Verklaring van conformiteit: DFM 100 met softwareversie 2.0. Lees de verklaring van conformiteit op de website van Philips Philips is niet aansprakelijk voor fouten in dit materiaal of voor Healthcare: http://incenter.medical.philips.com/PMSPublic enige directe of indirecte schade of vervolgschade, ontstaan uit of...
Pagina 4
Verantwoording Gebruikte conventies in deze handleiding In deze handleiding worden de volgende conventies gehanteerd: WAARSCHUWING: "Waarschuwing" vestigt de aandacht op een potentieel serieus probleem, ongunstig effect of veiligheidsrisico. Niet in acht nemen van een waarschuwing voor gevaar kan tot de dood of tot ernstig letsel voor gebruiker of patiënt leiden.
Therapieknop en bedieningsknoppen voor therapie Slimme selectieknop Algemene functietoetsen Softkeys Indicator Klaar voor gebruik Voeding Lithium-ionbatterij Voedingsindicatoren De Efficia DFM100 inschakelen De Efficia DFM100 uitschakelen Uitschakeling van het apparaat Het scherm Statusgebied Parametergebied Meldingengebied Gebied voor curven en softkeys Volumes aanpassen...
Pagina 6
Inhoudsopgave Alarmen Alarmmeldingen in klinische modi Reageren op alarmen Patiëntgegevens invoeren Voortgaand gebruik Voorvallen markeren Wachtwoorden Veiligheidsoverwegingen Hoofdstuk 4 ECG-bewaking Overzicht Voorbereiding voor ECG-bewaking Huid voorbereiden ECG-bewaking met elektrodepads ECG-bewaking met elektroden Monitorweergave De curve kiezen Een geannoteerd ECG weergeven Aritmiebewaking Aberrant geleide slagen Intermitterend bundeltakblok...
Pagina 7
Inhoudsopgave Hoofdstuk 6 Handmatige defibrillatie Overzicht Voorzorgen voor handmatige defibrillatie Codeweergave Defibrillatie voorbereiden Gebruik van multifunctionele elektroden Gebruik van externe paddles Paddles voor jonge kinderen gebruiken Gebruik van interne paddles Defibrillatie Stap 1 - Energieniveau selecteren Stap 2 - Opladen Stap 3 - Schokken Handmatige defibrillatie: alarmen Problemen oplossen...
Pagina 8
Inhoudsopgave Hoofdstuk 9 -bewaking Overzicht Voorzorgsmaatregelen voor het meten van EtCO Voorbereiding op de meting van EtCO Sensoren Accessoires kiezen EtCO -bewaking EtCO - en AwRF-alarm Wijzigen van EtCO -alarmgrenzen Inschakelen/uitschakelen van de EtCO -alarmen De AwRF-alarmgrenzen wijzigen Wijzigen van de Apneutijd-alarmgrens De AwRF-alarmen inschakelen/uitschakelen Mainstream- en Sidestream-sensoren nullen Een nulling uitvoeren met de softkey...
Hartelijk dank voor uw aanschaf van de monitor/defibrillator Efficia DFM100. Wij heten u van harte welkom bij de defibrillatorproductreeks van Philips. Het ontwerp van de Efficia DFM100 is op u gericht, met het doel tegemoet te komen aan de specifieke eisen van reanimatieteams, verpleegkundigen, artsen en hulpverleners in de EMS-omgeving.
1: Inleiding Overzicht In de klinische modus legt de Efficia DFM100 continu gegevens over een patiënt vast in een voorvaloverzicht. De geregistreerde gegevens omvatten vitale waarden (zoals SpO hartfrequentie), ECG-curvegegevens en therapievoorvallen (zoals 'schok toegediend'). Het voorvaloverzicht kan worden afgedrukt of geëxporteerd nadat het patiëntvoorval is voltooid.
WAARSCHUWINGEN: De Efficia DFM100 is niet bedoeld voor toepassing in omstandigheden of situaties die gebruik door ongeoefend personeel bevorderen. Gebruik door ongetraind personeel kan leiden tot letsel of de dood ten gevolg hebben.
1: Inleiding Overzicht Aan de slag De Efficia DFM100 is direct klaar voor gebruik als deze wordt geleverd. Voordat u het apparaat voor de eerste keer klinisch gaat gebruiken, wordt het aanbevolen: • Deze Gebruiksaanwijzing volledig door te lezen. •...
Basisprincipes van het apparaat Introductie De Efficia DFM100 combineert de ervaring van Philips op het gebied van reanimatie met de wensen en behoeften van de hedendaagse medische omgeving. Het apparaat is ontworpen met de gebruiker in gedachten. Philips heeft grensverleggend werk verricht aan 1-2-3 defibrillatie zodat u snel en gemakkelijk het leven van een patiënt kunt redden door deze te defibrilleren.De bedieningselementen, indicatoren,...
2: Basisprincipes van het apparaat Bediening Bediening Deze paragraaf geeft een overzicht van de Efficia DFM100, opties en accessoires. Voorkant van het apparaat De voorkant van het apparaat bevat bedieningselementen en indicatoren, zoals aangegeven in Afbeelding Afbeelding 1 Efficia DFM100...
2: Basisprincipes van het apparaat Rechterkant De rechterkant van de Efficia DFM100 is ingericht voor het toedienen van therapie en voor afdrukken. Deze bevat een therapiepoort voor paddles (extern of intern) of een therapiekabel met multifunctionele elektroden. De rechterkant bevat ook een printer.
Het aansluiten van multifunctionele elektroden: Controleer de uiterste gebruiksdatum op de elektrodenverpakking en inspecteer de verpakking op beschadigingen. Gooi verlopen of beschadigde elektroden weg. Sluit de therapiekabel aan op de Efficia DFM100 (zie “De therapiekabel aansluiten” pagina 7). Open de verpakking en sluit de elektrodenconnector aan op het uiteinde van de therapiekabel...
Bediening 2: Basisprincipes van het apparaat Linkerkant (bewaking) De linkerkant van de Efficia DFM100 is ingericht voor het bewaken van essentiële vitale waarden (zie Afbeelding 6). Deze heeft poorten voor ECG, SpO , CO en NiBD. Afbeelding 6 Bewakingskant Grijze CO...
Pagina 22
-kabel en -samplinglijn aansluiten Ga als volgt te werk om de CO -kabel aan te sluiten: Houd de kabelconnector met de vlakke kant naar de voorkant van de Efficia DFM100, steek de kabel in de grijze CO -poort (zie Afbeelding 8) en duw de kabel er helemaal in.
De SpO -kabel aansluiten: Houd de kabelconnector met de platte zijde en blauwe markering naar de voorkant van de Efficia DFM100 (zie Afbeelding Steek de kabel in de blauwe SpO -poort en druk het blauwe gedeelte van de connector in het apparaat totdat het niet meer zichtbaar is.
2: Basisprincipes van het apparaat Bediening Bovenkant Op de bovenkant van de Efficia DFM100 zit een handvat om het apparaat eenvoudig te kunnen vervoeren. Als er optionele externe paddles aanwezig zijn, bevinden deze zich in de paddlehouder boven op het apparaat (zie Afbeelding 11).
Bediening 2: Basisprincipes van het apparaat Afbeelding 13 Kenmerken van externe paddles - 989803196431 Uitwerpknoppen van paddles voor jonge kinderen Huidcontact indicator Knop voor laden op afstand Pictogram voor Pictogram voor de juiste plaatsing Knipperende de juiste van de schokknoppen plaatsing van de sternumpaddle apexpaddle...
Stroomaansluiting potentiaalvereffening * - Als de Efficia DFM100 wordt gebruikt in combinatie met andere apparaten, kunnen de aansluitpunten voor potentiaalvereffening met elkaar worden verbonden om mogelijke elektrische verschillen tussen de twee te elimineren. WAARSCHUWING: Sluit geen LAN-kabel aan op de Efficia DFM100 wanneer deze zich in een klinische modus bevindt.
(zie “Batterijstatus” op pagina 30). WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend goedgekeurde batterijen om de Efficia DFM100 van stroom te voorzien. Het gebruik van niet-goedgekeurde batterijen kan de prestaties en resultaten beïnvloeden. Netsnoerbeveiliging De Efficia DFM100 is uitgerust met een netsnoerbeveiliging.
Pagina 28
De Philips ECG-outputkabel wordt ook wel een sync-kabel genoemd en wordt gebruikt om een verbinding tot stand te brengen tussen de Efficia DFM100 en een bedmonitor voor het uitwisselen van ECG-signalen tussen de twee apparaten. De kabel verzendt één analoge ECG-curve van het zendende apparaat naar het ontvangende apparaat.
Bediening 2: Basisprincipes van het apparaat Nieuw papier plaatsen De Efficia DFM100 gebruikt papier van 50 mm voor het afdrukken. Printerpapier plaatsen: Open de klep van de printer door de klepvergrendeling omhoog te duwen. Laat het klepje open vallen (zie Afbeelding 20).
Bediening Kortsluitstekker en testbelasting Uw Efficia DFM100 wordt geleverd met een kortsluitstekker die u kunt gebruiken voor het uitvoeren van de wekelijkse schoktest. U kunt ook een M3725A- of M1781A-testbelasting (die u apart moet bestellen) gebruiken om de wekelijkse schoktest uit te voeren.
Afbeelding 22 Het kapje van de kraag vastzetten WAARSCHUWINGEN: Als de Efficia DFM100 tijdens transport of in een omgeving met hoge trillingen wordt gebruikt zonder volledig geïnstalleerde therapiekabel, kunnen de therapiepoort en -kabel van het apparaat vroegtijdig gaan slijten en kunnen defecten ontstaan, waardoor de therapie kan worden vertraagd.
2: Basisprincipes van het apparaat Bediening Houder en draagtassen Voor het bevestigen van de houder en draagtassen van de Efficia DFM100 hebt u slechts een kruiskopschroevendraaier van Philips nodig. De houder en draagtassen installeren: Open de houder en plaats de Efficia DFM100 goed op zijn plaats.
Bediening 2: Basisprincipes van het apparaat EMS-omgeving Hoewel de DFM100 is ontworpen voor gebruik in de SEH-omgeving, kan het gebruik onder deze condities het apparaat en de accessoires belasten waardoor essentiële prestaties kunnen worden beïnvloed. Gebruikers die werken in deze omgevingen, moeten zich bewust zijn van het volgende: •...
Het apparaat bedienen Soorten gebruik De Efficia DFM100 biedt vier klinische gebruiksmodi en vier niet-klinische gebruiksmodi, elk met een eigen weergave (zie Tabel Tabel 1 Soorten gebruik Modus Omschrijving Meer informatie Monitor Deze modus is bedoeld voor meting van de “ECG-bewaking”...
OPMERKING: Als u externe paddles gebruikt of interne paddles met schakelaar (interne paddles met schokknoppen in tegenstelling tot interne paddles zonder schakelaar waarbij de schok wordt toegediend door op de schokknop op het apparaat zelf te drukken), dient de Efficia DFM100 een schok toe door de schokknop(pen) op de paddles in te drukken.
3: Het apparaat bedienen Slimme selectieknop De slimme selectieknop (zie Afbeelding 1 “Efficia DFM100” op pagina 6) is het stuur van de Efficia DFM100. U kunt: Op de knop drukken - als er geen menu wordt weergegeven op het scherm, wordt het hoofdmenu weergegeven.
OPMERKINGEN: Als er alleen netvoeding wordt gebruikt tijdens defibrillatie (bijvoorbeeld als er geen batterij is geïnstalleerd of als de batterij volledig leeg is), kan de Efficia DFM100 langer nodig hebben om opgeladen te worden tot het gewenste energieniveau. In het geval van een stroomstoring die langer dan 30 seconden duurt, worden alle instellingen teruggezet op de standaardwaarden en wordt er een nieuw voorval gemaakt zodra de voeding wordt hersteld.
2 uur pacing (180 ppm bij 140 mA met een puls van 40 ms) en bewaking (ECG, EtCO doorlopend bewaakt, NiBD elke 15 minuten). Batterij bijna leeg In de volgende situaties geeft de Efficia DFM100 aan dat de batterij bijna leeg is: • De batterijlading is laag, maar biedt voldoende energie voor minimaal zes cycli van opladen/schokken op volle sterkte en minimaal 10 minuten bewaking.
U schakelt de Efficia DFM100 in door de therapieknop naar de gewenste gebruiksmodus te draaien. De Efficia DFM100 uitschakelen U schakelt de Efficia DFM100 uit door de therapieknop naar UIT te draaien. Als u de Efficia DFM100 uitschakelt terwijl er een klinische modus actief is, komt het apparaat in de stand Voortgaand gebruik (zie “Voortgaand gebruik”...
Het scherm 3: Het apparaat bedienen Het scherm De schermlay-out van de Efficia DFM100 is makkelijk te configureren. Het scherm bestaat uit vier basissegmenten. Zie Afbeelding Afbeelding 26 Algemene schermlay-out Statusgebied ...
3: Het apparaat bedienen Het scherm Statusgebied Het statusgebied bevat cruciale informatie over het apparaat en patiëntgegevens (zie Afbeelding 27). Afbeelding 27 Statusgebied Voorvaltimer Type patiënt Naam Datum Batterijstatus Pacingstatus Gewicht patiënt/ID en tijd ...
Het scherm 3: Het apparaat bedienen Parametergebied In het parametergebied worden de fysiologische parameters weergegeven die op dat moment worden bewaakt (zie Afbeelding 29). Van elke parameter worden onder andere de volgende waarden weergegeven: • Parameterlabel • De huidige waarde. Display: •...
U kunt ook een, twee of drie curven tegelijk op het scherm weergeven, afhankelijk van de modus waarin de Efficia DFM100 zich bevindt en de configuratie van het apparaat. In dit gebied wordt ook andere relevante informatie weergegeven, zoals het aantal afgegeven schokken en het ingestelde energieniveau.
Curvesector 2 en 3 worden automatisch ingevuld wanneer de kabel van de parameterbron wordt aangesloten op de Efficia DFM100. Als de parameterbron de opgegeven instelling is voor een bepaalde curvesector, wordt deze in die curvesector weergegeven. Beschikbare curven zijn onder meer: Paddles, Elektroden, I, II, III, aVR, aVL, aVF, V, Pleth en een cascading-curve uit curvesector 1.
Pagina 46
Softkeys Menu De menu's met knoppen en opties voor de functies van de Efficia DFM100 kunnen eenvoudig worden geopend via de slimme selectieknop op de voorzijde van het apparaat. Gebruik de menu's om het volume aan te passen, curven te selecteren, curven af te drukken, alarmen in te stellen, patiëntgegevens in te voeren, rapporten te genereren en diverse andere taken.
Het scherm 3: Het apparaat bedienen Numerieke waarden aanpassen U kunt de slimme selectieknop van de Efficia DFM100 gebruiken om numerieke waarden voor diverse parameters in te voeren, waaronder boven- en ondergrenzen voor de alarmen. Zie Afbeelding 34. De waarde die in het begin wordt weergegeven, is de standaardwaarde. Bepaalde waarden kunnen worden aangepast in grotere stappen dan 1.
Alarmen Alarmen Door middel van een aantal alarmtypes geeft de Efficia DFM100 aan dat er een verandering is opgetreden in de toestand van de patiënt, het apparaat of een kabel die mogelijk uw aandacht vereist. Alarmcondities worden gebaseerd op vergelijkingen met vooraf ingestelde limieten en algoritmeresultaten.
Als u doelbewust een sensor loskoppelt, wordt er een auditief alarm weergegeven. Druk op de slimme selectieknop om het alarm uit te schakelen. U wordt door de Efficia DFM100 verzocht uw keuze te bevestigen. Druk nogmaals op de slimme selectieknop.
Een mogelijk gevaar bestaat indien verschillende alarmgrenzen worden gebruikt voor dezelfde, of soortgelijke apparatuur in een enkele ruimte. De schermlocatie van alarmmeldingen Alarmmeldingen worden op diverse locaties op het scherm van de Efficia DFM100 weergegeven; dit kan per alarmtype verschillen. Zie Afbeelding...
Als de Efficia DFM100 zich in de monitormodus bevindt en de algemene auditieve alarmen van het apparaat zijn uitgeschakeld (pauze auditief alarm is ingesteld op onbepaald), kan het apparaat zodanig worden geconfigureerd dat u met een auditief signaal eraan wordt herinnerd dat deze alarmen zijn uitgeschakeld.
Als u het tweede alarm stilzet, wordt de pauze voor alle actieve alarmen hersteld. Als u op de knop Alarmen drukt, zet u alle parameteralarmen stil voor de geconfigureerde pauze. Er klinken geen nieuwe alarmen. Gebruik het menu voor alarmrespons (zie Efficia DFM100) om op een alarmmelding van de Afbeelding 36 te reageren.
Pagina 53
“Overzicht voorvallen” op pagina 132 voor informatie over het weergeven van deze gegevens. Raadpleeg het gedeelte over alarmen in de gebruiksaanwijzing van de Efficia DFM100 voor meer informatie over alarmen en berichten met betrekking tot een bepaalde functionaliteit: • Hartfrequentie- en aritmiealarmen: zie “Hartfrequentie- en aritmiealarmen”...
Herhaal deze stappen voor de overige letters van de achternaam. Wanneer de achternaam van de patiënt volledig is ingevoerd, selecteert u De achternaam wordt door de Efficia DFM100 opgeslagen en u wordt verzocht de voornaam in te voeren. ...
Monitor naar de modus AED gaat of wanneer de therapieknop per ongeluk in de stand OFF wordt gezet. Als u de Efficia DFM100 in een dergelijk geval binnen 10 seconden weer inschakelt, blijven de meest recente waarden van de volgende instellingen behouden: •...
Wachtwoorden Als u de servicemodus van de Efficia DFM100 wilt activeren of bepaalde wijzigingen wilt aanbrengen in de configuratiemodus, hebt u een wachtwoord nodig. U vindt het wachtwoord voor de servicemodus in de servicehandleiding van de Efficia DFM100. Het wachtwoord voor de configuratiemodus staat op de voorzijde van de cd-rom met gebruikersdocumentatie voor de Efficia DFM100.
Ga na of de pacingstatus van de patiënt correct is. Bij verplaatsing van de patiënt of de Efficia DFM100 is het van belang om het scherm af te wenden van het lichaam of andere oppervlakken. Als dat niet wordt gedaan, kan men per ongeluk tegen de therapieknop en de slimme selectieknop stoten, waardoor deze knoppen in een andere stand worden gezet.
Pagina 58
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de steriliseerbare paddles voor meer informatie. Zorg ervoor dat de lithium-ionbatterij van de Efficia DFM100 altijd opgeladen is en er een reservebatterij beschikbaar is. Als er een wijziging met betrekking tot de zomertijd optreedt tussen het begin en eind van een voorval, worden de tijdsaanduidingen voor dat voorval niet aangepast.
In dit hoofdstuk worden de basis ECG- en aritmiebewakingsfuncties van de Efficia DFM100 beschreven. Het apparaat gebruikt het ST/AR-algoritme van Philips voor ECG-analyse. U kunt de Efficia DFM100 gebruiken om het ECG van uw patiënt te bewaken via: • multifunctionele elektroden.
ECG-bewaking met elektrodepads ECG bewaken via multifunctionele elektrodepads: Als de therapiekabel niet al aangesloten is, sluit deze dan aan op de Efficia DFM100 zoals beschreven in “De therapiekabel aansluiten” op pagina 7. Sluit de pads aan op de therapiekabel zoals beschreven in “Multifunctionele elektroden...
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de elektroden niet in contact komen met andere geleidende materialen, in het bijzonder bij het aansluiten of loshalen van elektroden bij de patiënt. OPMERKING: Gebruik uitsluitend de toegestane afleidingensets bij de Efficia DFM100. Als u andere ...
Pagina 62
V/C 6 plaatsing: dezelfde hoogte als V/C 4 op de linker midden axillair-lijn OPMERKINGEN: Welke V/C-elektrodeplaatsing u ook kiest, deze wordt als V weergegeven op de Efficia DFM100. Als u een V-elektrode gebruikt, kan deze als referentie-elektrode fungeren als de RL-elektrode niet beschikbaar is.
5-afleidingen I, II, III, aVR, aVL, aVF, V ECG-set Voor het kiezen van afleidingen die u wilt weergeven op de Efficia DFM100, zie “De curve kiezen” op pagina 53. WAARSCHUWING: Raak de bewakingselektroden en andere meetapparatuur niet aan indien ze zijn aangebracht bij de...
Pagina 64
4: ECG-bewaking Voorbereiding voor ECG-bewaking PAS OP: Wees voorzichtig met patiëntkabels, inclusief ECG-bewakingsapparatuur wanneer deze gebruikt wordt met hoogfrequente chirurgische apparatuur. Bewakingsapparaten met lijnisolatie kunnen spanningslijntransiënten produceren die op echte hartcurven kunnen lijken en zo voorkómen dat er een HF-alarm optreedt. Houd elektrodedraden en -kabels uit de buurt van netsnoeren om dit probleem te voorkomen.
“Curve-instellingen” op pagina 156. Als u de Efficia DFM100 voor het eerst aanzet in de modus Handmatige defibrillatie, Gesynchroniseerde cardioversie of Monitor of als u overschakelt naar een van deze modi, wordt de standaardafleiding weergegeven in curvesector 1. Als de standaardafleiding niet beschikbaar of van slechte kwaliteit is, zoekt het apparaat automatisch de ECG-afleiding met de beste kwaliteit op en geeft deze nieuwe afleiding weer in curvesector 1.
4: ECG-bewaking Monitorweergave Selecteer het gewenste nieuwe curvetype en druk op de slimme selectieknop. Selecteer zo nodig de juiste ECG-curvegrootte en druk op de slimme selectieknop. OPMERKING: Als u de ECG-curvegrootte voor een bepaalde afleiding kiest, wordt die afleiding in alle gevallen aangepast tot de gekozen grootte.
Monitorweergave 4: ECG-bewaking Stippellijnen Een stippellijn op uw ECG-scherm geeft aan dat u een ongeldig ECG-signaal hebt in de curvesector. U kunt het probleem met de op dat moment geselecteerde afleiding proberen op te lossen (zie Tabel 50 “ECG-problemen” op pagina 189) of een andere afleiding kiezen. ...
• Onderzoek van het ECG-signaal op ventrikelfibrillatie en asystolie. OPMERKING: Omdat de ST/AR-algoritme voor de Efficia DFM100 de bron is voor de cardiotach en nodig is voor bepaling van de hartfrequentie en hartfrequentiealarmen, kan de algoritme nooit uitgeschakeld worden. Indien gewenst kunnen aritmie- en hartfrequentiealarmen wel uitgeschakeld worden. Zie “Alarmen instellen”...
Pagina 69
Aritmiebewaking 4: ECG-bewaking Aritmie leren/herleren gebeurt automatisch: • Wanneer de therapieknop naar de stand Monitor, Pacemaker, AED of Handmatige defibrillatie wordt gedraaid. • Altijd als de afleidingskeuze voor curvesector 1 veranderd is. • Na correctie van een situatie met losgeraakte elektroden of pads die meer dan 60 seconden heeft geduurd.
Hartfrequentie- en aritmiealarmen Hartfrequentie- en aritmiealarmen De Efficia DFM100 detecteert HF- en aritmiealarmcondities door ECG-gegevens te vergelijken met een set vooraf vastgestelde criteria. Een alarm kan optreden wanneer een frequentie een drempel overschrijdt (b.v. HF > geconfigureerde grens), wanneer een abnormaal ritme optreedt (b.v. ventrikel tachycardie) of als er een ectopie verschijnt (b.v.
Pagina 71
Hartfrequentie- en aritmiealarmen 4: ECG-bewaking OPMERKING: De hoge HF-alarmconditie wordt niet gedetecteerd wanneer de HF-bovengrens is ingesteld op een waarde die groter is dan de maximale extreme tachy-drempel. Het extreme tachy-alarm wordt weergegeven. De lage HF-alarmconditie wordt niet gedetecteerd wanneer de HF-ondergrens is ingesteld op een waarde die lager dan of gelijk is aan de minimale extreme tachy-drempel.
4: ECG-bewaking Hartfrequentie- en aritmiealarmen Afbeelding 46 Prioriteitsvolgorde aritmiealarm in Cardiotach modus Alleen voor AED-modus Alarmen instellen Alarminstellingen voor de hartfrequentie (HF), VTach en de PVC-frequentiegrens voor het huidige patiëntvoorval kunnen gedurende het voorval worden gewijzigd met de slimme selectieknop. De instellingen voor andere HF- en aritmiealarmen kunnen niet worden gewijzigd.
Zet het geluidssignaal op de Efficia DFM100 op pauze, wend u tot de patiënt en druk op de slimme selectieknop om de alarmconditie te bevestigen. Pas zo nodig de alarmgrenzen aan met behulp van de slimme selectieknop.
Met behulp van de configuratieopties kunt u de modus AED aanpassen aan de specifieke vereisten van uw instelling of reanimatieteam. In de modus AED baseert de Efficia DFM100 beslissingen om al dan niet te defibrilleren op SMART, de analysealgoritme van Philips. SMART is ontwikkeld met het oog op offensieve besluitvorming omtrent defibrilleren bij ventrikelfibrillatie.
Voorzorgen voor AED-therapie WAARSCHUWINGEN: Het AED-algoritme is niet ontworpen om de problemen met spikes van slecht functionerende pacemakers op te vangen. Bij patiënten met een pacemaker kan de Efficia DFM100 verminderd gevoelig zijn en niet alle defibrilleerbare ritmes herkennen. Gebruik uitsluitend elektroden die zijn goedgekeurd voor gebruik met de Efficia DFM100. Het gebruik van niet-goedgekeurde elektroden kan de prestaties en resultaten beïnvloeden.
AED-weergave 5: Optie AED-modus AED-weergave Wanneer de therapieknop op AED wordt gezet, wordt de AED-weergave weergegeven (zie Afbeelding 48). U ziet in de AED-weergave onder andere: AED-meldingengebied: belangrijke berichten voor de gebruiker wanneer deze zich in de modus AED bevindt. Schokkenteller: het aantal schokken voor het huidige voorval (waaronder schokken toegediend in de modus Handmatige defibrillatie).
5: Optie AED-modus AED-weergave AED-softkeys In de AED-modus zijn er meerdere softkeys beschikbaar (zie Afbeelding 48): • Reanimatie - als u op de toets drukt, begint de ingestelde pauze voor reanimatie. • Analyse hervatten - als u op de toets drukt, wordt de analyse hervat of opnieuw gestart door het AED-algoritme.
De Efficia DFM100 bedienen in de modus AED: Draai de therapieknop naar de stand AED. De Efficia DFM100 geeft de ingestelde patiëntcategorie visueel en auditief weer. Als deze niet correct is, stelt u de juiste patiëntcategorie in met de knop Gebruik het patiënttype Volwassene voor patiënten van ≥25 kg of ≥8 jaar.
Pagina 80
Defibrilleren in de modus AED Stap 1 - Draai de therapieknop in de stand AED. Wanneer de Efficia DFM100 zich in de AED-modus bevindt, wordt de patiëntcategorie visueel en auditief weergegeven. Verzeker u ervan dat de juiste patiëntcategorie is ingesteld. Als dit niet het geval is, stelt u het gewenste Type patiënt in met de knop...
Pagina 81
OPMERKINGEN: Als u de aanwijzing om een schok toe te dienen niet binnen de ingestelde waarde voor "Tijd tot lading weg" opvolgt, voert de Efficia DFM100 de defibrillatorlading af en volgt er een pauze waarin u reanimatie kunt toepassen. De analyse wordt voortgezet wanneer de pauze is verstreken of wanneer ...
5: Optie AED-modus Defibrilleren in de modus AED Gebruikersberichten in de modus AED Tijdens defibrillatie in de modus AED krijgt u aanwijzingen van het apparaat. Afhankelijk van de situatie kunnen dit auditieve en/of visuele aanwijzingen zijn. Zie tabel 9-16. Tabel 9 Berichten in de modus AED: elektroden aansluiten De volgende berichten worden weergegeven wanneer de therapiekabel niet correct is aangesloten op de Efficia DFM100.
Defibrilleren in de modus AED 5: Optie AED-modus Tabel 11 Berichten in de modus AED: analyse (vervolg) De volgende berichten worden weergegeven tijdens AED-analyse. Auditief bericht Visueel bericht Situatie Vereiste actie “ ” Druk op de Defibrilleren. Volgens de ECG-analyse ...
Tabel 13 Berichten in de modus AED: marginale impedantie De volgende berichten worden weergegeven wanneer de Efficia DFM100 een hogere padimpedantie detecteert dan wordt verwacht bij de gemiddelde patiënt. Dit kan worden veroorzaakt door overmatige haargroei op de borst, verlopen of uitgedroogde pads of een slechte plaatsing van de elektroden op de patiënt.
Berichten in de modus AED: lage impedantie De volgende berichten worden weergegeven wanneer de Efficia DFM100 een lagere padimpedantie detecteert dan wordt verwacht bij de gemiddelde patiënt. Mogelijk raken de elektroden elkaar of is de huid van de patiënt te nat.
5: Optie AED-modus Defibrilleren in de modus AED Tabel 15 Berichten in de modus AED: schokken (vervolg) De volgende berichten worden weergegeven wanneer het apparaat in de modus AED adviseert een schok toe te dienen of meteen nadat een schok is toegediend. Auditief bericht Visueel bericht Situatie...
- en AwRF-alarmen wilt activeren in de modus AED, drukt u op de alarmknop aan de voorzijde van de Efficia DFM100. Configureerbare reanimatieprotocollen De modus AED biedt u de mogelijkheid om de configuratie van de Efficia DFM100 aan te passen aan de reanimatieprotocollen van uw instelling. U kunt: •...
5: Optie AED-modus AED: alarmen AED: alarmen De analysealgoritme SMART genereert AED-defibrillatiealarmen in de situaties die zijn vermeld in Tabel 17. Mits ingeschakeld, zijn er zowel auditieve als visuele signalen. Mits ingeschakeld, genereert de ECG-bewakingsalgoritme ST/AR tijdens bewaking van een patiënt ECG-alarmen in de modus AED.
“EtCO - en AwRF-alarm” pagina 105 voor meer informatie over deze alarmen. Problemen oplossen Als de Efficia DFM100 niet naar behoren functioneert in de modus AED, raadpleegt u “Problemen bij defibrilleren en pacen” op pagina 191. Als er vertraging optreedt in de therapie, start u met reanimatie indien geïndiceerd.
U beoordeelt het ECG, besluit of defibrillatie of cardioversie geïndiceerd is, kiest het juiste energieniveau, laadt de Efficia DFM100 op en dient de schok toe. Tijdens de procedure wordt u door middel van tekstberichten op het scherm relevante informatie aangeboden. Wees alert op deze berichten.
Houd handen en voeten uit de buurt van de paddleranden. Gebruik uw duimen om de schokknoppen op de paddlehandvatten te bedienen. Gebruik uitsluitend elektroden die zijn goedgekeurd voor gebruik met de Efficia DFM100. Het gebruik van niet-goedgekeurde elektroden kan de prestaties en resultaten beïnvloeden. Zie “Goedgekeurde verbruiksartikelen en accessoires”...
Codeweergave 6: Handmatige defibrillatie Codeweergave Wanneer in de modus Handmatige defibrillatie een energieniveau wordt ingesteld, verschijnt de codeweergave. De codeweergave biedt optimaal zicht op de reanimatiegegevens (zie Afbeelding 50). U ziet in de codeweergave onder andere: Vergrote curvesector 1: de curve in curvesector 1 is vergroot en daardoor duidelijker zichtbaar. Schokkenteller: het aantal schokken voor het huidige voorval (waaronder schokken toegediend in de modus AED).
Defibrillatie met multifunctionele elektroden voorbereiden: Controleer de uiterste gebruiksdatum op de elektrodenverpakking en inspecteer de verpakking op beschadigingen. Indien dit nog niet is gebeurd, sluit u de therapiekabel aan op de Efficia DFM100 (zie “De therapiekabel aansluiten” op pagina 7).
Sluit de paddlekabel (of de paddleadapterkabel) aan op de Efficia DFM100. Zie “De therapiekabel aansluiten” op pagina 7. Volg de stappen voor defibrillatie in “Defibrillatie” op pagina 84. OPMERKING: De Efficia DFM100 heeft een ingebouwde beperking van 50 J bij gebruik van interne paddles.
4 J/kg voor de eerste schok en 4 J/kg voor de volgende schokken). De Efficia DFM100 heeft een ingebouwde beperking van 50 Joules bij gebruik van interne paddles. Houd toezicht op de patiënt wanneer u de Efficia DFM100 in de modus Handmatige defibrillatie gebruikt met elektroden op de patiënt.
Defibrillatie 6: Handmatige defibrillatie U kunt het ingestelde energieniveau op elk gewenst moment tijdens of na het opladen verhogen of verlagen. Draai de therapieknop naar het gewenste energieniveau. De Efficia DFM100 zal automatisch opladen tot het gekozen energieniveau. Als u de defibrillator moet ontladen, drukt op de toets .
Problemen oplossen Als de Efficia DFM100 niet naar behoren functioneert tijdens handmatige defibrillatie, raadpleegt u “Problemen bij defibrilleren en pacen” op pagina 191. Als er vertraging optreedt in de therapie, start u met reanimatie indien geïndiceerd.
De Efficia DFM100 biedt gesynchroniseerde cardioversie als therapie door een bifasische stroompuls aan het hart te geven, direct na de detectie van een R-top in de ECG-curve. De curve die in de Efficia DFM100 wordt toegepast, is klinisch getest en effectief gebleken voor het cardioverteren van atriumfibrilleren.
R-top. Gebruik uitsluitend elektroden die zijn goedgekeurd voor gebruik met de Efficia DFM100. Het gebruik van niet-goedgekeurde elektroden kan de prestaties en resultaten beïnvloeden. Zie Tabel 57 “Goedgekeurde verbruiksartikelen en accessoires”...
ECG-connector van de Efficia DFM100. Dit verbindt het ECG-signaal van de monitor met de Efficia DFM100, waar het wordt weergegeven en waar synchronisatie plaatsvindt. Het signaal van de bedmonitor wordt weergegeven als afleiding II op de Efficia DFM100, hoewel het niet noodzakelijkerwijs afleiding II is die uit de bedmonitor komt.
R-top. Gebruik de Lead Select-knop om afleidingen te veranderen als de R-toppijlen niet correct worden weergegeven. Druk op de gele laadknop op de Efficia DFM100 of - als u paddles gebruikt - de gele laadknop op de apexpaddle.
Controleer het ECG en bevestig dan nogmaals het energieniveau en de curve. Houd de schokknop op de Efficia DFM100 ingedrukt. Als u externe paddles gebruikt, houdt u de oranje knoppen op beide paddles ingedrukt. Het is belangrijk om de schokknop (of de paddleknoppen) ingedrukt te houden totdat de defibrillatie wordt uitgevoerd.
7: Gesynchroniseerde cardioversie Cardioversie: alarmen OPMERKING: De Sync-functie van de Efficia DFM100 kan zijn geconfigureerd om wel of niet ingeschakeld te blijven na een gesynchroniseerde defibrillatie. Sync uitzetten Druk nogmaals op de Sync-knop om de Sync-functie uit te schakelen. Het licht van de knop gaat uit en Sync-indicaties verdwijnen van het scherm.
Zie “Voorvallen markeren” pagina 44. De modus Pacing van de Efficia DFM100 is geschikt voor zowel volwassen als kinderen. Gebruik de knop Type patiënt om van categorie te wisselen. WAARSCHUWING: Pacingtherapie mag uitsluitend worden gegeven door gekwalificeerd medisch personeel.
8: Pacing Pacing-weergave Pacing-weergave De Pacing-weergave wordt geactiveerd wanneer de therapieknop op Pacemaker wordt gezet. Deze weergave is voorzien van een statusbalk, die in curvesector 3 van het scherm verschijnt (zie Afbeelding 53). De interne pacingstatus van de patiënt wordt niet weergegeven. U ziet in de Pacing-weergave onder andere: •...
OPMERKINGEN: Het ECG van de elektroden hoeft niet in een curvesector te worden weergegeven om pacingtherapie uit te voeren. Als u in de OK pacingtherapie met de Efficia DFM100 geeft in de aanwezigheid van apparatuur voor diathermie, dient u uitsluitend de modus Vast te gebruiken.
8: Pacing Pacing in de modus Vragen OPMERKINGEN: Gebruik in de modus Pacing netvoeding met een batterij als back-up, zodat de pacingtherapie niet wordt onderbroken in geval er een stroomstoring optreedt of de batterij leeg raakt. Als u overgaat naar de Pacing-modus worden Sync-instellingen uitgeschakeld. Als Paddles is geselecteerd voor weergave in curvesector 2 en de modus Pacemaker wordt geactiveerd, wordt de curve voor curvesector 2 automatisch ingesteld op Geen.
Bij pacingtherapie in de modus Vragen moet de ECG-kabel van de patiënt rechtstreeks zijn aangesloten op de Efficia DFM100. Als u de pacemakerfunctie gebruikt op batterijvoeding en het alarm dat de batterij bijna leeg is wordt afgegeven, schakelt u over op netvoeding, zodat de pacingtherapie niet wordt onderbroken.
8: Pacing Pacen in de modus Vast Pacen in de modus Vast Pacingtherapie in de modus Vast: Draai de therapieknop in de stand Pacemaker. In de Pacing-balk wordt het bericht weergegeven dat aangeeft dat de pacemakerfunctie is ingeschakeld, maar er geen pacepulsen worden afgegeven. Pacing vragen is de standaard pacemakermodus.
Controleer of ook de registratie van de hartfunctie nog plaatsvindt. PAS OP: Pacen dient uitgeschakeld te worden alvorens er met een andere defibrillator wordt gedefibrilleerd. Door dit niet te doen kan de Efficia DFM100 beschadigd raken. Pacingalarmen...
Vertrouw niet op de aangegeven hartfrequentie of hartfrequentiealarmen als referentie voor de doorbloeding van de patiënt. Problemen oplossen Als de Efficia DFM100 niet naar behoren functioneert tijdens defibrillatie, raadpleegt u “Problemen bij defibrilleren en pacen”...
Overzicht Met de kooldioxidebewakingsfunctie van de Efficia DFM100 wordt de partiële druk van het kooldioxide in een monster uitgeademde lucht van de patiënt gemeten. De Efficia DFM100 kan zowel bij geïntubeerde als niet-geïntubeerde patiënten gebruikt worden om capnometrie te bewaken.
EtCO te bewaken, moet het op de lokale luchtdruk worden ingesteld. Een onjuist ingestelde druk resulteert in onjuiste waarden. Raadpleeg de servicehandleiding van de Efficia DFM100 voor meer informatie over het instellen van de luchtdruk.
Voorbereiding op de meting van EtCO 9: CO -bewaking Voorbereiding op de meting van EtCO Sensoren Er zijn twee sensoren die met de Efficia DFM100 kunnen worden gebruikt om de EtCO te meten: • Mainstream • Sidestream Afbeelding 56 EtCO...
EtCO -bewaking Om EtCO te bewaken: Sluit de sensor aan op de Efficia DFM100 en sluit de samplinglijn aan op de sensor (zie “De -kabel en -samplinglijn aansluiten” op pagina 10). Sluit de samplinglijn aan op de patiënt. Als de Efficia DFM100 nog niet aanstaat, draait u de therapieknop in de stand Monitor.
-bewaking EtCO - en AwRF-alarm Alarmen gedragen zich hetzelfde, ongeacht welke sensor op de Efficia DFM100 is aangesloten. Er klinkt een alarm als de metingen buiten het geconfigureerde bereik voor hoge of lage EtCO , hoge of lage ademhalingsfrequentie (AwRF) of apneuduur vallen. EtCO -alarmen behalve Apneu worden allemaal geclassificeerd als “zelfherstellende”...
Pagina 118
9: CO -bewaking EtCO - en AwRF-alarm Tabel 22 EtCO technische alarmen (vervolg) Alarmmelding Situatie Alarmtype Indicatie -sensor moet worden genuld. -sensor niet opgewarmd tot juiste bedrijfstemperatuur. De samplinglijn is geknikt of geblokkeerd. Alleen voor Sidestream. De luchtwegadapter is ...
EtCO - en AwRF-alarm 9: CO -bewaking Wijzigen van EtCO -alarmgrenzen Ga als volgt te werk om EtCO -alarmgrenzen te wijzigen: Druk op de slimme selectieknop. Draai aan de knop Smart Select om het menu te markeren en druk vervolgens op de knop.
• Bij een significante verandering in de omgevingsomstandigheden • Wanneer wordt getwijfeld aan de nauwkeurigheid van de aflezing • Op aanwijzing van de Efficia DFM100 OPMERKINGEN: Nul de sidestream- en mainstreamsensor voor CO niet zonder dat er een samplinglijn is aangebracht.
Laat de sensor volledig opwarmen. opwarmen en voer nogmaals een nulling uit. OPMERKINGEN: De toets wordt uitgeschakeld wanneer de Efficia DFM100 bezig is met het nullen van de sensor. De toets verschijnt niet zolang de tabel Trends wordt weergegeven.
9: CO -bewaking De EtCO -bewakingsfunctie uitschakelen De EtCO -bewakingsfunctie uitschakelen Schakel de EtCO -bewakingsfunctie uit door de sensorkabel uit de Efficia DFM100 te halen. Het bericht wordt weergegeven. Selecteer en druk op de knop Smart Select. ...
) is één van de beschikbare hulpmiddelen waarmee de cardiale en respiratoire toestand van een patiënt kan worden beoordeeld. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe pulsoxymetrie werkt en hoe u de Efficia DFM100 kunt gebruiken om de SpO te bewaken.
10: SpO -bewaking Hoe werkt pulsoxymetrie? Hoe werkt pulsoxymetrie? Een pulsoxymetriesensor zendt licht door weefsel van de patiënt naar een ontvanger aan de andere kant van de sensor. LED's zenden rood en infrarood licht door de perifere gebieden van het lichaam, zoals een vinger.
201 vindt u een overzicht van de SpO -sensoren en -accessoires die kunnen worden gebruikt met de Efficia DFM100. PAS OP: Gebruik nooit meer dan één verlengkabel (M1941A). Gebruik de oorsensor niet bij patiënten met kleine oorlellen, omdat dit voor onnauwkeurige metingen kan zorgen.
-kabel aansluiten” pagina 11). Breng de sensor aan bij de patiënt. Als de Efficia DFM100 niet aan staat, draait u de therapieknop naar een klinische modus. • moet geconfigureerd worden om in de AED-modus te verschijnen en wordt niet weergegeven totdat hij pulseert.
-bewaking Pleth-curve Als de sensor is aangesloten op de Efficia DFM100, zal de pleth-curve getoond worden in de geconfigureerde curvesector. Rasterlijnen worden weergegeven om de signaalkwaliteit aan te duiden. Als de signaalkwaliteit goed is, wordt de pleth-curve automatisch ingesteld op de rasterlijnen. Bij slechte signaalkwaliteit wordt de curve verhoudingsgewijs verkleind en lijkt deze de rasterlijnen niet te bereiken.
10: SpO -bewaking -alarmen Tabel 25 technische alarmen Alarmmelding Situatie Alarmtype Indicatie Het apparaat kan geen Pleth-curve detecteren ten gevolge van een -sensordefect. De SpO -sensor is losgeraakt. Er is een SpO -sensorsignaal met ruis gedetecteerd. Er is lichtinterferentie gedetecteerd bij de SpO -sensor.
Indicatie Polswaarde is hoger dan de Zelfherstellend bovenste polsalarmgrens. alarm met Gele alarmmelding met matige geluidstoon Polswaarde is lager dan de prioriteit onderste polsalarmgrens. OPMERKING: Polsalarmen zijn standaard uitgeschakeld, behalve wanneer de Efficia DFM100 in de Pacing-modus komt.
De sensor bevat een gevoelig elektronisch instrument dat kan worden beschadigd. Ruwe behandeling van de sensor zal de levensduur ervan bekorten. Problemen oplossen Als uw Efficia DFM100 niet naar verwachting werkt tijdens de SpO -bewaking, raadpleeg dan Tabel 52 “SpO -problemen”...
NiBD bewaken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u niet-invasieve bloeddrukmetingen (NiBD) kunt uitvoeren met de Efficia DFM100. Overzicht Zowel bij volwassen patiënten als bij kinderen wordt voor het meten van de bloeddruk met de Efficia DFM100 de oscillometrische methode gebruikt. Het apparaat genereert systolische, diastolische en gemiddelde waarden.
OPMERKING: Bij de pediatrische en volwassen patiëntpopulatie zijn bloeddrukmetingen die worden uitgevoerd met de Philips Goldway NBP Module, binnen de grenzen die worden voorgeschreven door ANSI/AAMI SP10: 1992 & 2002/YY 0670-2008 (gemiddeld foutverschil ±5 mmHg of minder, standaarddeviatie 8 mmHg of minder) equivalent met metingen die worden verkregen door geoefende waarnemers die gebruikmaken van de auscultatiemethode met manchet en stethoscoop.
NiBD meten 11: NiBD bewaken Zorg ervoor dat de manchet op gelijke hoogte is met het hart van de patiënt. Druk op de toets . De manchetdruk wordt tijdens het oppompen en leeglopen weergegeven. Wanneer de meting is voltooid, worden de NiBD-waarden weergegeven. ...
Pagina 134
11: NiBD bewaken NiBD meten WAARSCHUWINGEN: Niet-invasieve bloeddrukmeting mag niet worden uitgevoerd bij patiënten met sikkelcelziekte of bij patiënten van wie de conditie zodanig is dat huidbeschadiging is opgetreden of zou kunnen optreden. Gebruik niet in een hogedrukkamer. Wees alert bij het gebruik van een oscillometrisch NiBD-apparaat bij patiënten met verlaagd bewustzijn, neuropathie, onregelmatig hartritme, instabiele hypertensie, beweeglijke armen of arteriële insufficiëntie, in het bijzonder wanneer het apparaat lange tijd wordt gebruikt.
Pagina 135
30 seconden tussen de metingen, zelfs als een meting moet worden uitgevoerd. Op het scherm van de Efficia DFM100 worden de laatste NiBD (indien gemeten in de laatste 60 minuten), de verkregen tijd en de frequentie weergegeven.
11: NiBD bewaken NiBD-alarmen NiBD-alarmen Er wordt een alarm afgegeven wanneer een waarde voor de geconfigureerde bron (systolisch, diastolisch of gemiddeld) buiten de geconfigureerde onder- of bovengrens komt. NiBD-alarmen zijn "zelfherstellend"; dit betekent dat ze automatisch worden verwijderd zodra de oorzaak van het alarm is opgeheven.
NiBD-manchetten. U hebt optimaal profijt van de manchetten als u er zorgvuldig mee omgaat en ze beschermt tegen scherpe objecten. Problemen oplossen Als de Efficia DFM100 tijdens NiBD-bewaking niet naar behoren functioneert, raadpleegt u Tabel 54 “NiBD-problemen” op pagina 197.
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u patiëntgegevens kunt inspecteren met behulp van Efficia DFM100 Trending. Overzicht In de modus Monitor biedt uw Efficia DFM100 u de mogelijkheid tot het bekijken en afdrukken van numerieke trendgegevens van vitale waarden voor het huidige voorval. Trendgegevens worden automatisch verkregen als de parameters zijn ingeschakeld.
Als het scherm vol is, worden de oudste gegevens verwijderd. • Als u naar rechts schuift om oude gegevens te bekijken, dan werkt de Efficia DFM100 de meest recente gegevens bij als u weer teruggaat. ...
Trendrapporten kunnen ook vanuit de modus Gegevensbeheer worden afgedrukt. “Gegevensbeheer” op pagina 131. OPMERKING: Ga niet naar de modus Gegevensbeheer tijdens het bewaken van een patiënt. Problemen oplossen Als uw Efficia DFM100 niet naar verwachting werkt tijdens het trenden, raadpleeg dan “Problemen oplossen” op pagina 183.
Gegevensbeheer In dit hoofdstuk worden de gegevensbeheerfuncties van de Efficia DFM100 beschreven, waaronder de modus Gegevensbeheer, het voorvaloverzicht en de afdrukfunctionaliteit. Overzicht De Efficia DFM100 creëert automatisch een voorvaloverzicht van elke patiëntcasus. Elk voorvaloverzicht wordt voorzien van een uniek voorval-identificatienummer, krijgt een datum en tijd mee, en wordt opgeslagen in het interne geheugen van het apparaat.
OPMERKING: Er geldt een gegevenslimiet van 8 uur per voorval voor een voorvaloverzicht. Is de grens van 8 uur bereikt, dan stopt de Efficia DFM100 met registreren en wordt een bericht weergegeven op de Efficia DFM100. Het aantal voorvaloverzichten dat kan worden opgeslagen, hangt af van de duur van elk afzonderlijk voorvaloverzicht.
Pagina 145
Afhankelijk van de configuratie van uw apparaat, zijn mogelijk niet alle genoemde voorvallen beschikbaar. Tekst tussen haakjes wordt vervangen door een toepasselijke waarde. Om curven in het voorvaloverzicht te kunnen opslaan, moet u de Efficia DFM100 hebben geconfigureerd voor lange voorvaloverzichten. Zie Tabel 43 op pagina 159.
13: Gegevensbeheer Overzicht voorvallen Tabel 29 Voorvalinformatie Vastgelegd voorval Frequentie Spanningsgerelateerde voorvallen Vastgelegd na eerste inschakeling van het apparaat. Vastgelegd wanneer apparaat is ingeschakeld na korter dan 10 seconden te zijn uitgeschakeld. Vastgelegd wanneer therapieknop in de stand Uit is gedraaid. ...
Overzicht voorvallen 13: Gegevensbeheer Tabel 29 Voorvalinformatie (vervolg) Vastgelegd voorval Frequentie Vastgelegd wanneer elektroden op de patiënt worden geplaatst. Vastgelegd na een voorval van als de multifunctionele elektrodepads van de patiënt zijn verwijderd of als de therapiekabel is ontkoppeld. ...
Pagina 148
(grens) Vastgelegd wanneer PVC-frequentiealarmen worden ingeschakeld en wanneer de alarmgrenzen worden veranderd. Vastgelegd wanneer de Efficia DFM100 het ECG-signaal evalueert. Vastgelegd wanneer de Efficia DFM100 het ECG-ritme evalueert. Initiële bandbreedten voor weergave, afdrukken en opslag worden vastgelegd.
Pagina 149
Vastgelegd wanneer de EtCO -waarde van de patiënt lager is dan de geconfigureerde grens. (type) Vastgelegd wanneer een CO -sensor is aangesloten op de Efficia DFM100. Vastgelegd wanneer de CO -sensor niet is opgewarmd tot het bedrijfstemperatuurbereik. ...
Pagina 150
Voorvalinformatie (vervolg) Vastgelegd voorval Frequentie Vastgelegd wanneer een niet-kritische EtCO -fout wordt gedetecteerd. Vastgelegd wanneer de Efficia DFM100 niet met de CO -sensor kan communiceren. AwRF Vastgelegd wanneer AwRF-alarmen worden in- of uitgeschakeld plus elke ...
Pagina 151
Overzicht voorvallen 13: Gegevensbeheer Tabel 29 Voorvalinformatie (vervolg) Vastgelegd voorval Frequentie Vastgelegd wanneer de NiBD-manchet een druk bereikt van 300 mmHg/40 kPa. Vastgelegd wanneer een NiBD-meting niet kan worden voltooid. Vastgelegd wanneer het apparaat een niet-kritische NiBD-fout detecteert. ...
Pagina 152
13: Gegevensbeheer Overzicht voorvallen Tabel 29 Voorvalinformatie (vervolg) Vastgelegd voorval Frequentie Vastgelegd wanneer het apparaat een NSA-pauze begint of beëindigt. Vastgelegd wanneer het apparaat NSA-bewaking begint of beëindigt. Vastgelegd wanneer het apparaat een reanimatiepauze begint of beëindigt. Pacing ...
De modus Gegevensbeheer is een niet-klinische modus die gebruikt wordt voor het beheren van records met voorvalgegevens. U kunt een afzonderlijk voorvaloverzicht of alle voorvaloverzichten exporteren. U kunt de Efficia DFM100 ook zo configureren dat patiëntinformatie uit voorvaloverzichten wordt verwijderd voordat deze worden geëxporteerd. Ook kunt u gegevens uit het voorvaloverzicht beheren op een externe USB-drive.
Pagina 154
13: Gegevensbeheer Modus Gegevensbeheer De volgende informatie wordt weergegeven op het scherm: • ID – Geeft aan of het voorvalrecord patiëntinformatie bevat aan de hand waarvan de persoon specifiek kan worden geïdentificeerd. geeft aan dat dit zo is; geeft aan dat dit niet zo is.
89, en elke andere informatie waarmee een persoon specifiek zou kunnen worden geïdentificeerd. • De Efficia DFM100 kan zo worden geconfigureerd dat hij u vraagt of u alle patiëntgerelateerde gegevens wilt verwijderen voordat een voorvaloverzicht wordt geëxporteerd. Als deze functie is ...
Efficia DFM100. OPMERKING: Als u tijdens het exporteren van gegevens van een niet-klinische modus naar een klinische modus of omgekeerd wisselt, vraagt de Efficia DFM100 u of u het exporteren wilt afbreken. Selecteer om te stoppen en om door te gaan met de export.
Voorval Symbool Markeer voorval Fysiologisch alarm Schok afgegeven De Efficia DFM100 kan ook zo geconfigureerd worden dat hij een strook print in geval van een alarm, lading, defibrillatie of voorvalmarkering. Zie Tabel 43 “Afdrukinstellingen” op pagina 159. Een voorvaloverzicht afdrukken voor het huidige voorval: Druk op de rapportknop ...
Als opdracht wordt gegeven tot het afdrukken van een gegevensrapport terwijl de printer bezig is een ander rapport af te drukken, zal de Efficia DFM100 u enkele vragen stellen. Op grond van uw antwoorden wordt bepaald welk rapport voorrang krijgt bij het afdrukken.
De configuratie is te bekijken en te veranderen via het configuratiemenu. Er is een wachtwoord vereist om de configuratie van uw apparaat te wijzigen. OPMERKINGEN: Bedenk bij het maken van uw configuratiekeuzes in welke klinische omgevingen de Efficia DFM100 allemaal zou kunnen worden gebruikt. De keuzes voor de ene afdeling zijn wellicht niet geschikt voor een andere afdeling.
14: Configuratie Overzicht Datum en tijd instellen De datum en tijd wijzigen vanuit het Configuratiegebruik: Druk in de configuratiemodus op de slimme selectieknop. Selecteer en druk op de knop Smart Select. Het scherm voor configuratie van datum/tijd wordt getoond. Zie Afbeelding Afbeelding 71 Datum en tijd configureren...
Druk op de toets De Efficia DFM100 kopieert uw huidige configuratie naar de USB-drive. OPMERKING: Als er al een configuratie is opgeslagen op de USB-drive, wordt bij het exporteren van een andere configuratie naar de USB-drive de reeds aanwezige configuratie overschreven.
14: Configuratie Overzicht Druk op de toets . De Efficia DFM100 kopieert de huidige configuratie vanaf de USB-drive. Breng apparaatspecifieke configuratiewijzigingen aan. Druk op de toets Afdrukinstellingen Configuratie-instellingen afdrukken: Druk in de configuratiemodus op de slimme selectieknop.
14: Configuratie Configureerbare parameters De volgende tabellen vermelden de configureerbare parameters voor de Efficia DFM100. De standaardwaarden zijn vet gedrukt. Waarden kunnen worden aangepast in stappen van 1 tenzij anders wordt vermeld. Gebruik de kolom Gebruikersinstelling om uw keuze vast te leggen.
Instellingsmogelijkheden Gebruikers- instelling Selecteert de standaardpatiëntencategorie. Bepaalt of een traditionele Philips-alarmtoon of een IEC-standaardalarmtoon wordt gebruikt. Bepaalt de tijdsduur van de alarmpauze, nadat er op de betreffende knop wordt gedrukt.
Pagina 165
Overzicht 14: Configuratie Tabel 33 Hartfrequentie-/ECG-instellingen Parameter Omschrijving Instellingsmogelijkheden Gebruikers- instelling Selecteert de HF/ECG kleur. Bepaalt of het ECG automatisch wordt afgesteld op de maximumgrootte zonder de curvesector af te snijden. Als auto-amplitude uit staat, is de standaardwaarde x1 (10 mm/mV).
14: Configuratie Overzicht Tabel 39 AED-instellingen (vervolg) Parameter Omschrijving Instellingsmogelijkheden Gebruikers- instelling Alle energie-instellingen ≥ de Bepaalt de energiedosis van de derde en verdere defibrillaties van een serie in de AED-modus. tweede geconfigureerde defibrillatie in de serie tot 200J, Tabel 40 Reanimatie-instellingen Parameter...
Pagina 171
Overzicht 14: Configuratie Tabel 42 Instellingen voor voorvallen markeren (vervolg) Parameter Omschrijving Instellingsmogelijkheden Gebruikers- instelling Bepaalt de zevende menukeuze in het menu Markeer voorval. Bepaalt de achtste menukeuze in het menu Markeer voorval. OPMERKING: Voor het definiëren van keuzes in het menu Markeer voorval geldt een limiet van 20 tekens. “Voorvallen markeren”...
Wekelijkse schoktest (zie “Wekelijkse schoktest” op pagina 162) • Functionele controle (zie “Functionele controle” op pagina 163) WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de Efficia DFM100 niet is aangesloten op een patiënt als u een functionele controle of een wekelijkse schoktest uitvoert.
Als de strook niet drukt u op de afdrukknop. direct wordt afgedrukt, drukt u op de afdrukknop. Druk op de schokknop op de Efficia DFM100. Druk tegelijkertijd op de schokknoppen op de paddles. Controleer of de afgedrukte Controleer of u het auditieve bericht “...
Vanuit de module voor functionele controles kunt u ook het resultaat van automatische tests en functionele controles afdrukken. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de Efficia DFM100 niet is aangesloten op een patiënt als u een functionele controle of een wekelijkse schoktest uitvoert.
OPMERKING: Als de Efficia DFM100 niet correct is ingesteld, wordt u via aanwijzingen op het scherm verzocht de wijzigingen aan te brengen die vereist zijn om de functionele controle met succes uit te voeren (zie Afbeelding 74).
Pagina 177
OPMERKING: Nadat u op Sync hebt gedrukt, kunt u de Efficia DFM100 desgewenst verlaten; de functionele controle wordt automatisch voltooid. Als u de functionele controle annuleert voordat alle taken zijn voltooid, wordt de controle niet opgenomen in het scherm Overzicht functionele controle.
(bijvoorbeeld bij een mislukte therapieknop of knop), wordt de therapie uitgeschakeld. U ziet berichten op het scherm en de gebruiksgereed-indicator is een ononderbroken rode X. Nadat u de functionele controle hebt afgesloten, wordt de Efficia DFM100 opnieuw opgestart en wordt de therapie uitgeschakeld.
Pagina 179
Functionele controle 15: Functionele controle en overdrachtscontrole Tabel 44 Tests en resultaat van functionele controle Test Systeembericht Gebruikersactie Resultaten Wat te doen als test mislukt Algemene Geen Geen OK - alle geteste systemen Stel het apparaat buiten systeemtest - functioneren naar behoren. gebruik en waarschuw een batterij van servicetechnicus.
Pagina 180
15: Functionele controle en overdrachtscontrole Functionele controle Tabel 44 Tests en resultaat van functionele controle (vervolg) Test Systeembericht Gebruikersactie Resultaten Wat te doen als test mislukt Schokknop - de Wanneer het Druk op de OK - de schokknop Herhaal de functionele functionaliteit apparaat is schokknop op...
Pagina 181
Functionele controle 15: Functionele controle en overdrachtscontrole Tabel 44 Tests en resultaat van functionele controle (vervolg) Test Systeembericht Gebruikersactie Resultaten Wat te doen als test mislukt Therapie - Geen Geen OK - de therapietest is Herhaal de functionele defibrillatiecircuit succesvol uitgevoerd met de controle met een andere opgegeven kabel.
Pagina 182
15: Functionele controle en overdrachtscontrole Functionele controle Tabel 44 Tests en resultaat van functionele controle (vervolg) Test Systeembericht Gebruikersactie Resultaten Wat te doen als test mislukt NiBD - interne Geen Geen OK - de NiBD-test is Vraag een technicus om de NiBD-functiona- succesvol uitgevoerd.
(in een niet-klinische omgeving), sluit u de Efficia DFM100 aan op een simulator en stelt u de alarmgrenzen handmatig zodanig in dat er een alarm wordt geactiveerd. Kijk naar het scherm en luister naar het alarm. Let op dat u de alarmgrenzen weer herstelt naar de geschikte instellingen voordat u het apparaat terugbrengt naar een klinische omgeving.
Als u in het menu Functionele controle de optie selecteert (zie Afbeelding 73), wordt er een overzicht weergegeven van de laatste 60 functionele controles die zijn opgeslagen in de Efficia DFM100 (zie Afbeelding 77). Druk op de slimme selectieknop (zie Afbeelding 78) om het rapport af te drukken of het overzicht te exporteren.
OPMERKING: Als u een overzicht of rapport probeert af te drukken terwijl de printer al bezig is met een ander rapport of overzicht, wordt u door de Efficia DFM100 gevraagd of u de eerste afdruktaak wilt beëindigen en de nieuwe wilt starten. Gebruik de slimme selectieknop om een antwoord te...
Onderhoud Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de Efficia DFM100 en zijn accessoires kunt verzorgen. Overzicht Goed onderhoud van de Efficia DFM100 is een eenvoudige maar belangrijke factor van betrouwbaarheid. Regelmatig onderhoud is van vitaal belang om de Efficia DFM100 altijd beschikbaar te hebben bij noodgevallen.
OPMERKING: Als de DFM100 in het midden van een automatische test wordt ingeschakeld, wordt de test gestopt en start het apparaat in de normale modus op. Resultaat automatische tests U kunt de resultaten van de automatische tests die door de Efficia DFM100 worden uitgevoerd weergeven, afdrukken en exporteren. ...
X de batterij is echter vervang de batterij door een opgeladen bijna leeg of exemplaar. U kunt de batterij eenvoudig functioneert niet naar opladen door de Efficia DFM100 aan te behoren. sluiten op netvoeding. Ononderbroken Er is een...
Onderhoud van de batterijen is essentieel om ervoor te zorgen dat de ladingstatus correct wordt weergegeven en dat er voldoende lading en capaciteit over is om met de Efficia DFM100 te werken; de levensduur van de batterij wordt erdoor verlengd. Verwijder verkeerde batterijen onmiddellijk uit het apparaat.
20-40% van hun capaciteit. Vóór gebruik dienen ze volledig te worden opgeladen. PAS OP: Als de batterij wordt bewaard in de Efficia DFM100 als het apparaat voor langere tijd buiten gebruik is, loopt de batterij leeg.
Voedingsalarmen worden afgegeven in de situaties die zijn vermeld in Tabel 48. Een actief alarm wordt als alarmmelding weergegeven op het scherm van de Efficia DFM100. Er is sprake van zowel auditieve als visuele alarmsignalen. Zie “Alarmen” op pagina 36 voor meer informatie over alarmen.
Hieronder vindt u aanbevelingen voor het reinigen van de Efficia DFM100 en de bijbehorende accessoires. PAS OP: De Efficia DFM100 en de bijbehorende accessoires en verbruiksartikelen mogen niet in de autoclaaf worden gereinigd, worden gesteriliseerd met stoom, ultrasoon worden gereinigd of worden ondergedompeld, tenzij anderszins aangegeven in de gebruiksaanwijzing bij het desbetreffende accessoire of verbruiksartikel.
Volg de richtlijnen van de fabrikant voor reiniging van de manchet. Levensduur De levensverwachting van de therapiekabel en externe paddles van de Efficia DFM100 hangt af van de omgeving waarin deze worden gebruikt, de frequentie van gebruik en hun onderhoud. Hun levensduur is maximaal drie jaar.
Problemen oplossen Overzicht Als de Efficia DFM100 een fout of potentieel probleem detecteert tijdens het gebruik, verschijnt er een tekstmelding om u te helpen. Dergelijke meldingen gaan vaak gepaard met een gesproken aanwijzing of hoorbare pieptoon. Dit hoofdstuk beschrijft de berichten die worden getoond, evenals andere symptomen.
Als een bepaalde optie niet op uw Efficia DFM100 is geïnstalleerd of als, in het geval van de -sensor, de module niet is aangesloten op het apparaat, wordt er geen informatie afgedrukt. OPMERKING: Wanneer u de Efficia DFM100 voor het eerst inschakelt of de CO...
Als u problemen probeert op te lossen die te maken hebben met het aansluiten van de patiënt op de Efficia DFM100, wordt aangeraden dat één enkele persoon het verbindingspad van de patiënt naar het apparaat naloopt om zich ervan te verzekeren dat er sprake is van een correcte eind-tot-eind-verbinding.
Pagina 198
Sluit het apparaat op de netspanning aan om het het scherm. apparaat is niet op de opnieuw op te starten. netspanning aangesloten. Technisch alarm De Efficia DFM100 kan niet Sluit het apparaat aan op de netspanning. met de batterij Plaats een volledig opgeladen batterij. communiceren.
Pagina 199
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het stroomlampje op de Batterij is uitgeschakeld om Plaats de batterij in een Efficia DFM100 gedurende 1 zijkant van de batterij werkt de levensduur te verlengen minuut om deze weer in te schakelen. niet als u de batterij tijdens transport.
Pagina 200
17: Problemen oplossen Symptomen Tabel 49 Algemene problemen (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het technisch alarm De geïnstalleerde batterij is Plaats een volledig opgeladen batterij. wordt gegeven. niet in staat het apparaat op Voer een functionele controle uit om het probleem vast te laden voor defibrillatie.
Pagina 201
Symptomen 17: Problemen oplossen Tabel 50 ECG-problemen Symptoom Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het QRS-volume is Configureer het QRS-piepervolume geconfigureerd om op staan of het staat te zacht. QRS-pieper niet hoorbaar of Het QRS-volume is uit of te Pas het volume aan via het menu Volume. er worden geen pieptonen zacht gezet via het menu gegeven bij elk...
Pagina 202
17: Problemen oplossen Symptomen Tabel 50 ECG-problemen (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Apparaat is in AED-modus. De Lead Select-knop is uitgeschakeld in de AED-modus. Als u een afleiding wilt selecteren, sluit u de modus AED af en gaat u naar de modus Monitor of Handmatige defibrillatie.
Symptomen 17: Problemen oplossen Tabel 50 ECG-problemen (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Technisch alarm Er is een apparaatdefect Voer een functionele controle uit. Als deze mislukt of gedetecteerd. Het apparaat het probleem zich herhaaldelijk blijft voordoen, stelt u ...
Pagina 204
17: Problemen oplossen Symptomen Tabel 51 Problemen bij defibrilleren en pacen (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het bericht De padskabel is niet Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten en of de aangesloten op de elektrodepads correct zijn aangebracht bij de patiënt. wordt weergegeven.
Pagina 205
Problemen bij defibrilleren en pacen (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Technisch alarm De Efficia DFM100 heeft Vervang de defibrillator. Stel het apparaat buiten een fout gedetecteerd die de gebruik en waarschuw een servicetechnicus. levering van pacingtherapie verhindert.
Pagina 206
17: Problemen oplossen Symptomen Tabel 52 -problemen Symptoom Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing De sensor is niet goed Controleer de aansluiting en kabel van de sensor. aangesloten, of de Probeer een andere sensor. sensorkabel is beschadigd. De SpO -curve is niet voor Gebruik het Getoonde curven-menu om een weergave geconfigureerd en curvesector te kiezen voor weergave van de SpO...
Pagina 207
Symptomen 17: Problemen oplossen Tabel 52 -problemen (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Technisch alarm De SpO -sensor of Probeer een andere sensor. adapterkabel is defect. Waarschuw een servicetechnicus als het probleem met de SpO -module blijft bestaan. Als SpO -bewaking van essentieel belang is voor de patiëntenzorg, stelt u het apparaat buiten gebruik.
Pagina 208
Efficia DFM 100 onderhoud nodig. Als het Efficia DFM100. alarm verandert, zorgt u ervoor dat de sensor goed wordt geplaatst. Als het communicatiefout-alarm zich opnieuw voordoet, vervangt u de CO -sensor.
Pagina 209
-sensor goed is aangesloten op de ontkoppeld. Efficia DFM100. Als de sensor goed op de Efficia DFM100 is aangesloten en het technische alarm nog steeds op het scherm wordt weergegeven, kunt u proberen de sensor opnieuw te nullen om het alarm op te heffen.
Pagina 210
Technisch alarm De printer is defect of er is Schakel de Efficia DFM100 uit gedurende 15 seconden een probleem met de en zet hem dan weer aan. Waarschuw een communicatie met de servicetechnicus als het probleem blijft bestaan.
Pagina 211
Er is een niet-compatibel Gebruik uitsluitend een compatibel USB-apparaat voor op het scherm. USB-apparaat aangebracht het bewaren van gegevens van de Efficia DFM100. Zie in de USB-poort. “USB-apparaat” op pagina 216. U kunt geen gegevens op de De USB-flashdrive is vol.
17: Problemen oplossen De DFM100 onderhouden De DFM100 onderhouden Neem voor productondersteuning contact op met uw Philips Customer Care Center of uw Philips-contactpersoon. Zorg dat u de volgende informatie gereed hebt voordat u contact opneemt voor service: • Serienummer van de Efficia DFM100 •...
WAARSCHUWINGEN: Gebruik uitsluitend multifunctionele elektroden, batterijen en accessoires die worden vermeld in deze Gebruiksaanwijzing. Vervangingen kunnen ervoor zorgen dat de Efficia DFM100 niet correct functioneert en kunnen lichamelijk letsel bij de patiënt veroorzaken. Bepaalde elektroden kunnen bijvoorbeeld door polarisatie worden blootgesteld aan grote offsetpotentialen.
Pagina 215
Verbruiksartikelen en accessoires bestellen 18: Verbruiksartikelen en accessoires Tabel 57 Goedgekeurde verbruiksartikelen en accessoires (vervolg) Bestelnummer Omschrijving M3504A Multifunctionele elektrodepads voor defibrillatie, baby's (< 10 kg) (5 sets) Multifunctionele defibrillatorelektroden - plugconnector M3713A HeartStart-pads voor volwassenen/kinderen (> 10 kg) Plus (10 sets) M3716A HeartStart radiolucente multifunctionele elektrodepads voor volwassenen/kinderen (10 sets)
Pagina 216
18: Verbruiksartikelen en accessoires Verbruiksartikelen en accessoires bestellen Tabel 57 Goedgekeurde verbruiksartikelen en accessoires (vervolg) Bestelnummer Omschrijving M1192A Herbruikbare SpO -sensor voor kinderen/kleine volwassenen, vinger, 1,5 m M1196A Herbruikbare SpO -clipsensor voor volwassenen, 3 m M1196S Herbruikbare SpO -clipsensor voor volwassenen, 2 m M1941A -verlengkabel, 2 m 989803160611 Efficia SpO...
Specificaties Dit hoofdstuk omvat: • Efficia DFM100 specificaties. Zie hieronder. • Definities van symbolen en afkortingen, zie tabel 60 en 61. • Elektromagnetische compatibiliteit, zie “Elektromagnetische compatibiliteit” op pagina 219. Specificaties Algemeen Geschatte afmetingen: 23,5 cm (H) x 29 cm (B) x 20,5 cm (D) Geschat gewicht (zonder batterij): 5,66 kg Standaard operatorpositie: Binnen 1 meter van het apparaat.
Pagina 218
19: Specificaties Specificaties Tabel 58 Nauwkeurigheid afgegeven energie Nominaal afgegeven energie versus laadimpedantie Energieniveau Belastingsimpedantie (ohms) ±2% 10 J 15 J 20 J 30 J 50 J 70 J 100 J 120 J 150 J 170 J 200 J De nauwkeurigheid van de afgegeven energie is ±10% of ±1 J, afhankelijk van welke waarde groter is, voor alle energie-instellingen.
19: Specificaties Specificaties Geladen indicatoren: Laden bezig/laden gereed toon, knipperende schokknop op frontpaneel en externe paddles, energieniveau weergegeven in het display. AED-modus AED-energieprofiel: 150 joule (fabrieksuitgangspunt) voor volwassenen/50 J voor baby's/kinderen, nominaal bij een testbelasting van 50 ohm. AED-knoppen: Aan/Uit, Schok. Tekst- en spraakaanwijzingen: Uitvoerige tekst/hoorbare meldingen leiden de gebruiker door een gebruikers-geconfigureerd protocol.
Pagina 221
Specificaties 19: Specificaties ECG-curven: weergegeven op een vaste tijdbasis van 25 mm/s (printer) ±5%, 25 mm/s (scherm) ±10%. ECG-registratie "Elektroden los": draden voor 3 en 5 afleidingen voor een gelijkspanning van <35 nA via huidige patiëntelektroden, <1,0 uA via andere elektroden. Maximale T-top amplitude: Apparaat negeert tot 80% van R-top amplitude voor gesynchroniseerde cardioversie;...
• Interne paddles: Type CF Overige overwegingen: De Efficia DFM100 is geschikt voor gebruik bij toepassing van elektrochirurgie. Risico op brandwonden wordt voorkomen via een 1 kOhm stroombeperkende weerstand in elke ECG-elektrodedraad. De correcte plaatsing van afleidingen (zie “De elektroden plaatsen”...
Specificaties 19: Specificaties Thermische Array-printer Doorlopende ECG-strook: De printknop start en stopt de strook. De printer kan geconfigureerd worden om real-time of met een vertraging van 10 seconden te werken. Op de strook wordt de primaire ECG-afleiding geprint, evenals een tweede curve met voorval-annotaties en -waarden. Auto printing: De printer kan geconfigureerd worden om automatisch te printen bij markeren, laden, defibrilleren en als er een alarm wordt gegeven.
* - Opgegeven nauwkeurigheid is de wortel (RMS) van het verschil tussen de gemeten waarden en de referentiewaarden. OPMERKINGEN: Accuratesse buiten het bereik dat is aangegeven voor elke sensor wordt niet gespecificeerd. De bovengenoemde sensoren zijn getest voor gebruik met de Efficia DFM100 met de Philips picoSAT II SpO -module met Fourier Artifact Suppression Technology (FAST).
Aansluitslang 989803177471 3,0 m Opslag patiëntgegevens Intern voorvaloverzicht: De Efficia DFM100 kan maximaal 8 uur de gegevens opslaan van 2 doorlopende ECG-curven, 1 pleth-curve, 1 capnogramcurve, onderzoekscurven (alleen in AED-modus), en voorvallen en trendgegevens per voorvaloverzicht. Er is een maximum capaciteit...
Specificaties 19: Specificaties Omgeving Temperatuur: Bedrijfstemperatuur voor het apparaat: 0 °C tot 45 °C; bereik bedrijfstemperatuur voor EtCO : 0 °C tot 40 °C; temperatuurbereik opslag/transport voor het apparaat zonder batterij: -20 °C tot 70 °C. Opwarmings- en afkoelingstijd tot 20 °C: het apparaat heeft voorafgaand aan het gebruik 80 minuten nodig om op te warmen van -20 °C;...
Symbooldefinities 19: Specificaties Symbooldefinities Tabel 60 geeft de betekenis van symbolen aan die u kunt vinden op de Efficia DFM100, de lithium-ionbatterij en de verpakking. Tabel 60 Definitie van symbolen Symbool Definitie Symbool Definitie Voldoet aan vereisten IEC Voldoet aan vereisten IEC...
Er bestaat een hoog Waarschuwing: gevaarlijke risiconiveau. spanning OPMERKING: Voor definities van de symbolen die te vinden zijn op het frontpaneel van de Efficia DFM100, zie “Bediening” op pagina 6 en “Algemene functietoetsen” op pagina 25. Voor definities van de symbolen die te vinden zijn op de externe paddles, zie “Externe paddles”...
RF-communicatieapparatuur en de Efficia DFM100. Elektromagnetische interferentie verminderen De Efficia DFM100 en de bijbehorende accessoires kunnen gevoelig zijn voor interferentie van andere RF-energiebronnen en continue, herhaalde netspanningspieken. Voorbeelden van andere bronnen van RF-interferentie zijn medische apparaten, mobiele telefoons, informatietechnologieapparatuur en radio/televisie-uitzendingen.
Emissies en immuniteit De Efficia DFM100 is ontworpen en getest om te voldoen aan de internationale en nationale normen voor straling en geleiding. Raadpleeg Tabel 62...
Begeleiding en verklaring van de fabrikant De Efficia DFM100 is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals die hieronder gespecificeerd wordt. De klant of de gebruiker van de Efficia DFM100 dient ervoor te zorgen dat deze in zo'n omgeving wordt gebruikt.
19: Specificaties Elektromagnetische compatibiliteit Tabel 63 Elektromagnetische immuniteit - Algemeen Immuniteitstest Testniveau Conformiteitsniveau Elektromagnetische omgeving - richtlijnen ± ± Elektrostatische 6 kV contact 6 kV contact Vloeren van hout, beton of ontlading (ESD) keramische tegels. Bij synthetisch ± ± 8 kV lucht 8 kV lucht materiaal als vloerbedekking moet IEC 61000-4-2...
Pagina 235
RF-zenders, dient een elektromagnetisch veldonderzoek te worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte, op de locatie waar de Efficia DFM100 gebruikt zal worden, het bovenstaande RF-conformiteitsniveau te boven gaat, dient de normale functionaliteit van de Efficia DFM100 geverifieerd te worden. Als abnormaal gedrag wordt waargenomen, kunnen extra maatregelen noodzakelijk zijn, zoals heroriëntatie of verplaatsing van de Efficia DFM100.
Aanbevolen in acht te nemen afstand De Efficia DFM100 is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving, waarin uitgestraalde RF-storing onder controle is. De klant of gebruiker van de Efficia DFM100 kan helpen elektromagnetische interferentie te voorkomen door een minimumafstand aan te houden tussen...
Bijlage 1 - Controlelijst dienstoverdracht Efficia DFM100 Inspecteer de Efficia DFM100, de accessoires en de verbruiksartikelen bij elke dienstoverdracht, conform de richtlijnen van de AHA. Zet na het controleren van elk item in de onderstaande lijst een controlevinkje in het bijbehorende vakje, of een liggend streepje (–) of "nvt" als het item niet van toepassing is.
Pagina 238
Voer minstens eens per week een van de volgende controles uit om te checken of het apparaat gebruiksklaar is voor defibrillatietherapie: Functionele controle (zie de Gebruiksaanwijzing Efficia DFM100< /> voor meer informatie) Geef een schok van 150 J af in een kortsluitstekker/testbelasting (als u multifunctionele elektroden gebruikt) of in de paddlehouder (als u paddles gebruikt).
Pagina 239
Index printerspecificaties parametergebied printkop reinigen pauzeren resultaat automatische test periodieke controle Aan de slag strook pols Aansluiten tijdens voorval pols inschakelen NiBD-manchet trendrapport polsgrenzen Aberrant geleide slagen voorvallen opgeslagen in Overzicht polsgrenzen wijzigen voorvallen reageren voorvalmarkeringen specificaties aanwijzingen AED-weergave Afleiding kiezen inschakelen alarmen curvesector 1...
Pagina 240
Index AwRF patiënt-ID invoeren Curven wijzigen alarmen polsfrequentie Curvesector 1 alarmen inschakelen printer afleiding, gedrag alarmgrenzen reiniging opties ritmelabel alarmgrenzen wijzigen ritmelabel pacingtherapie rode X Curvesector 2 R-toppijlen Curvesector 3 scherm selectie maken Basisprincipes van het apparaat slaglabels Batterij softkeys activiteiten SpO2-kabel aansluiten Datum en tijd...
Pagina 241
Index leren uitschakelen intern geheugen Markeer voorval, knop gegevens verwijderen EtCO nullen normaal complex menu's slimme selectieknop Overzicht voorvallen USB-drive weergeven Exporteren pacingstatus vastgelegde gegevens configuratie parametergrenzen modus Gegevensbeheer gegevens ritmelabel naam patiënt Externe paddles R-toppijl opslag handmatige defibrillatie slaglabels aritmie Overzicht voorvallen starten problemen oplossen snelle blik...
Pagina 242
Index Initiële druk NiBD-manchet Menu's automatische test grijs weergegeven opties resultaat inleiding zandloper Monitor, modus Intern geheugen batterij afvoeren alarmknop menu's batterij opbergen Markeer voorval, knop patiëntgegevens verwijderen batterij, veiligheid USB-drive weergeven Monitormodus controles door gebruiker vastgelegde gegevens Monitorweergave functionele controle Interne paddles Gebruiksgereed-indicator gebruiken...
Pagina 243
Index frequentie Problemen oplossen geen therapie apparaatgegevens, rapport gestopt elektroden Scheidingsafstanden huid voorbereiden externe paddles Scherm invloed van TENS-eenheid fysiologische alarmen, gebied alarmlocaties laadknop indicator meerdere alarmen alarmstatus Lead Select-knop knipperende rode X algemene lay-out Markeer voorval, knop Lead Select-knop batterijstatus markeringen meldingengebied...
Pagina 244
Index voorvallen opgeslagen in Overzicht synchrone cardioversie, voorzorg AED-configuratie voorvallen Veiligheidsoverwegingen alarmen voorzorg Verbruiksartikelen bestellen alarmen inschakelen Synchronie cardioversie Verklaring van conformiteit alarmgrenzen NiBD alarmgrenzen wijzigen Verplaats de elektroden naar een droog deel Systolische NiBD betrouwbare metingen van de borst, bericht in modus AED bewaken V-Fib controles door gebruiker...
Pagina 246
Philips Healthcare is een auteursrechthouder geheel of gedeeltelijk te reproduceren. onderdeel van Royal Philips Philips Healthcare behoudt zich het Internet recht voor om op elk gewenst www.philips.com moment, zonder voorafgaande Per e-mail kennisgeving, specificaties te wijzigen healthcare@philips.com...