1: Introductie
•
Indicaties voor gebruik: Handmatige defibrillatie in de niet-gesynchroniseerde modus is
geïndiceerd om bepaalde mogelijk dodelijke ritmestoornissen te stoppen, zoals ventriculaire
fibrillatie en symptomatische ventriculaire tachycardie. Defibrillatie in de gesynchroniseerde
modus is geïndiceerd voor de behandeling van atriale fibrillatie, atriale flutter, supraventriculaire
tachycardie en ventriculaire tachycardie.
•
Contra-indicaties: De Efficia DFM100 heeft een contra-indicatie voor asynchrone defibrillatie
in de modus Handmatig bij patiënten die bij bewustzijn zijn, een polsslag hebben en ademhalen,
of patiënten die geen polsslag hebben maar een niet-schokbaar hartritme hebben, zoals asystolie
of elektrische activiteit zonder polsslag. De Efficia DFM100 is ook gecontra-indiceerd voor
gesynchroniseerd defibrilleren bij patiënten die geen polsslag hebben en niet reageren, met
ritmes die overeenkomen met ventrikelfibrilleren, ventriculaire tachycardie zonder polsslag,
asystolie of elektrische activiteit zonder polsslag.
Transcutane pacing
Bij niet-invasieve pacing in de Efficia DFM100 wordt een elektrische impuls toegediend aan het
hart, waardoor hartdepolarisatie en myocardiale samentrekking optreden. De energie wordt
toegediend via elektrodepads op de borst. De AHA en ERC erkennen dat succesvolle pacing van een
patiënt gerelateerd is aan de tijdsduur tussen het begin van een bradydysritmie en het starten van de
pacing. De fysiologische toestand van de patiënt kan invloed hebben op het wel of niet slagen van
pacing of de activiteit in de skeletspieren. Als pacing bij een patiënt niet slaagt, is dit geen
betrouwbare indicator voor de prestaties van de pacemaker. De spierrespons van de patiënt bij pacing
is ook geen betrouwbare indicator voor de toegediende energie. Wanneer de Efficia DFM100 in de
modus Pacing staat, moet de gebruiker de mA en de snelheid instellen en pacing bij de patiënt starten.
•
Indicaties voor gebruik: Niet-invasieve transcutane pacing is geïndiceerd voor hemodynamisch
onstabiele bradycardie bij patiënten met een polsslag die niet reageert op atropine.
•
Contra-indicaties: De Efficia DFM100 is gecontra-indiceerd voor langdurige brady-asystolische
hartstilstand.
ECG-bewaking
Een elektrocardiogram (ECG) is een opname van de elektrische activiteit van het hart. Met
ECG-bewaking kunnen hartritmes of hartritmestoornissen worden gedetecteerd en geïnterpreteerd.
Ook kan de hartslag worden berekend. Om een ECG te maken op de Efficia DFM100 worden
elektroden of pads/paddles op de patiënt geplaatst en wordt de elektrische activiteit van het hart
bewaakt en geregistreerd. Wanneer de Efficia DFM100 in de modus Bewaking staat, moet een
gebruiker het apparaat bedienen om de ECG van de patiënt te beoordelen.
•
Indicaties voor gebruik: De Efficia DFM100 is geïndiceerd voor het bewaken en registreren van
ECG-curven met 3-5 afleidingen en de hartslag bij patiënten met en zonder hartdysfunctie.
•
Contra-indicaties: Er zijn geen bekende contra-indicaties voor ECG-bewaking.
Pulsoximetrie (SpO
Pulsoximetrie is een niet-invasieve methode waarmee de verzadiging van zuurstof in het arteriële
bloed wordt gecontroleerd. De functie pulsoximetrie in de Efficia DFM100 maakt gebruik van een
optische sensor die licht detecteert door de vinger van de patiënt en vervolgens het ontvangen licht
meet met een detector. Het ontvangen licht wordt omgezet in een saturatiepercentage en wordt
weergegeven als een SpO
een gebruiker het apparaat bedienen om de SpO
•
Indicaties voor gebruik: Pulsoximetrie is geïndiceerd voor elke patiënt die risico loopt op het
ontwikkelen van hypoxemie.
•
Contra-indicaties: Er zijn geen bekende contra-indicaties voor SpO
4
)-bewaking
2
-waarde. Wanneer de Efficia DFM100 in de modus Bewaking staat, moet
2
2
van de patiënt te beoordelen.
-bewaking.
2
Overzicht