64 Opstarten, besturing via de I/O en ID Run
• nominale motorfrequentie (parameter 9907)
• nominaal motortoerental (parameter 9908)
• nominaal motorvermogen (parameter 9909)
Kies de methode van motoridentificatie (parameter 99109910).
De standaardwaarde 0 (UIT/IDMAGN) die de identificatie-magnetisatie gebruikt,
voldoet voor de meeste toepassingen. Deze waarde wordt in deze beperkte
opstartprocedure toegepast. Merk echter op dat hiervoor vereist is dat
parameter
9904
Als u voor 0 (UIT/IDMAGN) kiest, ga dan naar de volgende stap.
Waarde 1 (AAN) dient gekozen te worden als:
• het werkpunt nabij nul toeren ligt en/of
• de motor in een koppelbereik boven het nominale motorkoppel draait, binnen
een breed toerentalbereik en zonder enige toerentalterugkoppeling.
Als u besluit de ID Run (waarde 1 [AAN]) uit te voeren, ga dan verder met het
volgen van de afzonderlijke instructies op pagina
de ID Run
en keer dan terug naar de stap
op pagina 64.
IDENTIFICATIEMAGNETISATIE MET ID RUN KEUZE 0 (UIT/IDMAGN)
Druk op toets
te gaan (LOC links zichtbaar).
Druk op
om de omvormer te starten. Het
motormodel wordt nu berekend door de motor te
magnetiseren gedurende 10 tot 15 s bij nul
toeren.
Controleer de draairichting van de motor.
• Als de omvormer op afstandsbediening staat
(links staat REM), schakel dan om naar lokale
besturing door te drukken op
• Als er op de onderste regel OUTPUT staat,
druk dan op
gaan; druk in andere gevallen herhaaldelijk op
totdat u MENU op de onderste regel ziet
verschijnen.
• Druk op de toetsen
ziet en druk op
ingesteld is op 1 (TOERENTAL) of 2 (KOPPEL).
toets om naar lokale besturing
LOC
REM
DRAAIRICHTING VAN DE MOTOR
LOC
REM
om naar het hoofdmenu te
/
.
REM
REM
REM
70
DRAAIRICHTING VAN DE MOTOR
LOC
.
totdat u "rEF"
9907
PAR
9908
PAR
9909
PAR
in de sectie
Uitvoeren van
xxx
.
SET
FWD
FWD
FWD
Hz
FWD