228 Actuele signalen en parameters
Alle parameters
Nr.
Naam/Waarde Omschrijving
0.0...250.0 s
2108 START INHIBIT In- en uitschakeling van de startblokkeringsfunctie. Als de
UITLOOP
AAN
2109 KEUZE
NOODSTOP
NIET
GESELEC
DI1
DI2
DI3
DI4
DI5
DI1(INV)
DI2(INV)
DI3(INV)
DI4(INV)
DI5(INV)
2110 KOPP BOOST-
STROOM
15...300%
Tijd
omvormer niet gestart en in bedrijf is, negeert de
Startblokkering een geplande startopdracht onder de
volgende omstandigheden en is er een nieuwe
startopdracht vereist:
• een fout is gereset.
• Run-vrijgavesignaal wordt geactiveerd terwijl de
startopdracht actief is. Zie parameter
STARTVRIJGAVE.
• bedienplaats verandert van lokaal naar afstand.
• externe besturingsmodus schakelt van EXT1 naar EXT2
of van EXT2 naar EXT1.
Geblokkeerd
Vrijgegeven
Kiest de bron voor de externe noodstop-opdracht.
De omvormer kan niet herstart worden voordat de
noodstop-opdracht gereset is.
Opmerking: De installatie moet noodstopvoorzieningen
bevatten en elke andere veiligheidsvoorziening die nodig is.
Het indrukken van STOP-toets op het bedieningspaneel van
de omvormer zal NIET:
• een noodstop van de motor genereren
• de omvormer van gevaarlijke spanning scheiden.
Noodstopfunctie is niet geselecteerd
Digitale ingang DI1. 1 = stop langs de noodstophelling. Zie
parameter
2208 DECTIJD
noodstop-opdracht.
Zie selectie DI1.
Zie selectie DI1.
Zie selectie DI1.
Zie selectie DI1.
Geïnverteerde digitale ingang DI. 0 = stop langs de
noodstophelling. Zie parameter
NOODSTOP. 1 = reset noodstop-opdracht
Zie selectie DI1(INV).
Zie selectie DI1(INV).
Zie selectie DI1(INV).
Zie selectie DI1(INV).
Bepaalt de maximaal geleverde stroom gedurende
koppelverhoging. Zie parameter
Waarde in procenten
1601
NOODSTOP. 0 = reset
2208 DECTIJD
2101 START
FUNCTIE.
Def/FbEq
1 = 0.1 s
UITLOOP
0
1
NIET
GESELEC
0
1
2
3
4
5
-1
-2
-3
-4
-5
100%
1 = 1%