specifiek betrekking
hebben op een bepaalde functie, vindt u in de desbetreffende secties.
WAARSCHUWINGEN: De Efficia DFM100 is niet bedoeld voor toepassing in omstandigheden of situaties die gebruik door
ongeoefend personeel bevorderen. Gebruik door ongetraind personeel kan leiden tot letsel of de
dood ten gevolg hebben.
Het gebruik van de Efficia DFM100 is beperkt tot één patiënt per keer.
De algoritmen van de Efficia DFM100 maken tijdens ritmeanalyse gebruik van de ingestelde
pacingstatus. Ga na of de pacingstatus van de patiënt correct is.
Bij verplaatsing van de patiënt of de Efficia DFM100 is het van belang om het scherm af te wenden
van het lichaam of andere oppervlakken. Als dat niet wordt gedaan, kan men per ongeluk tegen de
therapieknop en de slimme selectieknop stoten, waardoor deze knoppen in een andere stand worden
gezet.
Gebruik de Efficia DFM100 nooit in een plas water. Dompel de Efficia DFM100 niet onder en zorg
ervoor dat geen onderdeel van het apparaat in aanraking komt met vloeistoffen. In geval het apparaat
toch nat wordt, droogt u het af met een handdoek.
Gebruik de Efficia DFM100 niet in de aanwezigheid van ontvlambare anesthesiemengsels of
zuurstofconcentraties groter dan 25% (of partiële druk groter dan 27,5 kPa/206,27 mmHg).
Dit kan explosiegevaar opleveren.
46
Configuratie - Algemeen
.
wijzigen" op pagina 145 voor instructies over
Wachtwoorden