3: Het apparaat bedienen
Alarmen
De Efficia DFM100 gebruikt verschillende alarmen om wijzigingen in de toestand van de patiënt of
apparaat-/kabelomstandigheden aan te geven die mogelijk aandacht vereisen:
•
Fysiologische alarmen worden gedetecteerd in klinische modi en hebben betrekking op
patiëntparameters die worden bewaakt.
Deze alarmen komen uitsluitend voor in klinische modi.
•
Technische alarmen hebben betrekking op een probleem met de gebruikte apparatuur.
Alarmcondities worden gebaseerd op vergelijkingen met vooraf ingestelde limieten en
algoritmeresultaten. Alarmen kunnen worden geconfigureerd als vasthoudend of zelfherstellend voor
polsfrequentie, NiBD, EtCO
desaturatie).
•
Zelfherstellende alarmen worden automatisch uitgeschakeld wanneer de alarmconditie is opgeheven.
•
Vasthoudende alarmen blijven actief zelfs als de oorzaak van het alarm is weggenomen. Alarmen
voor apneu en desaturatie zijn beide vasthoudende alarmen en kunnen niet worden ingesteld als
zelfherstellend.
Zie
Tabel 5
het reageren op alarmen.
WAARSCHUWING: Als het alarmvolume zachter is dan de omgevingsgeluiden, kan dit leiden tot gemiste alarmcondities.
Tabel 5
Hoge prioriteit
Matige prioriteit
Lage prioriteit
OPMERKINGEN: Het is mogelijk dat zich meerdere alarmcondities tegelijkertijd voordoen. De Efficia DFM100 geeft
prioriteit aan en categoriseert de alarmen om verwarring te vermijden en te voorkomen dat een
minder ernstige aandoening een ernstigere aandoening verbergt. De alarmconditie met de hoogste
prioriteit klinkt. In geval zich meerdere alarmen over dezelfde parameter en met dezelfde prioriteit
voordoen, worden de alarmen gelijktijdig weergegeven.
Fysiologische alarmen komen uitsluitend voor in klinische modi. Alleen technische alarmen komen
voor in niet-klinische modi.
38
(met uitzondering van apneu) en SpO
2
voor alarmprioriteiten. Zie
Alarmprioriteit
Alarmprioriteit
VFib/Tach
SpO2 laag
Klep printer open
SpO2 laag
is een voorbeeld van een fysiologisch alarm.
"Reageren op
alarmen" op pagina 42 voor informatie over
Onmiddellijke actie is vereist. Er is sprake van een
levensbedreigende alarmtoestand. Het apparaat
geeft een rode alarmmelding weer en er klinkt een
alarmtoon met hoge prioriteit. Alarmen met hoge
prioriteit zijn vasthoudend.
Snelle actie is vereist. Er is geen sprake van een
levensbedreigende alarmtoestand. Het apparaat
geeft een gele alarmmelding weer en er klinkt een
alarmtoon met middelmatige prioriteit. Alarmen
met middelmatige prioriteit zijn, afhankelijk van de
configuratie van uw apparaat, vasthoudend of
zelfherstellend, met uitzondering van twee
Pacemaker-gerelateerde alarmen die altijd
vasthoudend zijn. Zie
instellingen"
op pagina 147.
Alertheid is vereist. Er is geen sprake van een
levensbedreigende alarmtoestand. Het apparaat
geeft een lichtblauwe alarmmelding weer en er
klinkt een alarmtoon met lage prioriteit. Alarmen
met lage prioriteit zijn zelfherstellend.
Alarmen
(met uitzondering van
2
Situatie
Tabel 36 "Algemene