150 Programmakenmerken
Incorrecte bekabeling
Bepaalt de werking wanneer er een incorrecte voedingskabelaansluiting
geconstateerd wordt.
Instellingen
Parameter
3023 WIRING FAULT
Ingangsfaseverlies
Beveiligingscircuits tegen ingangsfaseverlies bewaken de status van de
voedingskabelaansluiting door het constateren van rimpel in de tussenkring. Bij
verlies van een fase neemt de spanningsrimpel toe.
Instellingen
Parameter
3016 DC RIMPEL
Voorgeprogrammeerde fouten
Overstroom
De uitschakellimiet van de omvormer door overstroom is 325% van de nominale
stroom van de omvormer.
DC-overspanning
De uitschakellimiet door DC overspanning is 420 V (voor 200 V omvormers) en 840 V
(voor 400 V omvormers).
DC-onderspanning
De uitschakellimiet door DC onderspanning kan aangepast worden. Zie parameter
2006 ONDERSPAN
Temperatuur van de omvormer
De omvormer bewaakt de IGBT-temperatuur. Er zijn twee bewakingsgrenzen: een
alarmlimiet en een uitschakellimiet als gevolg van een fout.
Kortsluiting
Als kortsluiting wordt gedetecteerd, zal de omvormer niet starten en zal een
foutmelding geven.
Interne fout
Als de omvormer een interne fout detecteert, wordt de omvormer gestopt en wordt
een foutmelding gegeven.
REGEL.