6: Handmatige defibrillatie
Voorzorgen voor handmatige defibrillatie
WAARSCHUWINGEN: Defibrilleren van asystolie kan het herstel van natuurlijke pacemakers in het hart blokkeren en de
kans op herstel volledig verhinderen. Bij asystolie dient niet gedefibrilleerd te worden. Begin met de
reanimatie.
Blijf op de patiënt letten bij het geven van de therapie. Vertraging bij het toedienen van een schok
kan resulteren in een ritme dat als defibrilleerbaar was geanalyseerd en spontaan is overgegaan in een
niet-defibrilleerbaar ritme, met onterechte defibrillatie als mogelijk gevolg.
Houd handen en voeten uit de buurt van de paddleranden. Gebruik uw duimen om de schokknoppen
op de paddlehandvatten te bedienen.
Gebruik uitsluitend elektroden die zijn goedgekeurd voor gebruik met de Efficia DFM100.
Het gebruik van niet-goedgekeurde elektroden kan de prestaties en resultaten beïnvloeden.
Zie
"Goedgekeurde verbruiksartikelen en accessoires"
ondersteunde elektroden.
Zorg ervoor dat multifunctionele elektroden elkaar of andere ECG-bewakingselektroden,
aansluitdraden, verband, enzovoort niet raken. Zulke contacten kunnen tijdens defibrillatie
elektrische paden vormen en huidverbrandingen veroorzaken bij de patiënt en de defibrillatiestroom
van het hart wegleiden.
Bij het bewaken van neonatale ECG's, kan er sprake zijn van onnauwkeurige metingen en alarmen
vanwege verschillen in de eigenschappen van de volwassen ECG in vergelijking met de neonatale ECG.
Tijdens defibrillatie kunnen luchtbellen tussen de huid en multifunctionele elektroden
huidverbranding bij de patiënt veroorzaken. Ter voorkoming van luchtbellen zorgt u ervoor dat de
elektroden volledig op de huid plakken. Gebruik geen uitgedroogde elektroden. Open een
elektrodenverpakking pas vlak vóór het gebruik.
Raak de patiënt of de daarop aangesloten apparatuur (inclusief bed of brancard) tijdens defibrilleren
niet aan.
Vermijd contact tussen de patiënt en geleidende vloeistoffen en/of metalen voorwerpen, zoals de
brancard.
Elektrische medische apparatuur die niet voorzien is van beveiliging tegen defibrilleren dient
ontkoppeld te zijn tijdens het defibrilleren.
PAS OP: Ontlaad de defibrillator niet met de paddles tegen elkaar kortgesloten.
OPMERKINGEN: Succesvolle reanimatie is afhankelijk van veel factoren die te maken hebben met de fysiologische
toestand van de patiënt en de omstandigheden bij het voorval. Een niet succesvol resultaat is geen
betrouwbare indicatie voor de werking van de defibrillator/monitor. Het al of niet optreden van een
spierrespons bij het afgeven van energie tijdens de elektrische therapie is geen betrouwbare indicator
voor de energieafgifte of werking van het apparaat.
Defibrilleren wordt altijd uitgevoerd met paddles of elektroden. Tijdens defibrillatie kunt u het ECG
echter bewaken met een alternatieve ECG-bron (3- of 5-afleidingen bewakingselektroden). Als er
een alternatieve ECG-bron aangesloten is, kan elke beschikbare afleiding worden weergegeven.
Gebruik geen medische gels of pasta's met een slechte elektrische geleiding.
Gebruik met de Efficia DFM100 uitsluitend goedgekeurde afleidingensets en bewakingselektroden.
Als u andere afleidingensets gebruikt, kan er ruis optreden en kunnen er soms berichten als
te analyseren
78
worden weergegeven.
Voorzorgen voor handmatige defibrillatie
op pagina 197 voor een overzicht van
ECG niet