Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Philips Efficia DFM100 Gebruiksaanwijzing pagina 47

Verberg thumbnails Zie ook voor Efficia DFM100:
Inhoudsopgave

Advertenties

Het scherm
Curvesector 1
Curvesector 1 bevat alleen een ECG-curve. Deze curve wordt gebruikt voor aritmiedetectie,
hartfrequentiebepaling en AED-analyse. Beschikbare curven omvatten: Paddles (niet beschikbaar in
de AED-modus), Pads, I, II, III, aVR, aVL, aVF en V.
In curvesector 1 worden ook de ECG-kalibratiebalk, de indicator voor auto-versterking, het
ritmelabel, de ECG-filterinstelling en R-toppijlen weergegeven. De kalibratiebalk dient als
referentiepunt voor de vergelijking van de weergegeven ECG-curve met de ingestelde grootte.
De indicator voor auto-amplitude wordt weergegeven wanneer Auto-scaling is ingeschakeld.
R-toppijlen worden weergegeven wanneer het apparaat zich in de modus Sync of Monitor bevindt,
of pacingtherapie geeft in de modus Pacing op aanvraag.
Afbeelding 31 Markeringen in curvesector 1
Aflei-
dingslabel
Kalibratie-
balk
Indicator voor
auto-amplitude
ECG-filterin-
stelling
Nadat het ECG-algoritme de curve in curvesector 1 heeft geanalyseerd, wordt de curve gelabeld (in
alle klinische modi behalve AED) als de DFM100 is geconfigureerd om het ritme weer te geven.
Mogelijke labels zijn:
• ECG leren
• Ritme leren
• Asystolie
• VFib/Tach
Als het ritmelabel wordt uitgeschakeld, geeft het apparaat alleen labels voor Leerfase ECG en
Leerfase ritme weer. Zie voor meer informatie over het configureren van labels
"Hartfrequentie-/ECG-instellingen"
De ECG-filterinstellingen voor het scherm zijn:
M
- bandbreedte monitor
E
- bandbreedte EMS-monitor
S
- bandbreedte ST-monitor
De ECG-filterinstellingen kunnen in de Configuratiemodus worden gewijzigd. Zie
"Hartfrequentie-/ECG-instellingen"
OPMERKINGEN: In de modus Gesynchroniseerde cardioversie geven de R-toppijlen aan welke R-toppen een schok tot
gevolg zouden hebben wanneer op de schokknop wordt gedrukt.
Bij pacingtherapie in de modus Pacing op aanvraag wordt de tijd tot de volgende externe gepacete
puls gerekend vanaf de vorige gepacete puls of de R-toppijl; de meest recente geldt. R-toppen die
meteen na een externe gepacete puls komen, worden niet gemarkeerd omdat ze waarschijnlijk door
de gepacete puls worden veroorzaakt.
De weergegeven hartfrequentie wordt bepaald door de aritmieanalyse, die onafhankelijk is van
R-toppijlen voor synchrone cardioversie of pacingtherapie in de modus Pacing op aanvraag.
II
A
M
• VTach
• Gepacet ritme
• Sinusritme
• Sinus brady
op pagina 148.
op pagina 148.
3: Het apparaat bedienen
Sinusritme
• Sinus tachy
• SV tachy
• SV brady
• Onbekend ECG-ritme
• SV-ritme
• ECG niet te analyseren
R-toppijlen
Ritme
Tabel 37
Tabel 37
35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

866199

Inhoudsopgave