Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Philips Efficia DFM100 Gebruiksaanwijzing pagina 217

Verberg thumbnails Zie ook voor Efficia DFM100:
Inhoudsopgave

Advertenties

Specificaties
ECG-grootte: 1/4x, 1/2x, 1x, 2x, 4x, auto-amplitude (1x amplitude is 10mm/mV op de afgedrukte
strook).
ECG-curven: weergegeven op een vaste tijdbasis van 25 mm/s (printer) ±5%, 25 mm/s (scherm)
±10%.
ECG-registratie "Elektroden los": draden voor 3- en 5-afleidingen voor een gelijkspanning van
< 35 nA via patiëntelektroden, < 1,0 uA via andere elektroden.
Maximale T-top amplitude: Apparaat negeert tot 80% van R-top amplitude voor
gesynchroniseerde cardioversie; tot 55% van R-top amplitude voor pacen in de modus Vragen; tot
34% van R-top amplitude voor aritmieanalyse. Maximale T-top amplitude wanneer een
QRS-testsignaal een amplitude van 1 mV heeft met een duur van 100 ms, waarbij een hartfrequentie
van 80 1/min is gebruikt: 18 mm.
Frequentierespons:
ECG-netfilter 50 Hz of 60 Hz
ECG voor weergave: 0,15 - 40 Hz, 0,05 - 40 Hz (IEC 60601-2-27:2011 201.12.1.101.8 a, b),
2,0 - 20,0 Hz
ECG voor printer: 0,05 - 150 Hz – diagnostisch, 0,05 - 40 Hz – ST-monitor (IEC
60601-2-27:2011 201.12.1.101.8 a, b), 0,15 - 40 Hz – monitor, 2,0 - 20,0 Hz – EMS
Hartslag-accuratesse en respons op onregelmatig ritme: Voldoet aan AAMI-standaard voor
ventriculaire bigeminie (HF=80 spm); langzaam alternerende ventriculaire bigeminie (HF=60 spm);
snel alternerende ventriculaire bigeminie (HF=120 spm); bi-directionele systolie (HF=90 spm),
gemeten na een stabilisatietijd van 20 sec.
Gemiddelde hartfrequentie: Bij hartfrequenties ≥ 50 spm, wordt de hartfrequentie bepaald door het
gemiddelde van de 12 meest recente R-R intervallen. Inclusief slagen N, P en V. Indien de
hartfrequentie tot onder de 50 spm zakt, zullen de 4 meest recente R-R intervallen gebruikt worden
in het gemiddelde. N.B.: bij ventriculair tachycardiealarm, met een door de gebruiker te definiëren
PVC-runlengtegrens, wordt de hartfrequentie gebaseerd op de door de gebruiker geselecteerde
PVC-lengte, tot maximaal 9 PVC's. Bijwerktijd voor weergave van de hartfrequentie is maximaal
1 seconde.
Gevoeligheid pacemakerpulsdetectie: 1 mV voor een breedte van 100 μs; 200 μV voor een breedte
van 500 μs en 200 μV voor breedten van 500 μs tot 2 ms.
Bandbreedte analoge ECG-uitgang: 0,5 tot 70 Hz
Verhoging analoge ECG-uitgang: 1 v output per 1 mV input ± 10%
Vertraging analoge ECG-uitgang: Propagatie vertragingstijd is <25 ms van ECG-ingang tot analoge
ECG-uitgang.
Mogelijkheid tot discriminatie van pacemakerpulsen: Amplitude van ± 2 mV tot ± 700 mV en een
breedte van 0,1 ms tot 2,0 ms volgens IEC 60601-2-27:2011 201.12.1.101.13/YY 1079 4.1.4.1,
met uitzondering van het volledige overshoot-bereik van IEC 60601-2-27, methode A en B.
Discriminatie van pacemakerpulsdetectie van snelle ECG-signalen: Slew Rate 1,1 V/s.
Hartfrequentie responstijd: 7 seconden voor een alarm HF hoog wanneer de hartslag verandert van
80 in 120 spm, met de alarmgrens ingesteld op 100 spm; 6 seconden voor een alarm HF laag
wanneer de hartslag verandert van 80 naar 40 spm, met de alarmgrens ingesteld op 60 spm.
Tijd tot tachycardiealarm: 4 sec voor 206 spm (1 mV, gehalveerde amplitude en verdubbelde
amplitude) en 195 spm (2 mV, gehalveerde amplitude en verdubbelde amplitude), zoals gemeten na
een normale hartslag van 80 spm met bovengrens alarm van 100 en ondergrens alarm van 60 spm.
19: Specificaties
205

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

866199

Inhoudsopgave